Carter Nick : другие произведения.

Dubbelspel in het kwadraat: The Red Rays

Самиздат: [Регистрация] [Найти] [Рейтинги] [Обсуждения] [Новинки] [Обзоры] [Помощь|Техвопросы]
Ссылки:


 Ваша оценка:

  NC 72
  
  
  
  
  
  Nick Carter
  
  
  
  
  
  Dubbelspel in het kwadraat
  
  
  
  
  
  Oorspronkelijke titel: The Red Rays
  
  No 1969 By Universal Publishing And Distributing Corp.
  
  Nederlands van: Peter Dijkgraaf
  
  Omslagontwerp: Alex Jagtenberg
  
  ISBN 90 283 0531 9
  
  Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
  
  
  
  
  
  No 1977 Born/Romanpers BV, Postbus 8060, Amsterdam
  
  Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
  
  No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 1
  
  
  
  
  Ik droomde over de eerste man die ik om zeep hielp.
  
  Hij heette Serge en nog wat, en het gebeurde in een steeg in Istanboel. Met een mes - ik had toen nog geen stiletto - en ik was niet erg goed met een mes. Het werd een rotzooi.
  
  Ik droom in kleuren; een feit waaruit Dr. Dorian Saxe, de psychiater van AXE, van alles meent te kunnen afleiden, maar wat voor mij niet meer betekent dan dat bloed op mijn handen roder en kleveriger is.
  
  De droom kwam steeds terug, alsof ik hetzelfde boek steeds weer opnieuw las; en op dat moment, die vroege morgen in Beiroet, in het luchtgekoelde hotel Phoenicia, had ik niet veel zin dat boek nog eens te lezen. Kezia Newmann, die dacht dat ik dacht dat zij een Israëlische agente was, lag op haar rug te slapen. Kezia was achterin de dertig, nog steeds redelijk aantrekkelijk, en terwijl ik naar haar keek, vroeg ik me af hoe lang ze nog te leven had. Volgens mij niet al te lang meer.
  
  Kezia werkte voor Shin Bet, dat klopte wel, maar ze werkte bovendien nog voor de KGB, of misschien wel voor de GRU. In ieder geval, het deed er niet toe. Eén pot nat. AXE wist al geruime tijd van haar dubbelrol af; ik denk dat het Hawk was geweest die Shin Bet op de hoogte had gesteld. De Israëli's hielden haar aan het lijntje en gaven haar nog een beetje tijd. Toen ik naar haar keek terwijl ze daar rustig lag te slapen, met haar geweldige borsten die regelmatig met haar ademhaling op en neer gingen, wist ik dat ik naar een vrouw keek die feitelijk al dood was. Eigenlijk jammer, want Kezia was een prachtmeid, die met mannen naar bed ging omdat ze het fijn vond. Niet alleen voor haar werk. Ik ben niet zo'n doordenker - in mijn vak is dat een slechte eigenschap - en niemand heeft me ook nog ooit een intellectuele genoemd. Maar opeens voelde ik even een opwelling om het meisje wakker te maken en haar te vertellen dat haar dekmantel naar de knoppen was - om haar een kans te geven er tussen uit te knijpen. Maar natuurlijk wist ik al bij voorbaat dat ik dat niet zou doen. Het was te ingewikkeld. Ze zou zich nergens kunnen verbergen. De Russen zouden niets meer aan haar hebben, en Shin Bet zou haar in ieder geval wel te pakken krijgen. Als ze zou proberen te vluchten, kon ze nog een hoop andere mensen in gevaar brengen ook. Mezelf inbegrepen.
  
  Ik had trouwens ook niets met haar te maken. David Hawk, mijn soms niet al te gemakkelijke baas, zou rood aanlopen als hij zou weten dat ik nu bij haar was. Maar wat Hawk niet wist, kon hem ook niet deren. En als ik af en toe buiten mijn boekje ga - en dat gebeurt af en toe - dan weet ik in ieder geval wat de gevolgen zijn ... én hoe ik ze moet vermijden.
  
  Ik was een paar dagen geleden in Syrië aangekomen. Smerig, vol met schrammen, overgehouden aan een opdracht in Damascus. Nadat ik me bij Washington had gemeld, me had opgefrist en wat geld had opgehaald, had ik een kamer genomen in hotel Phoenicia. Die avond was ik naar het Casino gegaan even buiten de stad, had een paar Libanese ponden verloren en Kezia Newmann opgepikt. Ze was behoorlijk aan de arak - nog een reden waarom ze het niet lang meer zou maken - en we waren teruggegaan naar het hotel. Na haar eerste orgasme liet ze me weten dat ze als agente voor Israël werkte. God mag weten waarom ze het vertelde! Misschien alleen maar omdat ze zat was, misschien om indruk te maken of misschien omdat het haar toch allemaal geen ene moer meer kon schelen.
  
  Ik reisde onder de naam Silas Lapham, een tabakshandelaar uit New Orleans. Ik had dit alibi zelf geregeld en nu, terwijl ik op Kezia neerkeek, herinnerde ik me dat Hawk wel eens had gemopperd over sommige agenten die meer fantasie hadden dan goed voor hen zou zijn.
  
  Hoe dan ook, Kezia had wel wat gezien in Silas Lapham, tabakshandelaar en gezellige zuiplap, en we hadden de meeste tijd doorgebracht op de hotelkamer en meer in het bijzonder in bed.
  
  Ik vermaakte me. Als ik een opdracht achter de rug heb en ik merk dat ik nog leef, vind ik dat ik recht heb op drank en vleselijke zonde. Soms houd ik het bij één vrouw, soms heb ik er meer nodig, maar in ieder geval geef ik me ongeveer een week over aan allerlei uitspattingen. Als er daarna nog tijd is, breng ik een week door op de boerderij in Indiana. Daar rust ik wat uit, ik lees, en bereid me lichamelijk en geestelijk voor op de volgende opdracht.
  
  Er stond een halfvolle fles arak op tafel. Ik nam een slok, stak een sigaret op en keek weer naar het slapende meisje. Link vind ik dat. Slapende mensen zijn zo verdomd kwetsbaar. Zo gemakkelijk uit de weg te ruimen. Het was alleen maar symbolisch dat ik overwoog haar op dat moment te vermoorden. Natuurlijk heb ik wel iets van een sadist in me, anders zou ik waarschijnlijk dit beroep niet hebben gekozen. Ik rookte en dronk van de arak - niet een van mijn lievelingsdrankjes, maar zij hield er kennelijk van - keek naar haar en voelde dat ik zin had haar een fikse beurt te geven. Ze zou wakker worden en ik zou één met haar zijn. Eén met haar en haar lot.
  
  Maar daarna zouden onze wegen weer uit elkaar lopen, en haar dood zou niet de mijne zijn. Ik denk dat ik op dat moment zou hebben geprobeerd haar te redden als ik daartoe in staat zou zijn geweest. Maar het was onmogelijk. Ik kon Kezia Newmann niet helpen. Niemand kon haar helpen.
  
  Terwijl ik voorzichtig onder de lakens glipte om haar niet wakker te maken, keek ik op de klok, die op het dressoir stond, hoe laat het was. Het was kwart voor vijf.
  
  Kezia werd wakker. 'Mijn god,' zei ze. 'Jezus! Wat doe je met me?'
  
  Ik antwoordde: 'Alles op zijn tijd. Hou je mond.'
  
  Ze hoorde me niet eens meer. 'Jaah,' zei ze. 'O, jaah. Jaa-aah!' Ze beet in mijn schouder. Hard. 'Je moét nu ophouden,' klaagde ze. 'Eerlijk, ik kan het niet meer hebben! Je bent een maniak. Je vermoordt me. Hou ermee op. Hou ermee op, zeg ik je!'
  
  Toen ik haar in het Casino had opgepikt, was het me opgevallen dat ze wat je zou kunnen noemen pseudo-gecultiveerd Engels sprak. Ze was in Brooklin geboren, in Flatbush in de buurt van Grand Army Plaza, en ze was pas op haar vijftiende naar Israël verhuisd. Maar in bed viel me toch een accent op.
  
  Toen ik niet ophield begon ze te huilen, hysterisch bijna, terwijl ze doodstil en stijf als een plank onder me lag. Haar ogen draaiden naar boven, zodat er veel wit te zien was. Ik ging door.
  
  Na afloop konden we ons geen van beiden bewegen. Ik had mijn hoofd begraven in het weelderige tietenwerk van Kezia en begon de gebruikelijke strijd tegen de loomheid en de spijt, tegen dat kalme gevoel van hulpeloosheid. Het gevoel dat een man week maakt en dat hem zich doet afvragen of er in deze wereld eigenlijk nog wel iets de moeite waard is. Ik betwijfel of vrouwen het ook hebben. Ik ben er nooit achter kunnen komen.
  
  Kezia ging met haar vingers door mijn haar en zei: 'Je bent een monster, eerlijk. Een monster!'
  
  Haar accent was nu zuiver Flatbush. Ze ging door: 'Ik heb nog nooit in mijn hele leven zoiets gehad als jij! Jezus!'
  
  Ik bekende bescheiden dat ik niet slecht was.
  
  Kezia staarde me met vernauwde ogen aan. 'Niet slecht? God, jij bent ongelofelijk, man! Eerlijk, ik weet zeker dat je ze met geweld van je af moet houden.'
  
  Ik kwam langzamerhand weer tot mezelf. Ik dacht aan de I.uger en de stiletto in de dubbele bodem van mijn koffer en het schoot me te binnen dat ik de Luger nog niet had schoongemaakt. Onvoorzichtig van me. Ik moest het meteen doen, zodra ik me had bevrijd uit dit plezierige web van vlees waarin ik me had laten vangen, maar dat me nu toch wel een beetje begon te vervelen.
  
  Ik wachtte op de telefoon. Niets. Geen geklop op de deur. Nóg niet. Maar ik had toch dat voorgevoel. Ik wist het.
  
  Toen ik ten slotte zoveel kracht had verzameld om me uit bed te slepen, greep Kezia me beet en kuste me. Ze kneep me in mijn trots. 'Je moet goed op hem passen. Ik ben op hem gesteld geraakt. Ik zou niet willen dat er iets met hem gebeurde.'
  
  'Ik evenmin,' antwoordde ik terwijl ik naar de badkamer liep. Toen ik me had gewassen werd er op de deur geklopt. Kezia sliep weer en ik probeerde haar niet te wekken. In mijn vak is het niet de gewoonte dat je voor iedereen zomaar de deur wijd opengooit en de mensen met open armen begroet. Ik fluisterde: 'Wie?'
  
  'Telegram voor mista Silas Lapham.' Het was Engels met een overduidelijk Libanees accent.
  
  Ik deed de deur open. 'Dat ben ik.'
  
  Ik gaf de jongen een paar muntstukken en nam de gesloten enveloppe aan. Het moest van Hawk afkomstig zijn. Hij en Della Stokes zijn particulier secretaresse - waren de enigen die konden weten waar ik me bevond en wie ik in werkelijkheid was.
  
  De jongen verdween niet meteen. Hij leek me tamelijk brutaal en keek met een soort halfslimme grijnslach langs me heen de kamer in. Ze werden tamelijk vroeg rijp in de Levant, en ik vermoedde dat het joch zich aan de slapende Kezia vergaapte. Hij zou er wel wat smerige gedachten en puberale fantasieën bij hebben. Ik wilde niet medeschuldig zijn aan het ophitsen van een minderjarig kind en om te voorkomen dat hij straks in één van de kelderruimtes zijn heil zou gaan zoeken in doe-het-zelf werkzaamheden gaf ik hem een zacht duwtje.
  
  'Goed, jongen, bedankt. Opgesodemieterd.'
  
  Hij talmde nog even en bleef langs me heen de kamer inkijken, en nu zag ik dat hij niet naar het bed, maar naar het televisietoestel keek.
  
  'Is uw tv ook niet in orde, mista?'
  
  Ik zal er wel net zo stomverbaasd hebben uitgezien als ik me voelde, want hij vervolgde: 'Alle tv's, overal in de wereld zijn naar de kloten, mista. U wist niet?'
  
  Ik haalde mijn schouders op en werkte hem nu resoluut naar buiten. 'Ik weet van niets. Aju.'
  
  Hij vertrok. Ik deed de deur dicht en liep met het telegram naar de badkamer, me onderweg afvragend waarover het joch het in 's hemelsnaam had gehad. Alle tv's naar de kloten?
  
  Mijn eerste ingeving was degene die alle tv's had gemold een ridderorde te geven. Ik ben persoonlijk niet zo'n aanhanger van het kijkkastje. Hawk wél, al zou hij het nooit openlijk toegeven.
  
  Naar de duivel ermee. Ik had al weken niet naar de tv gekeken, en bovendien al drie dagen geen krant gezien. Wie zou er zo gek zijn om te gaan lezen of naar die idiotenkast te gaan kijken als Kezia in de buurt was?
  
  Het telegram luidde: Model T Wolf-Wolf-Eerste-onmiddellijk. Er stond geen afzender vermeld. Dat was trouwens ook overbodig. De afzender was Hawk - wie zou het anders kunnen zijn? - en het betekende dat ik weer een opdracht had, met onmiddellijke ingang. In onze jarenlange samenwerking hadden Hawk en ik onze eigen persoonlijke code ontwikkeld. Niet te vinden in de officiële codeboeken. Ik heb nooit een codeboek bij me. Dat is vragen om moeilijkheden.
  
  Ik twijfel er bovendien aan of één van de andere Killmasters - ik weet toevallig dat er nog drie zijn, en Hawk weet niet dat ik dat weet - de code van het telegram zouden begrijpen. Ik deed het zonder moeite terwijl ik me intussen schoor. 'Model' betekende niets, zuiver papiervulling, en om het wat moeilijker te maken voor ongewenste belangstellenden. 'T Wolf - het tweede Wolf was overbodig -stond voor Thomas Wolfe, de schrijver. 'Eerste' betekende zijn eerste boek.
  
  Thomas Wolfe's eerste boek was: Keer huiswaarts, Engel. 'Onmiddellijk' was duidelijk. Het betekende haast.
  
  Hawk ontbood me in Los Angeles en wel zo spoedig mogelijk. Kezia sliep nog steeds als een uitgeputte baby terwijl ik mijn spullen bij elkaar zocht. Ik reis altijd met zo weinig mogelijk bagage. Ik heb voor mijn werk ook niet zo veel nodig: de Luger, de stiletto, soms wat vermommingspullen zoals haar, opvulsel en contactlenzen. Overigens maak ik het meeste gebruik van 'natuurlijke' vermomming, de manier van lopen en praten, en maar zelden van de rubber en plastik hulpmiddelen. Ik heb ze niet nodig. Behalve een perfecte training in het uitvoeren van opdrachten heb ik een aangeboren mimetalent. Dat is af en toe wel handig. Kezia werd niet wakker. Ik liet een stapel bankbiljetten achter op het dressoir en vermeed naar haar te kijken toen ik de kamer verliet. Het was voorbij en ik kon het maar het beste vergeten. Ik durfde duizend dollar te verwedden tegen één Libanees pond, ongeveer tweeëndertig cent, dat ik haar nooit meer levend zou zien. Maar toen ik naar de lift liep moest ik bekennen dat ik een griezelige gedachte had. Het leek alsof ik zojuist in bed had gelegen met een welgevormd lijk. En necrofilie is niet bepaald één van mijn voorkeuren.
  
  Ik zag hem toen ik op een taxi stond te wachten die me naar het vliegveld zou brengen. Ik heb een goed geheugen; geen absoluut of fotografisch geheugen of zoiets abnormaals, maar een goed geheugen. Ik heb het ontwikkeld. En twee of drie keer per jaar breng ik een week door in de archieven van AXE in Washington.
  
  Hij hing rond op het parkeerterrein en maakte een praatje met een parkeerwachter. Een grote man in één van die slecht zittende pakken die ze altijd schijnen te moeten dragen. Zijn naam was Nikolay Tovaretz en hij was een onbelangrijke officier. De topman in Beiroet kende ik niet, maar ik kende Tovaretz. Hij was een beroepsmoordenaar. Meestal werkte hij met zijn handen, voor zover ik me het dossier goed herinnerde, en meestal deed hij de vrouwen. In de lobby had ik me voorzien van een stapel kranten, maar ik besteedde nog geen aandacht aan de schreeuwende koppen en bestudeerde Tovaretz. Hij had inderdaad grote handen. Hij keek zonder belangstelling langs me heen. Ik droeg mijn Silas Laphampak, mijn hoornen bril en liep met uitgezakt lichaam op een halfdronken manier. Ik wist dat er zo vroeg nog geen bars open zouden zijn, daarom had ik op de hotelkamer nog wat arak gedronken om mijn adem naar drank te laten ruiken. Het was pas een paar minuten na zevenen en ik leek al halfzat.
  
  Mijn taxi verscheen en ik stapte in. Kezia Newmann werd dus in de gaten gehouden. Ik vroeg me af hoe lang ze daar nog mee door zouden gaan, en zette haar toen uit mijn gedachten. In ieder geval hadden ze mij niet ontmaskerd. Anders zat ik nu niet in een taxi op weg naar het vliegveld. Er was niets dat ik kon doen. Absoluut niets. Ik besefte dat ik weer eens geluk had gehad, zoals zo vaak, en dat mijn timing precies goed was geweest. Het telegram van Hawk was op het juiste moment gekomen. Als ik nog een paar uur gebleven was, Kezia mee uit eten had genomen, had ik me wel eens goed in de stront kunnen werken. Zinloos erover te denken.
  
  Toen ik op het vliegveld aankwam had ik nog steeds de Parijse editie van de New York Times niet gelezen. Ik vloog met twa en ik had niet meer dan een halve minuut speling. Ik stak de kranten onder mijn arm en toen ik eenmaal in het vliegtuig zat keek ik naar de glinstering van de sneeuw op de Dar el Beiderbergen in het noordoosten. De bergtoppen werden geleidelijk aan groter en ik realiseerde me dat we over Baalbek zouden vliegen. Het was een toeristische stunt, een zogenaamd hoffelijk gebaar dat je zeker moest doen vergeten dat het toestel te laat was vertrokken, de airconditioning niet werkte en de biefstuk taai was. Wat mij betrof, ik had Baalbek wel gezien. Baalbek kwam me de strot uit. Het dichtste bij de dood ben ik ooit geweest bij een aanslag in de tempel van Jupiter. Ik haalde de kranten tevoorschijn.
  
  Dat joch had gelijk gehad! Iemand - en niemand scheen precies te weten wie - haalde een stunt uit met de televisie overal ter wereld. Het joch had gezegd: 'De hele tv, overal, is naar de kloten, mista.'
  
  De Times, dat oude, grijze vrouwtje, drukte zich iets rustiger uit. Ze hadden er het grootste lettertype nog niet voor tevoorschijn gehaald en de koppen besloegen slechts vier kolommen, maar er sprak toch duidelijk opwinding uit het bericht.
  
  
  
  MASSALE SABOTAGE VAN TV OVERAL TER WERELD ALLE PROGRAMMA'S ONDERBROKEN DOOR KOMMUNISTISCHE PROPAGANDA.
  
  PRESIDENT MAANT TOT KALMTE.
  
  
  
  Wetenschapsmensen vermoeden gebruik van Lasers; bron waarschijnlijk in de ruimte. De financiële schade bedraagt miljoenen. Geagiteerde Verenigde Naties wil noodmaatregelen.
  
  
  
  Ik nam de hoofdlijnen van het artikel in me op. Ergens in de wereld stond een bijzonder sterke zender die alle andere uitzendingen uitwiste en zijn eigen uitzending opdrong. De Chinezen zaten erachter. Ze gaven het ook toe. Maar het waren geen gewone Chinezen. Het was een nieuwe groepering Chinezen. Ze waren uit op omverwerping van het oude regiem in China. De ligging van de zender was geheim en daar wilden ze uiteraard niets over loslaten. Nog niet. Als de tijd aangebroken was zouden ze het vertellen. Als Mao en zijn kliek zouden zijn afgezet. Ze noemden zich de Neo-Koms. De nieuwe communisten. Ze wilden het lidmaatschap van de Verenigde Naties en predikten broederschap tussen de volkeren.
  
  De wereld zou eerdaags het licht wel zien. En ondertussen zou de geheime zender doorgaan alle kanalen te overheersen en je had dan geen andere keus dan de propaganda aan te horen of je kijkkastje uit te schakelen.
  
  Het meest pikante detail was natuurlijk dat de Chinezen onze satellieten gebruikten voor hun uitzendingen. Het scheen niet mogelijk te zijn de zender op aarde op te sporen. Hij kon in principe overal zijn.
  
  Ik woog de verschillende artikelen tegen elkaar af, en rookte sigaret na sigaret. Probeerde mijn ogen af te houden van de stewardess in de minirok. Op het ogenblik had ik geen behoefte aan benen en tietjes, hoe lekker ze ook waren. Ik zat weer middenin het werk, al had ik Hawk dan nog niet gesproken. Los Angeles is de televisiehoofdstad van de Verenigde Staten. Ik vermoedde dat Hawk me daar zou ontmoeten. Hij zou wel met iets komen. En iets van me verwachten.
  
  Op dit moment zag ik nog niet erg duidelijk wat AXE voor rol zou kunnen spelen, maar daar maakte ik me geen zorgen over. Dit was een politieke kwestie, en welke groepering Chinezen er nu bij betrokken was, het zaakje rook naar chantage, AXE zou er wel bij gehaald worden. En, zoals altijd, het smerige werk op moeten knappen. Ik liet de kranten verder voor wat ze waren en ging languit liggen, voor zover de vliegtuigstoel dat toeliet.
  
  Er zaten komische kanten aan. De kijkcijfers onder de mannen, bijvoorbeeld, bleken zeer hoog te zijn. Er zat veel seks in de programma's, niet onderbroken door wasmiddelenreclame!
  
  Ik betrapte me erop dat ik zat te grinniken en een zure vrouw die schuin tegenover me zat keek me wantrouwend ;ian. Ik toonde haar mijn innemendste glimlach en wenkte haar vriendelijk toe. Ze stak haar neus in de lucht en snoof. De stewardess boog zich over me heen en vroeg of ik iets wenste, waarbij ik een glimp van een paarse beha opving. I k dacht even aan Kezia en had er onmiddellijk spijt van. Ik besloot een dutje te doen. Vliegtuigen maken me altijd loom. Voordat ik in slaap viel, speelde ik in gedachten met de vraag of Tovaretz Kezia nog zou neuken voordat hij haar wurgde. Soms spelen beulen het op die manier.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 2
  
  
  
  
  Vanaf Kennedy Airport nam ik een taxi naar de dakflat op East 46th Street. Ik moest andere kleren en een paar schone overhemden ophalen. Silas Lapham bestond niet langer en het idiote pak van hem kon wat mij betreft naar het Leger des Heils, hoewel ik eraan twijfelde of zij er belangstellenden voor zouden vinden.
  
  Nadat ik een bad genomen had en me had geschoren nam ik de post door. Het meeste was reclametroep. Er waren ook een paar brieven van oude vlammen die ik ongelezen doormidden scheurde en in de open haard wierp. Oude liefdes kun je altijd maar het beste vergeten.
  
  Ik nam een Scotch en kleedde me aan, waarna ik in mijn werkkamer de laatste hand legde aan het rapport van mijn klus in Syrië, waarmee ik een einde maakte aan mijn status van tabakshandelaar. Ik schrijf altijd twee rapporten; één voor de officiële AXE-dossiers, en één voor Hawk persoonlijk. Het laatste is het enige rapport dat belang heeft. Op weg naar La Guardia veranderde ik een paar maal abrupt van richting, alleen maar voor alle zekerheid. Dat is na jaren een bijna vanzelfsprekende gewoonte geworden, om me ervan te verzekeren dat ik niet werd gevolgd. Er viel me niets verdachts op. Op het vliegveld kocht ik de laatste edities van de Times, de Daily News en de Post, alle kranten die in deze trieste stad nog over zijn.
  
  Ik had al een paar keer vanuit Los Angeles gewerkt, en de code was eenvoudig. Ik voerde een telefoongesprek, waarna een taxi met een blauwe ster me oppikte bij een ingang naar Pershing Square. Ik herkende de bestuurder, een ruw uitdiende kerel die Wells heette, een volle, bruine baard had en een hemd vol etensvlekken droeg. Hij liet aan niets merken dat hij me al eerder had gezien. Toen de taxi wegreed wachtte ik tot hij het lampje 'Taxi' op het dak uitschakelde. Toen zei ik: 'Een huis is nooit een thuis, wat jij?'
  
  'Inderdaad bijna nooit, sir.' Ik knikte.
  
  Ik zou de afstand in de helft van de tijd hebben kunnen lopen, maar de taxirit hoorde nu eenmaal bij de routine. Dus dan doe je het. Ik wachtte totdat hij een paar maal rond liet blok was gereden, waarbij hij regelmatig in zijn spiegel keek, om zich ervan te overtuigen dat we niet gevolgd werden. Wells reed nu in de richting van de Bunker Hillbuurt. Daar hebben we de hele bovenste verdieping van een nieuw gebouw. Een prima ligging, omdat we op het hoogste punt van de omgeving zitten, en niemand ons dus met een kijker kan bespieden.
  
  'U moet naar 9C, sir. Daar moet u wachten. Ik geef u de sleutel met het wisselgeld.'
  
  Ik gaf hem een vijfdollarbiljet. Hij gaf me het wisselgeld terug met een sleutel. Ik gaf hem een dollar fooi en keek naar de uitdrukking op zijn gezicht. Er stond niets in te lezen. 'Tot kijk,' zei ik. Hij gaf geen enkele reactie.
  
  Hawk bevond zich al in het vertrek. Hij zat in het donker en keek naar de tv. Ik sloot de deur achter me en begon tegen de donkere gestalte te spreken. 'Zijn we alleen?'
  
  Je kunt Hawk overal en op elk moment herkennen aan de idiote manier waarop hij met een sigaar omspringt.
  
  'Nu nog wel,' antwoordde hij. 'We krijgen zo meteen gezelschap. Ga zitten en bekijk dit eens even, jongen.'
  
  Als hij me zó noemt is hij in een uitstekend humeur. Ik /rite mijn koffer in een hoek, maakte mijn das los, trok mijn jasje uit, stak een sigaret op en schonk mezelf iets in aan de kleine bar die ik me nog van mijn vorige bezoek herinnerde. Hawk zei niets. Ik zweeg. En kreeg nu voor het eerst te zien wat er met de televisie aan de hand was.
  
  Het beeld was helder en scherp. Een close-up van een Chinees duivelsmasker, een grotesk en angstaanjagend ding dat een griezelige werking had op het beeldscherm. De stem was van een vrouw. Ze sprak uitstekend Engels. Het was een professionele, getrainde stem, maar het was duidelijk hoorbaar dat ze de tekst oplas.
  
  'Opnieuw moeten we ons verontschuldigen, wereldbewoners, omdat we de normale uitzendingen onderbreken. We hopen dat het u niet al te veel ongemak geeft. Maar het is noodzakelijk dat we op deze manier onze boodschap kunnen brengen. De boodschap van het nieuwe China, het China dat zal ontstaan zodra het vermolmde en stoffige regiem van Mao Tse-tung is weggevaagd, iets dat zeer spoedig staat te gebeuren.'
  
  Ik liet me vallen in een comfortabele leren stoel en nam een slok. 'Tsjang Kai-shek?'
  
  'Fout,' zei Hawk. 'Daar hebben we in het begin ook aan gedacht. Houd nu je mond en let op.'
  
  Het duivelsmasker kwam nu in beweging, het begon heen en weer te schudden en te grimassen. Een welgevormde vrouwenhand, geringd en met een brandende sigaret tussen de vingers, verscheen nu in het beeld. Ik kon het niet laten. 'Ik wist wel dat ze het niet zouden volhouden, sir. Hier heb je de reclame al.'
  
  Hawk vond het helemaal niet grappig. 'Hou verdomme je smoel! Luister goed naar deze stem - het is belangrijk.'
  
  Ik hield mijn mond. Je kon met de ouwe nooit al te ver gaan.
  
  De hand stopte de brandende sigaret nu in de mond van het duivelsmasker. Ik verwachtte nog steeds een verhandeling over het lage nicotinegehalte van dit speciale sigarettenmerk toen de stem vervolgde: 'Wees niet bang voor dit duivelsmasker, beste wereldbewoners. Het is alleen maar een masker, en maskers zijn ongevaarlijk. Maar achter de maskers bevinden zich gewone mensen, mensen zoals uzelf, loyale, en patriottische Chinezen die vastbesloten zijn hun levens en bezittingen op te offeren om China in de wereld de positie te geven die het land toekomt.
  
  Voorlopig, totdat Mao de macht niet meer in handen heeft en wij als gelijken tot de Verenigde Naties zijn toegelaten, zijn wij gedwongen de maskers te dragen. We verzoeken u mi) geduld. Wij popelen om onze ware gezichten te laten zien, net zoals u popelt om ze te leren kennen. Ondertussen zullen wij proberen niet meer tussen uw gewone programma's te komen dan noodzakelijk is, en als we wel op uw scherm verschijnen hopen we dat u onze programma's interessant en stimulerend zult vinden.
  
  We vragen om begrip en medewerking. Schrijf! Schrijf naar uw president, uw senator, uw kranten. Eis dat wij, de Nieuwe Communisten in ballingschap, een zetel in de Verenigde Naties toegewezen krijgen. Alleen u kunt dat doen. Want het is mogelijk. En het zal noodzakelijk zijn als u de wereld de ellende van een atoomoorlog wilt besparen. Want vergis u niet, een atoomoorlog is waar Mao en zijn pionnen op uit zijn. Schrijf. Handel. Vandaag!'
  
  Er kwamen nu beelden van het zwaar rokende masker dat achterover begon te hellen en langzaam uit het gezicht verdween. Op de achtergrond klonk het geluid van gongs. Daarna een ander geluid, dat gaandeweg duidelijker werd, wel geluid, maar geen beeld.
  
  'Heb je die bloes in koud water gewassen? Maar mijn lieve kind, dat kan je toch helemaal niet maken. Op die manier krijg je die poepvlekken er nooit uit! Ik zeg je toch dat het onmogelijk is.'
  
  'Maar moeder, ik zal het bewijzen ...'
  
  De reclame werd afgebroken en het gezicht van de nieuwslezer kwam nu in beeld. Hij zag er kalm en zakelijk uit en zijn toupetje zat uitstekend. Hij liet weten dat de President het Congres in bijzondere vergadering bijeen had geroepen. Hawk schakelde het televisieapparaat uit. Hij stak het licht in de kamer aan en keek Nick aan, waarbij hij zijn sigaar van de ene mondhoek naar de andere liet wandelen.
  
  Zoals gewoonlijk zag zijn dure kostuum eruit alsof hij het voor een prik bij het Leger des Heils had gekocht, en zijn overhemd was verkreukeld en versleten. Zijn das was een ramp. Maar hij zag er minder moe uit dan gewoonlijk. Hij zag er bijna tevreden uit. Ik glimlachte naar hem, en toen ik zag dat hij teruglachte wist ik zeker dat hij een uitstekend humeur had. Ik wist zelfs meer: Hawk wist al veel meer van dit zaakje af dan ik. Hij tastte duidelijk niet in het duister. Ik begreep er niets van. Eén van de duizend dingen die ik niet begreep van deze zaak.
  
  In een paar korte zinnen liet ik Hawk weten dat ik er niet van hield in een dichte mist te moeten rondlopen. Hij glimlachte en knikte en wreef zich zelfs in zijn handen. Hij maakte aan de bar twee drankjes klaar en keek op zijn horloge.
  
  'Preston Mohr en Bill Phelan zullen zo wel op komen dagen. Ga zitten en luister, jongen. En haal die bezorgde blik van je smoel. Dit zaakje is helemaal niet zo onduidelijk als het lijkt. Ik zal je zoveel mogelijk op de hoogte stellen. We hebben een aanwijzing, een prima spoor.'
  
  'Ik ben blij dat er tenminste iemand is die wijs kan worden uit dit idiote gedoe. Persoonlijk begrijp ik er geen moer van. Ik heb mijn hersens afgepijnigd sinds ik uit Beiroet ben vertrokken en nu zou ik wel eens iets willen horen.'
  
  Hawk ging zitten, sloeg zijn magere benen over elkaar en sabbelde op zijn sigaar. Hij had zich die ochtend niet geschoren en het viel me op hoe wit zijn stoppels eigenlijk waren. Hij vertelde zijn leeftijd aan niemand, en ik was ook niet van plan erom te vragen, maar ik vermoedde dat hij in de zeventig was. In Washington doet het verhaal de ronde dat de President persoonlijk aan Hawk had gevraagd om alsjeblieft aan te blijven na zijn pensioendatum. Ik vermoed dat het gerucht op waarheid berust. De man ziet er niet bepaald gevaarlijk uit, eerder op het eerste gezicht als een seniel mannetje, maar dat is alleen maar uiterlijke schijn. En een heleboel vijandelijke agenten hebben het idee, dat Hawk een tamelijk ongevaarlijke slappeling is, moeten bekopen met de dood. De oude man is de beste, in het gevaarlijkste beroep dat er bestaat. Dat zegt genoeg.
  
  'Om te beginnen,' zei hij, 'je zult je wel afvragen, waarom wij hierbij zijn gehaald.'
  
  Ik vertelde Hawk dat me nog niet duidelijk was, waarom, hoe en waar er mensen uit de weg geruimd zouden moeten worden, een taak waarvoor ik speciaal was opgeleid. Voorlopig hoeft dat inderdaad nog niet. Maar het zou binnen afzienbare tijd wel eens anders kunnen worden. Ik zal bij het begin beginnen, zodat je kop en staart kunt onderscheiden. Om te beginnen is er het geld. Herinner je je het oude gezegde dat geld kan praten?'
  
  Of ik me dat herinnerde!
  
  Hawk grijnsde zuur. 'Op dit moment schreeuwt het. Het grootkapitaal. De mensen van de tv, de hele gecompliceerde boel, inbegrepen Wall Street en ouwe dametjes die ergens een paar aandeeltjes in hebben. Die lopen allemaal te roepen om maatregelen. Er zijn al miljarden verloren, en als we niet gauw een eind kunnen maken aan die enorme piratenzender kost die grap de westerse economie nog veel meer miljarden. En dat is nog maar het begin.'
  
  'Voor een begin is het niet gek,' gaf ik toe. De boodschap was duidelijk. Afgezien van het gooien van een atoombom op Detroit waren deze uitzendingen het beste middel om de Amerikaanse economie en die van andere landen zo snel mogelijk naar de knoppen te helpen.
  
  'Het uitschakelen van die zender heeft dus absolute voorrang.'
  
  Ik stak een nieuwe sigaret op. 'Dat begrijp ik, sir. Maar ik zie nog steeds niet dat dit geval onder de bevoegdheden van wi valt. Tenzij u al weet wie we uit de weg moeten ruimen om de uitzendingen te stoppen.'
  
  Dat weet ik nog niet,' zei hij. 'Ik heb nog niet het flauwste idee wie je uit de weg zult moeten ruimen, Nick, maar ik hen er wél zeker van dat er slachtoffers zullen moeten vallen. We hebben namelijk een aanwijzing waar de zender zich zou kunnen bevinden. We kunnen ons vergissen, wat ik niet hoop. In ieder geval, ik zal jou op een spoor zetten, Nick. Jij zult dat spoor moeten volgen en afwachten wat er gebeurt. Als ik gelijk heb, en het spoor inderdaad naar de zender voert, is je opdracht de zender uit te schakelen en iedereen die je daarbij dwars zit uit de weg te ruimen.'
  
  De ijsblokjes rinkelden in mijn glas toen ik het ophief om te drinken. Dat was het dus. Een nieuwe opdracht. Absolute volmacht om te doden. Zender vernietigen.
  
  Ik zuchtte. 'O.K., sir. Waar is die zender?'
  
  'We denken - denken, wel te verstaan - dat hij in Peru staat.'
  
  Ik was nauwelijks verbaasd. Er is niet veel meer wat mij nog verbaast. Waarom ook niet in Peru? Waarom niet de Zuidpool? Alles was mogelijk.
  
  'Enig idee waar precies in Peru, sir ?'
  
  'Niet precies. Ergens in het Andesgebergte. Erg hoog. Dat zou ook verklaren dat ze zo krachtig zenden dat alle andere programma's erdoor worden weggevaagd. Dat en het feit dat ze laserstralen gebruiken om hun programma's uit te zenden. Volgens de deskundigen kennen wij het principe van uitzenden met behulp van lasers wel, maar is het nog nooit gelukt het in de praktijk toe te passen. Maar zij doen het. Wij kunnen ze niet overtroeven. Oplossing ... Vernietigen!'
  
  Ik stond op en liep naar het raam. In de verte kon je Hollywood zien liggen. Ik werd plotseling rusteloos, zoals altijd als ik weet dat ik aan iets nieuws ga beginnen en haast wil maken. Natuurlijk zou ik nog uren nodig hebben om me van alle feiten en details op de hoogte te stellen. Ik draaide me om naar Hawk, die me met toegeknepen, kille oogjes aankeek terwijl hij op zijn sigaar sabbelde. Zijn drankje had hij nauwelijks aangeraakt.
  
  'Wanneer ga ik naar Peru? Onder welke dekmantel?'
  
  'Dat kan ik je nog niet vertellen, jongen. Misschien morgen. Misschien pas over een paar dagen. Misschien wel nooit.'
  
  Ik keek hem verbaasd aan, maar zweeg, hoewel het me moeite kostte. Soms is hij nu eenmaal zo.
  
  Hawk begon op zachte toon te spreken. 'Zoals ik al zei, ga ik je op een spoor zetten, Nick. En dat spoor begint hier in Los Angeles. In Hollywood, om precies te zijn.'
  
  Ik keek weer uit het raam. De mist was iets minder dicht geworden en ik kon de dorre heuvels van Hollywood nu goed onderscheiden.
  
  Kunnen we het niet wat exacter houden,' antwoordde ik. 'Waar in Hollywood? Wanneer? Kunt u me niet wat meer details geven. Ik houd er niet zo van om met een blinddoek om te moeten werken.'
  
  Hawk antwoordde niet. Hij schakelde de tv weer in en ging m zijn stoel zitten. Het beeld verscheen. De Verenigde Naties in vergadering. Volkomen overeenstemming tussen de Kussen en de Amerikanen over het feit dat de vreemde /onder uitgeschakeld moest worden. Ik begon in wonderen to geloven.
  
  Hawk gromde en schakelde het apparaat weer uit. Hij had zijn zinnen kennelijk gezet op de programma's van de Chinezen.
  
  Ik grinnikte naar hem. 'Teleurgesteld? Geen vieze plaatjes?'
  
  Hawk reageerde er niet op. 'Inderdaad vertonen ze af en toe seksfilms. 's Avonds laat. Waarschijnlijk willen ze de kinderen niet bederven.'
  
  Rekening houdend met zijn stemming besloot ik hem er niet op te wijzen dat hij het tijdsverschil tussen de landen vergat. Do ouders van Britse, Franse, Duitse, Russische en Zweedse kinderen zouden er mooi mee zitten. Ik had zo het idee dal die filmpjes niet mis waren. De Chinezen hebben vergaande fantasieën over het uit de hand gelopen seksleven van de westerlingen.
  
  Hawk zei nu niets meer. Als hij zo was wist ik dat ik ook niets meer uit hem kon krijgen. Waarschijnlijk had hij het /o geregeld dat ik mijn informatie van iemand anders zou krijgen.
  
  Na een paar minuten klonk het geluid van een sleutel die in het slot van de kamer werd gestoken. Er kwamen twee mannen binnen.
  
  Eén van hen, Preston Mohr, had ik al eens eerder ontmoet toen ik iets in Hongarije moest opknappen. Hij was één van de bonzen van' Hollywood, en indertijd vermoedde ik al dat hij voor AXE werkte. Nu wist ik het dus zeker.
  
  De andere, Bill Phelan, kende ik alleen van verhalen. Ik had hem nooit ontmoet. Hij was van een speciale afdeling van het Pentagon, een grote man met kapsones en een kale kop. Hij knikte naar me zonder zijn hand uit te steken. Preston Mohr herkende me. Hij schudde me de hand en mompelde een paar vriendelijkheden, waarna hij in een hoek zijn pijp ging stoppen.
  
  Bill Phelan begon meteen vervelend te worden. Na me een lange ijzige blik te hebben toegeworpen - zijn blik zei dat hij alles over me wist - wendde hij zich tot Hawk en begon zich te beklagen. Eigenlijk kon ik nog wel sympathie voor hem opbrengen. Hij zag er uitgeput en overwerkt uit en had duidelijk slaap nodig. Ik wist niet wat zijn rang precies was, maar wel dat hij hoog genoeg was om slapeloze nachten van die televisiegeschiedenis te hebben. In het begin probeerde hij beleefd te blijven. Hij zei: 'Ik begrijp het niet, sir. Wat heeft Carter hiermee te maken? Ik, eh ... ik geloof niet dat dit in zijn lijn ligt. Nog niet, in ieder geval.'
  
  Hawk keek hem onbewogen aan. 'Ik denk daar anders over. Carter heeft vanaf nu met dit geval te maken. Ik heb de toestemming van de President. Als je wilt kun je dat natuurlijk nagaan.'
  
  Phelan zag er verward uit. Preston Mohr kuchte een wolk rook naar buiten. Hawk gaf met een blik te kennen dat ik me erbuiten had te houden.
  
  Phelan keek vuil naar me, veegde zijn bezwete gezicht met een zakdoek af en negeerde me toen. Hij maakte een koffer open en haalde er papieren uit die op blauwdrukken leken, dunne schematische tekeningen met veel ronde lijnen. Hij gaf ze aan Hawk.
  
  Geen twijfel mogelijk, sir. Deze stemafdrukken bewijzen het. De vrouw die die teksten van de uitzendingen spreekt is Kona Matthews. Ze is op dit moment in Los Angeles, of liever gezegd, in haar huis in de buurt van Malibu. Wat we gehoord hebben moeten dus banden geweest zijn.'
  
  Hawk tuurde naar de schema's. Ik keek belangstellend, AXE is niet bepaald een technisch laboratorium, maar we gebruiken de beste voortbrengselen van de moderne techniek. We zorgen ervoor dat we bijblijven. Als je dat niet doet kun je morgen wel opdoeken. Maar ik kon me niet herinneren dat we ooit eerder gebruik hadden gemaakt van stemafdrukken om mensen met honderd procent zekerheid te identificeren.
  
  Eerlijk gezegd was ik niet erg goed op de hoogte van die speciale techniek.
  
  Phelan gaf Hawk nu een andere stapel. 'Dit is het complete dossier van Rona Matthews, sir. Mijn orders luidden, het aan u te overhandigen.' De manier waarop hij het zei deed vermoeden dat hij zich eigenlijk liever had willen verhangen.
  
  Hawk bedankte hem en keek geïnteresseerd, hoewel hij nog niet geheel tevreden leek. 'Hoe zit het met die Li Tzu? Die Goeroe, of Yogi, of hoe je zo iemand ook moet noemen. Wat weet je van hem?'
  
  Phelan zag eruit alsof hij werd gemarteld, en ik begreep wel hoe Hawk het had aangepakt. Het was typisch zijn stijl. Hij had contact opgenomen met de President en AXE van de leiding verzekerd. Hij was nu de absolute topman, en was op dit moment bezig alle informatie uit Phelan te melken die diens organisatie met zoveel pijn en moeite had verzameld. Hij was nu in een positie om alle geheime diensten, die van het Pentagon inbegrepen, naar zijn hand te zetten. Phelan antwoordde met een vertrokken gezicht, alsof hij er lichamelijk onder leed: 'Hij noemt zichzelf een lama, sir. Hij komt namelijk uit Tibet. Hij is nu bij Rona Matthews. In haar strandhuis in Malibu. Ze geeft vanavond een feest met het doel een groep mensen aan hem voor te stellen. We dachten dat het een goede kans zou zijn om er te infiltreren. Om de zaak aan het rollen te krijgen. Om precies te zijn hebben we voorbereidingen getroffen ...'
  
  Hawk had een nieuwe sigaar uit een cellofaantje gehaald. Hij maakte een prop van het cellofaan, mikte hem naar de prullenmand en miste hem.
  
  'U moet meer oefenen,' merkte ik op.
  
  Hij keek me zuur aan, maar zijn blik werd nog zuurder toen hij zich weer tot Phelan richtte. 'Ik ben op de hoogte van jullie voorbereidingen. Bedankt voor de informatie. Hiervandaan zullen wij het verder opknappen. Maar er zijn twee dingen waarover ik absolute zekerheid moet hebben. Begrijpt het meisje haar orders en is de lokale politie op de hoogte gebracht. We kunnen geen inmenging van de politie; gebruiken. Hoe zit dat?'
  
  Phelan zag er nu zo miserabel uit dat mijn hart bijna voor hem bloedde. Bijna.
  
  'Dat is allemaal geregeld, sir. Het meisje weet dat ze tijdelijk in dienst van AXE is en orders moet opvolgen van u of van uw minderen.'
  
  Dat woord was niet onopzettelijk gekozen. Ik besloot het niet zonder meer voorbij te laten gaan.
  
  'Je neemt daar wel een enorm risico,' merkte ik op tegen Phelan. 'Je zou die kracht best eens kunnen verliezen. Zodra ze merkt dat ze voor een organisatie werkt die klasse heeft zou ze wel eens kunnen beslissen niet meer bij jullie terug te komen.'
  
  Hij deed alsof hij iets terug wilde zeggen, opende zijn mond, keek vervolgens Hawk aan en vond het bij nader inzien kennelijk beter zijn mond maar te houden. 'Doe me een plezier en hou je mond, Nick,' zei Hawk terwijl hij met zijn sigaar in mijn richting wees. Zijn toon was echter niet zonder sympathie. De sigaar werd nu op Phelan gericht. 'En de plaatselijke politie?'
  
  Dat is ook in orde, sir. Ze hebben toegezegd niet tussenbeide te komen, behalve in geval van moord of verkrachting.'
  
  Moord of verkrachting? Die leken me beide niet ter zake.
  
  Het was niet zo'n soort geval. Om te beginnen, AXE noemt het geen moord. We noemen het wat het is: doden in de lijn van ons werk. Voordat de vijand jou te grazen neemt. Verkrachting? Ik vermoed dat zoiets wel eens mogelijk zou kunnen zijn, zelfs bij AXE-mensen. We hebben een groot aantal agenten in dienst, en in dit vak krijg je daar de meest uiteenlopende soorten mensen voor. Maar persoonlijk heb ik nog nooit van zo'n geval gehoord en ik dacht er ook niet verder bij na. Misschien had ik dat wel moeten doen. Tenslotte moetje altijd de kleine lettertjes lezen in een contract dat je met de duivel afsluit.
  
  Hawk en Phelan liepen samen naar een hoek in het vertrek en stonden wat te fluisteren. Ik begon een beleefdheidsgesprek met Preston Mohr, die er al de hele tijd had uitgezien als een muis met een aanval van katangst. Ik vertelde hem dal ik zijn laatste film erg goed had gevonden, wat waar was. Hij merkte op dat ik er in prima conditie uitzag. Ik betwijfelde of dat waar was. Ik voelde de lichamelijke sporen van de laatste opdracht in Syrië en mijn escapades met Kezia Newmann nog maar al te goed. Ik vroeg me weer af of de Rus haar eerst zou neuken alvorens haar te wurgen.
  
  Om die gedachten verder uit mijn hoofd te bannen zei ik: Kona Matthews? Die naam zou me toch iets moeten zeggen. Maar wat?'
  
  Mohr sabbelde wat op zijn pijp voordat hij antwoordde. Hawk en Phelan stonden nog steeds in de hoek met elkaar ie duisteren en ik vroeg me af of Hawk iets voor me geheim wilde houden. Feitelijk wist ik nog niets. Wat hadden Rona Matthews en een Tibetaanse Lama genaamd Li Tzu te maken met die piratenzender? Ik had nog geen enkel aanknopingspunt. De stemafdrukken hielpen ook al niet al te veel, zelfs als ze betrouwbaar waren.
  
  'Een ouwe filmster,' vertelde Mohr. 'Eén van de eerste sekssterren. Ze schijnt trouwens nog steeds actief op dat gebied te zijn, als de geruchten juist zijn. Ik heb Rona al jaren niet meer gezien afgezien dan van een paar premières en party's, waar ik haar terloops zag. Ze zal nu wel in de zestig zijn. Ziet er nog uit als veertig. En kan er maar niet genoeg van krijgen, als je de roddels moet geloven. En geloof me, er wordt wat af geroddeld in Hollywood.'
  
  Nu herinnerde ik me haar weer. Haar mond, breed, rood en vochtig, had er op het doek altijd uitnodigend uitgezien. Ze. had geloof ik van die kleine schoolmeidentietjes en haar benen waren bijna té mager, maar die mond, dat was haar sterkste punt geweest.
  
  'Ze heeft al twintig jaar geen films meer gemaakt,' zei Mohr. 'Dat had ze ook niet nodig natuurlijk. Ze crepeert niet bepaald van armoede. Ze bezit zelfs de allereerste stuiver die ze verdiende nog. Dankzij Dion Hermes.'
  
  Ik moet er zo onthutst uitgezien hebben als ik me voelde,' want hij wees met zijn pijp naar mijn buik en lachte. 'Dion Hermes is natuurlijk niet zijn echte naam. Hij heet eigenlijk Theofiel Demeter. Hij is ook niet bepaald van Griekse af-j komst. Zijn vader had een snoepwinkeltje.'
  
  Nu begreep ik waarom Hawk zo zwijgzaam was geweest. Hij had besloten dat Preston Mohr me zou inlichten, zodat ik mijn informatie uit de eerste hand zou krijgen. En het feit dat Mohr zo vrijuit sprak, was wel het duidelijkste bewijs voor me dat hij inderdaad in dienst van AXE stond.
  
  Ik glimlachte naar hem. Toen ik hem eerder in Hongarije had ontmoet had hij me al een geschikte kerel geleken.
  
  Ik zei: 'Als je vindt dat ik te ver doordenk moet je het maar zeggen, maar Dion Hermes? Is dat waarnaar het klinkt?'
  
  Hij lachte opnieuw, met een laag geluid. 'Inderdaad, Nick. Dion zal wel afgeleid zijn van Dionysus. Hermes spreekt voor zichzelf. Maar hij wiebelt niet met zijn heupen. Hij ziet er tamelijk normaal uit. Bovendien is hij een verdomd uitgekookte zakenman.'
  
  Ik knikte. 'Hij heeft er zeker ook voor gezorgd dat ze niet in het tehuis voor noodlijdende actrices terecht is gekomen?' Aan de andere kant van het vertrek, tegenover ons, stonden Hawk en Phelan nog steeds te fluisteren. Phelan zag er weer opgewonden uit. Hij zou beter op zijn hart moeten passen, dacht ik bij mezelf. Ik vermoedde dat de oude man hem te verstaan gaf dat zijn rol in deze zaak helaas uitgespeeld was. 'Jaja,' zei Mohr. Hij sloeg zijn benen over elkaar en begon opnieuw zijn pijp te stoppen met een dure Hollandse tabak. Als een ex-tabakshandelaar zou ik moeten weten welke mixture het was. Maar helaas ging mijn kennis niet zover. Mijn aandeel hierin,' vervolgde Mohr, 'is bijna voorbij. Ik heb het dossier over Matthews en Dion Hermes in elkaar gedraaid, en de stemafdruk van het Pentagon vergeleken niet een paar oude opnamen van Matthews. Ik heb, op instructie van Hawk, nauw met de afdeling van Phelan samengewerkt. Hij heeft me gevraagd je in te lichten, Nick. Want je zult natuurlijk geen tijd meer hebben om de dossiers uitvoerig te bestuderen.'
  
  Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben,' beaamde ik. Ik heb zo'n idee dat dit geval zich wel eens snel zou kunnen gaan ontwikkelen. Vuur het dus maar op me af. Wat hebben Kona Matthews en die Dion Hermes te maken met de uitzendingen van die tv-zender? Wie is Li Tzu, behalve dat hij een Tibetaanse Lama is, en wat heeft hij er mee te maken? In wat doet een vrouw als Matthews met een nicht?'
  
  Mohrs pijp was voor de zoveelste keer uitgegaan en hij stak hem weer aan met een extra lange lucifer. Dat is één van mijn bezwaren tegen pijpen. Je houd ze nooit lang brandend. En ze prikken op mijn tong.
  
  Hij nam een paar trekken, totdat de pijp opnieuw uitging. Hij zei: 'Ik zal proberen er een redelijke volgorde in te brengen, hoewel dat niet makkelijk is. Het is een ingewikkeld geval. Intiem Hollywoods, zou ik haast zeggen. En ik denk niet dat je het script van dit verhaal zou kunnen verkopen. De werkelijkheid is meestal nog onwaarschijnlijker dan de fantasie.'
  
  Ik zei dat ik hem begreep. In de omgeving van Los Angeles vind je per vierkante meter méér vreemde vogels dan waar ook ter wereld.
  
  'Die Dion Hermes,' begon Mohr, 'is waarschijnlijk al sinds zijn kleutertijd homo geweest. Hij verliet Chicago in de bevallige, leeftijd, en reisde naar Hollywood, waarschijnlijk op uitnodiging, om te proberen acteur te worden. Het feit dat hij van jongens hield zou in dat vak nauwelijks een belemmering zijn, zeker niet als hij zich diskreet genoeg gedroeg. En dat deed hij. In ieder geval werd hij nooit een goed acteur. Waarschijnlijk had hij geen talent. Maar op de een of andere manier ontmoette hij Rona Matthews en dat klikte meteen.'
  
  Ik onderbrak hem om te zeggen dat ik dat niet begreep. Preston Mohr keek een beetje teleurgesteld en hoewel hij te beleefd was om het te zeggen, maakte zijn blik duidelijk dat hij me beschouwde als een onwetende in het land van Sodom.
  
  'Ik kon ook niet verwachten dat je dat wist, natuurlijk, maar Rona Matthews is biseksueel. Ze houdt niet alleen van mannen, maar ook van vrouwen. Dat was in ieder geval vroeger zo. Wat nu haar voorkeuren zijn weet ik niet. In ieder geval konden ze het goed met elkaar vinden. Hij werd haar manager en zakelijk adviseur, en die combinatie werd een succes. En niet alleen zakelijk gezien. Het is natuurlijk alleen maar roddel, maar ik vermoed dat het niet ver naast de waarheid is. Rona en Dion werkten ook nog op een ander vlak samen. Zij versierde jongens voor hem, en hij versierde meisjes voor haar. Hij is bepaald geen gilnicht, dus viel het hem niet al te moeilijk om meisjes achter zich aan te krijgen. Bovendien was hij bepaald niet lelijk, en zoals ik je al eerder heb gezegd, hij wiebelde ook niet met zijn heupen.'
  
  Ik overwoog om nog iets te drinken maar besloot het toch maar niet te doen. Hawk ziet meer dan hij laat merken, en bovendien, genoeg is genoeg, al kan ik er bijzonder goed tegen.
  
  De oude man leidde Phelan nu naar de deur en ik begreep dat we nu ongestoord verder konden werken.
  
  'Ze houden het al lang bij elkaar uit,' vervolgde Mohr. 'Dion bleek een prima schrijver te zijn, en hij heeft een paar scripts voor Rona geschreven die een succes bleken te zijn. Bovendien heeft hij een prachtige roman geschreven, onder pseudoniem, natuurlijk.'
  
  Ik zei dat ik dat begreep. De naam Dion Hermes op de rug van een boek zou een zeer geselecteerd publiek aantrekken. Maar waarschijnlijk geen grote oplage garanderen.
  
  'Gek eigenlijk,' zei Mohr. 'Twee mensen als Dion en Rona die zo lang bij elkaar blijven. En niet alleen om het geld. Er moet nog iets zijn: een soort band die de gemiddelde mens niet gemakkelijk zal begrijpen. Ik heb het me vaak afgevraagd. Een homo en een biseksuele vrouw die al twintig jaar samenleven. Ik vraag me af waarom ze eigenlijk niet getrouwd zijn.'
  
  Aan die overpeinzingen kon ik merken dat hij zeker niet de rang van Killmaster had. Hij was veel meer een theoreticus. Hij zou zich bij AXE wel voornamelijk met het uitdenken van plannen bezighouden.
  
  Ik kon me zijn belangstelling voor dit speciale geval ook wel voorstellen. Ik had al eerder de indruk gekregen dat zijn seksuele belangstelling ook wel gedeeltelijk op mannen was gericht. Ieder zijn meug, ik kon het hem niet kwalijk nemen. Hij was een prima kerel om mee te werken en zijn privéleven was zijn eigen zaak.
  
  Ik vertelde Mohr dat ik het allemaal erg interessant vond, maar wat had nu die Li Tzu, die oude Lama, ermee te maken? Voordat hij antwoord kon geven was Hawk bij ons komen zitten en zei: 'O.K., nu de concurrentie weg is, kunnen we aan het werk gaan.'
  
  Ik grinnikte naar Hawk. 'Heeft Phelan u nog een afscheidszoentje voor mij gegeven? Tenslotte trap ik inderdaad nog wel eens op iemands zere tenen.'
  
  'Phelan beweert dat je vorig jaar in Afrika één van zijn mannen om zeep hebt geholpen,' zei Hawk. 'Ik herinner me niet dat ik zoiets in je rapport ben tegengekomen.'
  
  Ik haalde mijn schouders op. 'Ach ja, ik herinner me vaag zoiets. Ik zal vergeten zijn, het te vermelden. Maar het was eerlijk een vergissing.'
  
  Hawk krabde over zijn witte stoppels. Hij wist soms niet goed raad met mijn onschuldige grapjes. 'Hmmm. Jaja. O.K., laten we verder gaan. Hoeveel heb je hem al verteld, Mohr?'
  
  Mohr was bezig zijn pijp schoon te maken. 'Niet veel. Nog een heleboel te vertellen.'
  
  'O.K., ga er dan maar mee door. Ik ga me scheren en misschien een dutje doen. Wat vind je er tot nu toe van, Nick. Zit er al enig verband in?'
  
  Ik heb de gewoonte me zonder omhaal tegenover Hawk uit te drukken. 'Laat ik het zó zeggen,' merkte ik op. 'Ik heb nog veel te leren.'
  
  Hawk lachte en klopte me op de schouder. Voor hem betekent dat niet minder dan de Ridderslag.
  
  'We komen er wel uit, Nick. Alles wat we hoeven te doen is alle stukjes van de puzzel op de juiste plaats leggen. Ga maar door, Preston.'
  
  Preston Mohr vervolgde zijn verhaal. Ik luisterde en stelde domme vragen. Ik kreeg allerminst domme antwoorden. We waren negen uur bezig. Mohr knapte het eerst af en had rust nodig. Hawk en ik werkten door en zorgden voor een enorme telefoonrekening, te betalen door de belastingplichtigen. Peru was slechts één van de landen, waarmee we langdurig telefonisch contact hadden.
  
  Ik moest om tien uur 's avonds bij het strandhuis van Rona Matthews zijn om één van de bewakers af te lossen. De meeste sterren hebben particuliere bewakers die ze van een organisatie huren. Dat was allemaal goed voorbereid. Ze werkten mee op het niveau dat je van zo'n goed hooggekwalificeerde organisatie mocht verwachten, en ik zou een man aflossen, die Gerald Swinger heette, zodat hij zijn pasgeboren baby in het ziekenhuis zou kunnen gaan bezichtigen. Mijn eigen naam zou die avond Bruce Sampliner luiden. Waar zou Hawk in godsnaam al die namen vandaan halen? Ik had mijn orders, en tot nu toe zag het er allemaal uit als een routineklus. Mijn taak was voornamelijk het meisje van Phelans afdeling van het Pentagon te beschermen. Het meisje dat de eventuele risico's nam.
  
  Hawk en Preston Mohr reden me tot aan het strand van Topanga, waar ik een andere wagen zou oppikken. Hawk wist niet hoe het meisje eruit zag. Phelan had geen tijd gehad om een foto te halen uit de archieven. Dat had hij tenminste gezegd. Ze hebben niet graag dat er overal foto's van hun personeel rondslingeren. Dat is een begrijpelijk standpunt in ons vak.
  
  'Ik heb gehoord,' zei Hawk, terwijl we door Palisades reden, 'dat ze jong en aantrekkelijk is.'
  
  'Tot nu toe klinkt het goed,' antwoordde ik.
  
  Preston Mohr reed. Hawk zat naast hem. Ik had achterin plaatsgenomen, en droeg het groene uniform van de Protective Agency Inc., kompleet met pet en een Sam Brownegordel met een .38 politiepistool. Ik had mijn Luger in een schouderholster, voor het geval er werkelijk geschoten zou moeten worden, en Hugo, mijn stiletto, bevond zich als gebruikelijk in het heft aan de binnenkant van mijn rechteronderarm. Ik spande mijn pols, waarna er een nauwelijks hoorbare klik klonk, en voelde het kille staal van mijn stiletto in mijn handpalm. Ik had niet het idee dat ik mijn wapens zou moeten gebruiken, maar ik houd er nu eenmaal van om altijd op alles voorbereid te zijn.
  
  Hawk draaide onrustig op zijn stoel en keek visachtig naar me om. Hij wist wel dat ik alleen maar aan het spelen was, maar soms maakt hij zich nu eenmaal zorgen om niets. 'Laat ik je er nog even aan herinneren,' zei hij droog, 'dat dit meisje, deze juffrouw Killbride, aan ons is uitgeleend door het Pentagon. Phelan heeft me verteld dat ze een dame is.'
  
  'Hoe kan Phelan dat weten?'
  
  'Ik wil alleen maar zeggen,' vervolgde Hawk. 'Wanneer je het soms in je hoofd zou halen om dat meisje lastig te vallen, zou Phelan daar maar al te graag een schandaal van maken. Dat wil ik onder geen beding hebben, Nick. Ze hebben nu al het idee dat wij bij AXE een stel ijzervreters en barbaren zijn, en ik zou niet willen dat ze gaan denken dat we ook nog seksmaniakken in dienst nemen.'
  
  Soms kon die ouwe zich scherp uitdrukken.
  
  'Hoe,' zei ik koel, 'zou ik ooit een jongedame lastig kunnen vallen? Een aardig jong meisje? De gedachte alleen al, sir.' Hawk werd moe van de woordspelletjes. 'Je zorgt ervoor dat er niets gebeurt. Je beschermt Patricia Killbride en als zij rapport aan jou heeft uitgebracht, kom je bij mij verslag doen. Phelan stond erop dat je zo min mogelijk direct contact met het meisje hebt. Hij wil dat zij zo min mogelijk met AXE van doen heeft.'
  
  'Dat kan ik heel goed begrijpen, sir. Wij zijn een ruw, onbetrouwbaar zootje tuig, en niet geschikt om ons te onderhouden met aardige jongedames in de huwbare leeftijd.'
  
  Preston Mohr barstte in lachen uit. Hij had al een tijdje moeite gehad zich te beheersen. 'Ik zie dat jullie een prima vorm van samenwerking hebben.'
  
  Daar kon ik niets meer op zeggen. Daar kwam het inderdaad wel op neer. Ik stapte uit bij een donkere hoek in de buurt van Topanga Beach. De wagen stond een paar blokken verder op een parkeerplaats.
  
  Hawk scheen zich nog steeds zorgen te maken. 'Probeer je orders zo strikt mogelijk uit te voeren, in ieder geval deze keer, Nick, en zorg ervoor dat je je geen moeilijkheden op de hals haalt. Wil je het deze keer alsjeblieft volgens het boekje doen, jongen?'
  
  Ik heb nooit graag een ouder iemand zien smeken. Toen ik uitstapte stak ik mijn hand op.
  
  'U heeft mijn padvinderswoord, sir. Ik beloof alles goed te doen. Ik houd mijn mond gesloten en mijn ogen en oren open. Ik blijf zo veel mogelijk gedekt. Ik maak geen contact met dame Killbride; zij maakt contact met mij.'
  
  'Goed. En denk erom, het is een gemaskerd feest. Patricia Killbride draagt het kostuum van Peter Pan.'
  
  Ik probeerde me ter herinneren hoe Peter Pan eruit zag, maar ik kwam niet verder dan Donald Duck. Het leek me beter er Hawk maar niet mee lastig te vallen. Het zou me wel weer te binnen schieten.
  
  Ik schudde handen met Preston Mohr. Hawk en ik gaven elkaar nooit een hand. Maar uit zijn blik kon ik lezen: 'Succes, jongen. En denk eraan, we hebben haast!'
  
  Ze reden weg. Ik begon naar de parkeerplaats te lopen waar de Chevrolet geparkeerd stond. Ik moest plotseling ergens aan denken. Stel je voor dat er twee Peter Pans op het feest zouden zijn. Of drie? Of een half dozijn. Stel je voor dat er drie vrouwelijke en drie mannelijke bij waren! Zo kon ik wel doorgaan. Het zou nog moeilijk kunnen worden Killbride in de massa te ontdekken.
  
  Maar ik zou me geen moeilijkheden op de hals kunnen halen. Dat had ik Hawk beloofd.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 3
  
  
  
  
  Ik droeg een pet met een gouden ster en had gouden balken op mijn schouders. Een veiligheidsonderdeel van meer dan zes man staat meestal onder het bevel van een sergeant, en een officier, die af en toe langs komt om poolshoogte te nemen. Ik was de officier, pas overgeplaatst uit San Francisco, en gedurende de tijd dat Gerald Swinger zich in het ziekenhuis aan zijn baby stond te vergapen was het dus mijn taak om te zorgen dat ik in de buurt was om toezicht op het onderdeel te houden. Daar ik pas was overgeplaatst, en de mannen en het terrein niet kende, had ik een uitstekend excuus om over het terrein rond te lopen zonder argwaan te wekken. Het meisje van het Pentagon zou me aan de gouden balken kunnen herkennen.
  
  Ik was al lang niet meer in Malibu geweest, en miste dan ook prompt de afslag naar Arbuckle Road. Ik moest aan een van de plaatselijke bewoners de weg vragen. Tenslotte vond ik Arbuckle Road en reed naar het strand.
  
  Het was een privéstrand, en geen kleintje ook, omgeven door hoog prikkeldraad. Toen ik bij de poort aankwam en vaart minderde zag ik verderop een langwerpig, bouwvallig strandhuis. Achter alle ramen brandde licht. De muziek, die waarschijnlijk uit een stereo installatie kwam, werd enigszins gedempt door de zachte, witte mist die van de zeekant was komen opzetten. Ik hoorde nu dat de muziek van Bartok was, dus moest het inderdaad een installatie zijn.
  
  Ik was nu alleen. Hawk en de bazen van de veiligheidsmensen hadden besloten het bewakingspersoneel niet in te lichten. Ze waren ervan uitgegaan dat het uniform met de gouden balken wel voldoende zou zijn, en ik hoopte dat ze gelijk hadden. In ieder geval kon ik me een hoop vragen permitteren zonder veel argwaan te wekken. Ik was immers pas overgeplaatst.
  
  Tot nu toe had ik de pet op een nogal jolige manier op mijn hoofd gezet; nu zette ik hem recht, besloot het spel strikt volgens het boekje te spelen. Ik zette mijn wagen op de kleine geasfalteerde parkeerplaats en liep naar het houten huisje bij de poort. Er zaten drie mannen, een sergeant en twee bewakers. Ze zaten te pokeren en keken op om me eens nauwkeurig te peilen. Kennelijk hadden ze geen hoge omes verwacht en het was duidelijk dat ze mijn komst niet al te zeer op prijs stelden. Ze dachten waarschijnlijk dat ik hun poker zou onderbreken en hadden er zichtbaar de pest in.
  
  Privé-veiligheidsmensen hebben niet de gewoonte te salueren. De twee bewakers stopten met hun spel en keken me aan terwijl ik het huisje binnenwandelde. De sergeant keek op uit een logboek, suggererend dat hij dat in zat te vullen.
  
  Ik stelde me voor als Sampliner. 'Bruce,' voegde ik er zonder te glimlachen aan toe. Ze konden zelf uitmaken of ik een dienstklopper was of een geschikte knaap. Ik vertelde hen het een of andere opgeklopte verhaal en zei dat ik wat bij verdiende. 'Dat heb je tegenwoordig nodig,' zei ik.
  
  Ze beaamden het. Ik nam het logboek van de sergeant en keek naar de laatste aantekening: 23.00 - ronde gedaan - alles in orde. De sergeant hield er kennelijk niet van inkt te verspillen. Ik legde het logboek neer, ontspande me en deed mijn best de indruk te geven dat het me allemaal niet veel kon schelen.
  
  'Wat is dat hier eigenlijk voor een toestand? Ik val in voor Swinger, dus ik wou wel een beetje op de hoogte zijn. Wie is die Rona Matthews trouwens?'
  
  Het waren allemaal oudgedienden - een heleboel bewakers zijn gepensioneerden - en ze waren niet spraakzaam. Eén van de pokerspelers, die een scheerbeurt nodig had, keek me leip aan.
  
  'Neem je ouwe moeder in de maling. Wie weet nu niet wie Rona Matthews is?'
  
  Ik keek hem strak aan, zonder te glimlachen, en de sergeant kwam snel tussenbeide. 'De luitenant heeft geen zin in die praatjes van jullie,' blafte hij hen toe. 'Jullie houden verder je smoel. Ik stel de luitenant wel op de hoogte.'
  
  Ik knikte. 'Graag, sergeant. Laten we maar even naar buiten gaan, hè? Dan kan ik meteen het terrein eens verkennen.'
  
  Hij aarzelde een moment en knikte toen. Hij keek op zijn horloge en vervolgens naar de mannen, die weer in hun poker verdiept waren. 'Jullie beginnen over een kwartier.' De kerel die zich niet had geschoren zei zonder op te kijken: 'Dat weten we, sergeant.' Zijn toon beviel me niet.
  
  De sergeant nam een prikklok uit een kast, sloeg die over zijn schouder en keek me aan. 'Ik zal het grote huis wel even controleren als we buiten zijn, sir.' Hij deed een stap opzij om me voor te laten gaan.
  
  We liepen de mist in, die nu dikker werd en naar zeewier en zoute vis rook. De sergeant liep voor me. We staken de parkeerplaats over en liepen over een smal pad dat even binnen de prikkeldraadomheining lag. We verwijderden ons op die manier van het strandhuis, waar de muziek nu harder leek en de lichten feller, en we waren aan de landkant. Rechts van ons zag ik de koplampen van de auto's die over de weg reden. Ik kon nog nergens de witte pergola bekennen waar ik Pat Killbride zou ontmoeten.
  
  Het pad werd nu breder en ik ging naast de sergeant lopen. Hij was geen prater. Ik zei: 'Wat had dat allemaal te betekenen?' Toen hij aarzelde met een antwoord zei ik: 'Niet dat het me verder iets kan schelen, ik ben geen dienstklopper. Ik doe hier mijn werk, maar ik neem het niet mee naar huis. En ik weet werkelijk niet wie Rona Matthews is!'
  
  De sergeant lachte en zwaaide de straal van zijn zaklamp voor ons uit. Het kon me niet veel schelen dat de mist dikker werd. Het waren nevels, geen solide, dikke mist. Ik zou er niet al te veel last van hebben.
  
  'U moet zich niets van de jongens aantrekken, luitenant. Simp vertelt aan iedereen dat hij haar een keer 's nachts heeft genaaid. Ze was dronken thuisgekomen. Het is al een hele tijd geleden, en hij had alleen dienst bij de poort. Hij zegt dat ze in het huisje was gekomen, hem een slok uit haar fles had aangeboden, en dat hij haar op de tafel heeft geneukt. Ik geloof er geen reet van.'
  
  Ik zei niets. Na wat Preston me over Matthews had verteld leek het me helemaal niet zo onwaarschijnlijk. Maar het was nu niet van belang. Ik lachte. De mist gaf mijn stem een diepe, onheilspellende klank.
  
  'Dat lijkt me ook nogal sterk. Misschien heeft die Simp wat te veel eenzame rondjes gedraaid. Maar ik weet nog steeds niet wie ze is.' Ik wilde de sergeant aan de praat houden, zodat het hem niet zou opvallen hoe druk mijn ogen bezig waren. Ik zag nog steeds geen pergola.
  
  Ik luisterde met één oor naar wat de sergeant me over Rona Matthews vertelde. Zijn versie was ongeveer voor de helft waar, en vergeleken met de informatie die Preston Mohr me had gegeven, maakte het verhaal duidelijk hoe praatjes zich verspreiden en opgeblazen worden.
  
  Er viel me echter één ding op. Hij vermeldde niet één keer de naam van Dion Hermes. Die had zich dus inderdaad op de achtergrond weten te houden. Of misschien hield de sergeant er niet van om over nichten te praten.
  
  We verlieten de duinen en kwamen op een breed grindpad. Wc naderden het grote, oude landhuis dat langzaam uit de mist voor ons opdoemde. Ik kon nog niet veel onderscheiden, maar wat ik zag leek uit een gotisch sprookje te komen. Het huis had drie verdiepingen en een zolder, koekoeken, torentjes, gevelspitsen, kortom, één en al peperkoek. Br waren veel grote veranda's met rieten meubelen.
  
  De sergeant begon een brede trap naar één van de veranda's op te lopen. 'We hebben hier zes sleutels,' legde hij uit. 'De eerste is hier bij de voordeur.'
  
  Ik keek hoe hij de sleutel, die aan een ketting hing, pakte, hem in de prikklok stopte en hem tweemaal omdraaide. De klok maakte een klikkend geluid.
  
  Ik besloot een grappige opmerking te maken. 'Zijn er hier soms ook spoken?'
  
  De sergeant lachte. 'Waarom niet? Rona Matthews kocht dit nadat ze was begonnen films te maken. Het schijnt eens een prachtig gebouw te zijn geweest. Was eigendom van een bankier die in 1929 uit het raam is gesprongen. Nu staat het hier zo ongeveer weg te rotten. We moeten het regelmatig controleren, vanwege het brandgevaar. De leidingen zijn oud en er zitten duizenden ratten. Af en toe snappen we hier strandjutters of jonge paartjes.'
  
  Ik vroeg me af hoe die over de omheining zouden kunnen komen. We waren nu binnen, en liepen door enorme kamers met parketvloeren. De sergeant deed geen lichten aan. 'We hebben de hoofdschakelaars in de kelder uitgedraaid,' verklaarde hij. 'Dat is wat veiliger.' Hij stak een sleutel in het slot van de keuken, die zo groot was als een balzaal en we liepen een paar treden af.
  
  'Ze knippen soms gaten in de omheining,' vervolgde hij. 'Of ze gebruiken dekens om over het prikkeldraad te klimmen. Sommigen komen zwemmend. We hebben hier eens een hele kolonie hasjrokers weg moeten jagen, of u het gelooft of niet. Meestal zijn het jonge paartjes.'
  
  Het was donker in de kelder. Ik volgde de heldere straal van de zaklamp van de sergeant die de boiler en de wasruimte controleerde.
  
  'Dat was het,' zei hij, terwijl hij de klok weer over zijn schouder sloeg. 'Laten we maken dat we hier weg komen. Ik krijg hier altijd de koude rillingen.'
  
  Hij had het niet geroken. Ik wel. De reuk van een kaars die juist uitgemaakt was. Iemand was hier geweest vlak voordat wij waren gekomen. Die iemand was er nog steeds. Ik kon het voelen. We waren nog in de wasruimte. De sergeant was misschien verkouden, of hij had een slecht reukorgaan, maar hij had mijn reactie gemerkt, hoe onderdrukt die ook was geweest.
  
  'Wat is er?'
  
  Ik nam de zaklamp van hem over. 'Ik dacht dat ik iets hoorde.'
  
  Ik had niets gehoord. Alleen had ik het geroken. Ik had geen zin het hem te vertellen, maar moest wel even rondkijken, omdat ik vastbesloten was hier terug te komen. Ik deed het snel, liet de bundel licht door het vertrek schijnen. Er was niets te zien behalve een aantal pijpen en kranen, een paar grote, oude vaten en in een hoek een wasmachine die uit het jaar nul stamde. Ik liet de lichtbundel er zó snel overheen schijnen, dat ik het wél zag, maar de sergeant niet. Een stomp kaars op één van de vaten. Erachter was de muur besmeurd en leek hij een andere structuur te hebben. Die muur kon bewogen worden. Er moest iets achter zijn. Ik gaf de lamp weer aan de sergeant. 'Zal wel één van die katten geweest zijn waar je me over vertelde.'
  
  Ja, waarschijnlijk. Ze zijn groter dan katten, ik zweer het je. Ik zou hier geen kat binnenlaten. Hij zou levend opgevreten worden. O.K., luitenant, laten we uit dit spookhuis vertrekken.'
  
  We gingen via een zijdeur naar buiten en liepen door de duinen in de richting van het strand. De mist was hetzelfde gebleven. Het was tamelijk fris, maar niet echt koud. Ik mompelde tegen de sergeant dat ik hem wel weer in het huisje bij de poort zou zien en begon in mijn eentje verder op onderzoek te gaan. Ik moest hem toch kwijt en kon het net zo goed nu meteen maar doen.
  
  Er waren geen andere veiligheidsmensen te zien. De sergeant had me verteld dat madame Matthews ze zo min mogelijk wilde zien. Zoals alle goede 'bedienden, moesten ze voorhanden zijn als ze nodig waren, en verder niet opvallen. Ik ging op de muziek af en na een paar minuten was ik bij een lage gevelpartij aan de landzijde, waar ik zonder al te veel op te vallen door een raam naar binnen kon kijken. Het licht binnen was gedempt, maar net genoeg om alles nog duidelijk te kunnen zien.
  
  Er waren ongeveer dertig mensen in de grote zitkamer. Ze zaten op banken en stoelen, en op de grond. Een Japanse jongen liep rond met een schaal drankjes en etenswaren, maar het voedsel en de drank kwamen maar weinig aan bod. Iedereen richtte zijn aandacht op de kleine man met de sitar. En de grote man met de fluit. En de kleine, tengere vrouw die gekleed was als de Groene Godin.
  
  Ik weet maar erg weinig over de Inca's. Maar genoeg om te beseffen dat Rona Matthews - ik zou er tenminste op durven wedden dat zij het was - verkleed was als Sacsahuaman, de Groene Godin van de vruchtbaarheid, één van de Zonnemaagden en een leidster van de Uitverkoren Vrouwen.
  
  Ze zat op een rond kussen naast de stereo installatie. Ze droeg een strakke, groene jurk, had blote voeten en haar masker had een haakneus en grote, starende ogen. Haar hoofdtooi leek op een gouden zonnestraal. Onder het masker kon ik een gedeelte van haar kin en haar keel zien, en die zagen er even strak en stevig uit als haar borsten. Ze zou wel een kapitaal aan plastische chirurgie hebben uitgegeven.
  
  De grote man die de fluit bespeelde moest Dion Hermes zijn. Preston Mohr had me al verteld dat hij niet wiebelde, maar toch had ik niet verwacht dat hij zo groot was, en er zo goed uitzag. Dion Hermes, besefte ik, was geen mietje. Ik had het gevoel dat hij wel eens een gevaarlijke tegenstander zou kunnen blijken te zijn.
  
  De lama, Li Tzu, bespeelde de sitar. Het is geen Tibetaans instrument, maar hij beheerste het uitstekend. Hij trok aan de snaren met kleine, bruine handen die er als apepoten uitzagen. Li Tzu leek trouwens helemaal een beetje op een aap met een kaalgeschoren kop. Hij droeg een geel, loshangend gewaad. Ik werk veel met associaties en mijn eerste impressie was dat Li Tzu een mengeling was van Gandhi, Nehru en Maharishi Yogi. Hij deed me niet denken aan Marajarati, mijn oude yogi, maar die was dan ook een yogi, en geen lama. Ik veronderstel dat er wel een verschil moet zijn.
  
  Li Tzu hield zijn ogen gesloten terwijl hij de sitar bespeelde. Ik zag zijn lippen bewegen, maar kon hem natuurlijk niet verstaan.
  
  Ik begon nu aandacht te besteden aan de andere gasten. Sommigen waren in kostuum, maar de meesten niet, hoewel iedereen een masker droeg. Behalve Dion Hermes en Li Tzu, En de kerel die zich tussen de gasten bewoog en folders of pamfletten uitdeelde. Zelfs als hij wel een masker luid gedragen zou hij mij niet om de tuin hebben kunnen leiden. Ik had er al te veel van zijn soort gezien. Spieren! Dommekrachtspieren. Lijfwachtspieren. Keurig gekleed in een smokingjasje dat zó was gesneden dat het schouderholster niet opviel. Met beleefde gebaren en onhoorbare passen bewoog hij zich tussen de gasten, deelde de papieren uit en maakte af en toe een praatje. Hij was goed gebouwd, aan de slanke kant, niet oud en niet jong. Ik durfde te wedden, dat hij niet rookte of dronk of drugs gebruikte. Zijn kick was doden.
  
  Ik sloeg hem gade zoals hij door de kamer bewoog, als een tijger die zijn best doet om er tam uit te zien. In ieder geval was hij niet in dienst van de Agency. Die nemen zijn soort niet in dienst.
  
  Ik zag niets dat op Peter Pan leek. Ik liet mijn ogen opnieuw over de gasten glijden om zekerheid te hebben. Ik ontdekte nog iets. Alle gezichten waren door maskers bedekt, maar de handen, kelen, benen en armen waren zichtbaar. En ze vertelden allemaal hetzelfde verhaal. Het waren allemaal oude mensen. Zieke mensen. En het waren rijke mensen. Steenrijke mensen.
  
  De puzzel begon ergens op te lijken. Het gedeelte dat nu zichtbaar werd was simpel en klassiek. Niets meer of minder dan mystieke oplichterij. Er zouden wel kanten aanzitten die ik nog niet kende, maar hoe je het ook verpakte, het bleef rotzooi.
  
  Hawk had verteld dat de twee zaken, problemen, of hoe je het ook wilde noemen, parallel liepen. Mij scheen het eerder alsof ze met elkaar in tegenstrijd waren. Hawk en ik zaten niet op dezelfde golflengte. Tenzij hij iets voor me achter hield. Soms doet hij dat. Soms heeft die vervelende gewoonte van hem me bijna het leven gekost. Maar de ouwe zal nooit zijn verontschuldigingen aanbieden.
  
  Killbride was snel en ze kon zich onhoorbaar verplaatsen. Niet veel mensen slagen erin zó onmerkbaar achter me te komen als zij nu deed. Ik stond in de schaduw, maar er was voor haar licht genoeg om mijn gouden balken te kunnen zien. Ze stond dertig centimeter achter me, verspreidde een gezonde vrouwelijke lucht en zei: 'Bent u luitenant Sampliner?'
  
  Ik knikte zonder achterom te kijken en bleef de kamer in turen. 'Ja, en bent u Peter Pan?'
  
  We speelden geen spelletje, en wisten dat allebei, maar ik begon haar al aardig te vinden toen ik merkte dat ze moeite had om niet te grinniken.
  
  'Ja, ik ben Peter Pan. U bent laat, luitenant. Ik heb overal naar u gezocht.' Ik keek nog niet om. Ik wilde nog niets missen van wat zich in de kamer afspeelde. Ze stond nu dichter achter me en ademde in mijn oor. Haar adem rook zoet en ze had kennelijk pepermuntjes gegeten.
  
  'Ik ben ergens door opgehouden,' mompelde ik. 'Waarom? Is er al iets schokkends gebeurd?'
  
  'N-nee.' Ze moest nu niet grinniken. Ze klonk zenuwachtig. 'Ik begin bang te worden,' zei ze. 'Ik begrijp het niet. Ik ben nog nooit eerder bang geweest, en het bevalt me niet.'
  
  'Waarvoor ben je bang?' Ik had juist iets ontdekt. Toen ik de eerste keer had geteld, waren er ongeveer dertig mensen in de kamer. Nu telde ik er nog maar tweeëntwintig. Ik zou me wel in één of twee hebben kunnen vergissen, maar onmogelijk in acht.
  
  Misschien was ze bang. Misschien was dat de reden waarom ze plotseling zo dicht tegen me aan stond dat ik een zachte dij en twee stevige borsten tegen me aanvoelde. En een goede, niet al te dure parfum rook.
  
  Haar lippen raakten mijn oor bijna toen ze fluisterde: 'Ik weet niet precies waarom ik bang ben. Alleen, het is allemaal té gemakkelijk gegaan. Mister Phelan heeft me hier als een gast neergeplant, zoiets als een vriend van een vriend. Ik had natuurlijk een kaart. Anders kom je er in geen geval in. Maar ik werd helemaal niet behandeld als een vreemdeling. Ik werd volledig geaccepteerd. Te volledig! Rona Matthews babbelde met me, Dion Hermes babbelde met me, en ik denk dat de oude lama, Li Tzu, op het punt stond een praatje met me te beginnen toen ik wegglipte. En ik ben de enige jonge vrouw hier! Daar maak ik me zorgen over. Ik heb een paar van de andere vrouwen gezien en het waren allemaal ouwe bokken.'
  
  Ik legde een arm om haar middel. Het voelde zacht en toch stevig aan. 'Ik probeer geen babbeltje met je te maken,' stelde ik haar gerust. 'Zaken gaan bij mij altijd vóór.'
  
  Ze zal me wel hebben geloofd, want ze trok zich niet terug. Ik draaide haar in de richting van het raam, zodat ze ook naar binnen keek. 'Vertel maar wat je hebt, Peet.'
  
  Ze grinnikte weer toen ik haar 'Peet' noemde, maar het was een nerveus gegrinnik.
  
  Ik begon te praten. 'De groene godin is Rona Matthews. De fluitspeler is Dion Hermes. Li Tzu is duidelijk, maar wie is die gladaal in dat smokingjasje die die folders of wat het dan ook mogen zijn uitdeelt?'
  
  Hij stond nu stil, en hield het gebeuren in de kamer in de peiling. Ik kon de revolver onder het perfect gesneden smokingjasje bijna zien. Het zou wel een Banker's .38 zijn. Korte loop.
  
  Ze knikte. 'Ja. Over hem maak ik me ook een beetje zorgen. Ik weet niet hoe hij precies heet, maar ze noemen hem Roy.
  
  Dat is alles wat ik weet, behalve dan dat hij me de stuipen op het lijf jaagt. Hij heeft ogen als een dode vis.'
  
  Dat was dus Roy. 'Er blijven mensen verdwijnen,' zei ik. 'Weet je daar iets van? Niemand vertrekt door de poort, en toch verdwijnen ze uit het gezicht. Waarheen in jezusnaam?' Haar antwoord gaf me een schok van verbazing. 'Er is een tunnel van het strandhuis, dit huis dus, die leidt naar een ander, groot huis dat niet in gebruik is. Je moet door een paneel in de biljartkamer. Dion Hermes heeft het me laten zien.'
  
  Roy, de opgedofte lijfwacht, zal waarschijnlijk een goede intuïtie gehad hebben. Hij tuurde door het vertrek naar het raam waardoorheen wij stonden te kijken. Ik wist zeker dat hij ons niet zou kunnen zien, maar het beviel me niet. Toen hij zich plotseling met een snelle, katachtige pas dwars door de kamer naar het raam begon te begeven, nam ik de arm van het meisje en zorgde dat we wegkwamen. In de buurt van de pergola stond een rieten bank met zachte kussens. Ik stak twee sigaretten aan en we gingen op de bank zitten. Ik sloeg mijn arm om haar heen. 'Zo ziet het er natuurlijker uit,' verklaarde ik. 'Voor het geval iemand ons tegenkomt.' Het feit dat ik een lid van de Agency was, en geen gast, zou wel wat moeilijker te verklaren zijn, maar wat zou het ook! Het zou alleen maar betekenen dat ik een snelle versierder was.
  
  Terwijl ik de sigaretten aanstak kon ik haar gezicht wat beter bekijken in het licht van de aansteker. Ze was niet zo jong als ze eruit zag, het Pentagon heeft geen teenagers in dienst, maar ze had één van die Ierse gezichten die lang mooi blijven. Haar ogen stonden wijd uit elkaar, waren donkerblauw, en ze had een brede, vastberaden mond. Ze zag er niet gek uit in het Peter Pan kostuum.
  
  Ze nam mij ook goed op, maar haar gelaatsuitdrukking zei me niets. Ze trok zich niet terug toen ik mijn arm om haar heen had gelegd. Maar ze had gezegd dat ze bang was. Misschien was dat de reden.
  
  Die tunnel is erg interessant,' zei ik. 'Het verklaart waar al die mensen verdwijnen. Maar laten we bij het begin beginnen, vanaf het tijdstip dat je hier bent aangekomen. Bijvoorbeeld wie dit heeft georganiseerd, en hoe. En hou het kort, want ik wil ie binnen tien minuten weer in die kamer hebben.'
  
  Ze was goed. Had een goed waarnemingsvermogen en een goed geheugen. Ze wist de hoofdzaken van de bijzaken te onderscheiden. Na vijf minuten had ze me op de hoogte gebracht van wat ze wist.
  
  Phelan had het allemaal voorbereid. Hij had ervoor gezorgd dat het meisje kwam als vriendin van een vriend van Rona Matthews. Als ex-vrijer had deze haar bij de oude filmster geïntroduceerd. Dat moest ik Phelan nageven. Hij werkte snel.
  
  'Matthews schijnt op het ogenblik op de lesbische toer te zijn,' vertelde ze me op een feitelijke toon. 'Phelan heeft me dat verteld en me de mogelijkheid gelaten de opdracht te weigeren. Het heeft natuurlijk geholpen dat Phelan een oude kennis van Rona Matthews is. Hij heeft me erg uitvoerig ingelicht, en ik geloof dat ik tot nu toe nog geen fouten gemaakt heb. Ik heb de juiste dingen gedaan en de juiste dingen gezegd, en het is aardig gegaan. Voor Matthews ben ik alleen maar een aantrekkelijke jonge vrouw die ze misschien zou kunnen versieren. Als de overige zaken zijn afgedaan. Mijn taak is de vrouw te spelen die zich niet gemakkelijk laat versieren. Tot dusver is me dat goed gelukt.'
  
  Ik wist niet dat Phelan een oude kennis van Matthews was. Misschien was zij vroeger eens op hem gevallen? Hawk zou dat toch geweten moeten hebben, al had hij er niets over gezegd.
  
  'Li Tzu is een aardig oud mannetje,' vervolgde ze. 'Ik heb bijna het idee dat Dion en Rona hem ergens voor gebruiken. In ieder geval willen ze hem iets laten doen in Peru. Het schijnt een plaats te moeten worden waar een klein aantal, geselecteerde mensen zich kan terugtrekken om te mediteren. Ze moeten vijfduizend dollar betalen als een soort inschrijfgeld. En dat om zijn wijsheid te kunnen delen. Maar het lijkt me dat er wel iets meer achter zit.'
  
  Ik glimlachte. Zeker zou er meer achter zitten. De vraag alleen was, wat precies. Maar Peru was genoeg. Nu werd het verband duidelijker.
  
  Ze schoof dichter naar me toe. Het was kil. 'Die Roy, waarvan jij zegt dat hij een lijfwacht is, heeft literatuur lopen uitdelen en cheques in ontvangst genomen. Het feest is kennelijk alleen maar opgezet om de mensen te selecteren, uit te vinden wie werkelijk belangstelling heeft om naar Peru te gaan. Ik heb één van de cheques gezien.'
  
  Dat beviel me niet. Ze hadden het meisje, Peter noemde ik haar in gedachten, alles zonder meer laten zien. Op de eerste avond dat ze er was. Het kon ze kennelijk niets schelen wat ze zag of hoorde. Dat beviel me helemaal niet.
  
  Hoewel ik het eigenlijk al wist, vroeg ik het: 'En als ze die vijfduizend dollar hebben betaald, wat dan?'
  
  'Dan verdwijnen ze naar de biljartkamer. Dion Hermes brengt ze door de tunnel naar het grote huis. Je moet kaarsen gebruiken omdat er geen elektrisch licht is, en dan kom je in de waskamer. Waarom knikje?'
  
  'Een beetje kou in mijn nek. Door die vochtige mist, ga verder.'
  
  'In de waskamer is een ander paneel dat kan verschuiven. Dat brengt je naar een soort zaaltje, zoiets als waar je privé-filmpjes kan vertonen. Begrijp je wat ik bedoel?'
  
  'Ik begrijp het. En heeft Dion Hermes je dat allemaal laten zien?'
  
  'Ja. Het was nog vroeg in de avond. Er was toen nog maar één andere gast aangekomen. Rona Matthews deed erg vriendelijk, maar ze had iets te bespreken met Li Tzu en die Roy, en toen heeft Hermes me min of meer rondgeleid. Ik vertelde je al dat hij een beetje probeerde me te versieren.'
  
  'Dat verbaast me.'
  
  Nu grinnikte ze weer bijna. 'Ik weet het. Maar in het begin gedroeg hij zich normaal genoeg. In de tunnel greep hij me een beetje, maar ik had het idee dat hij opgelucht was, toen ik er niet op inging.'
  
  Ik keek op mijn AXE-horloge aan de binnenkant van mijn pols. De tijd begon te dringen. Ik begon de vragen nu snel op haar af te vuren.
  
  Dion Hermes had de tunnel aan haar gepresenteerd als een soort amusant overblijfsel uit het verleden. De bankier die het huis had laten bouwen dat zou wel dezelfde geweest zijn die in 1929 uit het raam was gesprongen - had het strandhuis met het grote huis verbonden om redenen die alleen hijzelf kende. Waarschijnlijk om stiekem bij zijn vrouw weg te kunnen glippen. En het zaaltje achter de wasruimte zou wel een bioscoop zijn geweest waar hij zijn pornofilmpjes kon draaien. Het begon allemaal wat duidelijker te worden. Er was nog veel onzeker, maar de avond was tenslotte nog maar pas begonnen. De geiten en de schapen waren nu verdeeld - afhankelijk van wie de vijfduizend dollar had betaald - en de maskers waren waarschijnlijk bedoeld om de gasten tegenover elkaar anoniem te houden.
  
  Peter kon zich niet voorstellen waarom al de gasten zo oud waren. Ik had er wel een idee van. Een oude idioot is altijd gekker dan een jonge.
  
  Ik hielp Peter overeind. Ze leunde tegen me aan en ik wist dat ze gekust wilde worden. Ik wilde haar kussen. Ik vond haar aantrekkelijk en ik wilde haar hebben. Ik besloot dat ik later een toenaderingspoging zou doen. Nu dacht ik uitsluitend aan mijn werk.
  
  'Het wordt tijd dat je weer naar binnen gaat,' zei ik. 'Ik denk dat het niet lang meer zal duren voordat er belangrijke dingen gaan gebeuren. Ik wil dat je erbij bent. Ik zal ook in de buurt zijn, dus je hoeft je geen zorgen te maken.'
  
  Ze leunde dicht tegen me aan en gaf me een vluchtige kus op mijn wang. Het was een vochtige, schoolmeisjesachtige kus, en het was een prettig gevoel.
  
  'Op de één of andere manier,' ademde ze, 'ben ik niet bang meer. Je hebt een vreemde uitwerking op me, luitenant Sampliner. Ik veronderstel dat er veel meisjes zijn, die dat al eens gezegd hebben.'
  
  'Dat valt wel mee. Maar het wordt tijd dat je aan de slag gaat, kind. Ze zullen je gemist hebben, en vragen stellen, dus je kunt beter maar vast een paar antwoorden bedenken. Je kunt die smoes proberen, dat je het zo lekker vindt om 's avonds in je eentje over het strand te lopen met de wind in je haren en zo.'
  
  Ik zag haar in de mist verdwijnen, terug naar het strandhuis. Het was een verdomd aardig meisje. Hoe zou ze in 's hemelsnaam in dit soort werk verzeild zijn geraakt? Plotseling vloekte ik in mezelf. Ik had haar nog iets willen vragen, en ik was het vergeten. In een gecompliceerde chaos zoals dit kon je niet aan alles denken. Ik had haar willen vragen over haar eventuele persoonlijke relaties met Bill Phelan. Ik begon zelfs achter haar aan te lopen, om het haar alsnog te vragen, gedeeltelijk tegen mijn zin in, want ik wilde eigenlijk zo snel mogelijk naar de wasruimte, om te zien wat er zich achter het paneel afspeelde.
  
  Ik had gelijk gehad wat Roy betrof. Hij was goed. Ik had geen enkel geluid gehoord, totaal niets, en ik ben goed. Hij moet in de mist hebben staan wachten, staan luisteren en wachten. Hij liet het meisje voorbij lopen naar iemand anders die ongetwijfeld verderop op haar stond te wachten. Roy had het op mij voorzien.
  
  Hij stapte van achter de duinen naar voren, met de Banker in zijn rechterhand. Roy was het zwijgzame, en efficiënte type. Zuinig ook. Hij probeerde lood uit te sparen. Hij dacht dat één schot wel voldoende zou zijn. Uit een soort instinkt dook ik opzij, waardoor ik een kleiner doel werd en de kogel over mijn hartstreek schampte. De gouden ster die daar had gezeten lag nu ergens op de grond. Het had niet veel gescheeld en mijn hart stond een onderdeel van een seconde stil. Ik had geen tijd om mijn Luger of stiletto te gebruiken, en ik dook laag naar hem toe. Zijn tweede schot deed mijn pet op de grond belanden. Het viel me op dat de schoten erg gedempt klonken, waarschijnlijk door de mist. Ik greep hem bij zijn knieën en trok hem tegen de grond. Hij sloeg met de revolver naar mijn hoofd. Dat was een vergissing. Hij had kunnen weten dat ik sterker was. Ik greep zijn pols en had weinig moeite die te breken, terwijl ik mijn knie in zijn onderbuik stootte. Hij gromde en probeerde me te bijten. Ik gaf een kopstoot en hoorde zijn gebit kraken.
  
  Ik wilde hem niet vermoorden. Een dode kan niet praten, en ik wilde hem horen praten. Dus greep ik met mijn linkerhand het smokingjasje beet, sloeg met mijn linkervoet de revolver weg, en trok hem omhoog om hem een rechtse te kunnen geven, die hem voor een korte periode in slaap zou brengen.
  
  Dat was mijn vergissing. Met zijn vrije hand greep hij onder zijn nek en kwam tevoorschijn met een lang, vlijmscherp mes. Hij haalde uit naar mijn ogen, en ik had geen andere keus dan de steek met mijn linkerarm af te weren. Het mes plantte zich ergens tussen de elleboog en de pols. Het deed pijn.
  
  Dat deed de deur dicht. Af en toe kan ik net zo geduldig zijn als een kat voor een muizengaatje, maar dit was niet één van die keren. Ik liet de stiletto in mijn rechterhand schieten, en stootte het wapen zo hard mogelijk in hem, dwars door het patserige smokingjasje, in de hartstreek. Ik draaide de stiletto een halve slag vóór hem terug te trekken, zodat hij sneller zou doodbloeden. Ik had genoeg van die schoft.
  
  Ik deed snel een paar passen naar achteren. Er zat al te veel bloed op het groene uniform, en ik vroeg me af of ze Hawk de rekening van de stomerij zouden laten betalen. Roy zakte op zijn knieën, en keek me met al bijna dode ogen aan. Zelfs nu was zijn strakke gelaatsuitdrukking nauwelijks veranderd.
  
  'Verdomde bastaard!'
  
  Hij viel niet, maar liet zich langzaam voorover glijden, tot hij; met zijn hoofd in het zand lag. Ik trapte het mes opzij, draaide hem om en zag dat hij dood was. Zijn ogen hadden nog evenveel uitdrukking als toen hij nog leefde.
  
  Mijn linkerarm bloedde hevig. Het beviel me helemaal niet, hoewel het nauwelijks pijn deed. Het was een vleeswond. Bloederig, maar onschuldig. Ik stond op het punt mijn uniformjasje uit te trekken om mijn wond met een zakdoek te verbinden, toen ik de voetstappen achter me hoorde.
  
  Ik was voorbereid. Ik hoef me niet te verontschuldigen. Ik ben geen alibi-artiest. Ik had de stiletto in mijn linkerhand, en de Luger in mijn rechter. Tegelijkertijd werkten mijn hersens koortsachtig. Ik probeerde te schatten hoe deze bloederige geschiedenis de hele situatie had veranderd. Misschien was het omdat ik wist dat hij een nicht was. En mijn voorzichtigheid tegenover hem daardoor was verminderd. Dion Hermes stond stil en keek naar mij, toen naar de dode man. Zijn handen waren leeg en op zijn knappe gezicht stond verbazing en afgrijzen te lezen. Walging over zoveel bloed. Hij vond het duidelijk vulgair. Hij kwam een stap dichter naar me toe en keek me recht in mijn gezicht. 'Wie ben jij. Wat gebeurt hier in 's hemelsnaam? Is Roy dood? Heb jij hem vermoord?'
  
  Zijn handen waren leeg, en daar had ik me door laten beetnemen. En zijn vragen leken normaal genoeg, al leken ze misschien wat vlak en onverschillig, gegeven de toestand. Hij had me gevraagd of ik Roy had vermoord. Hij was dus niet iemand die overhaaste conclusies trok.
  
  Ik vertelde hem dat ik hem inderdaad had gedood.
  
  'Hij probeerde me te vermoorden, sir. Sprong opeens vanuit de mist op me af en begon te schieten. Kijk, mijn ster!' Ik speelde nog steeds de man van de Agency, hopend dat ik het aannemelijk zou kunnen maken, waar ik echter niet te veel op rekende. Toch was dat het enige spelletje dat ik in de gegeven omstandigheden kon spelen, dus er zat niets anders op.
  
  Hij staarde naar de dode man. 'Het is Roy. Zei je dat hij probeerde je te vermoorden?'
  
  Hij keek me aan en schudde zijn hoofd. 'Maar waarom. Wat is er dan gebeurd?'
  
  Ik deed een stap terug en keek naar zijn handen. Hij had lange, spichtige vingers, onberispelijk schoon. Even onberispelijk als zijn uitspraak. Ik begon ongeduldig te worden. Ik moest een manier zien te vinden om me uit deze rotzooi te redden zonder de hele boel te verknoeien.
  
  'Er is helemaal niets gebeurd,' gaf ik als antwoord. 'Hij probeerde me te vermoorden en ik moest me wel verdedigen. Dat is alles. Ik denk dat hij niet helemaal goed bij zijn verstand was.'
  
  Hij staarde naar me en schudde langzaam zijn hoofd. 'Nee, absoluut niet. Roy was volkomen normaal. En ik kende Roy. En u ken ik niet. Ik denk, ja, dat weet ik eigenlijk wel zeker, dat we de politie beter kunnen bellen. Ogenblikkelijk.'
  
  Het leek ironisch. Ik wilde geen politie. Hawk wilde geen politie. Phelan wilde geen politie, en ik betwijfelde of Dion Hermes politie wilde. Bovendien was de politie tevoren ingelicht. Ze zouden niet ingrijpen, alleen bij moord of verkrachting. Ik vond de situatie niet grappig. En ik had nog steeds niet besloten wat ik zou doen.
  
  Hij had veel lef. Hij legde zijn hand op mijn arm en zei: 'Ik zal je aan de politie moeten overdragen. Je zult met me meegaan naar het strandhuis. We zullen de politie waarschuwen en deze afschuwelijke zaak laten uitzoeken.'
  
  Nu waren zijn handen niet langer leeg. Zijn rechterhand niet tenminste. Daarin hield hij een vulpen. Of in ieder geval iets dat erop leek. Toen het al te laat was wist ik waar hij het verborgen had gehouden. Achter zijn oor. Hij had tamelijk lang haar, dat in zijn nek krulde, en hij had het minuscule wapen achter zijn oor gedragen.
  
  Hij was een expert. Hij spoot het gas recht in mijn gezicht, in mijn neusgaten in ogen. Mijn spieren werden bijna ogenblikkelijk verlamd en ik had geen kracht meer om de Luger of de stiletto te gebruiken. Het was een zenuwgas. Ik kende het wel ongeveer, en als ik tijd genoeg zou hebben gehad, had ik het zeker precies kunnen identificeren. Het wordt tamelijk veel gebruikt.
  
  Ik had er geen tijd meer voor. Alles werd donker om me heen en ik werd zo stijf als een plank. Ik begon heel diep te vallen en voelde toen helemaal niets meer.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 4
  
  
  
  
  Ik was niet lang bewusteloos. Waarschijnlijk niet langer dan vijf minuten. Toen ik weer bij mijn positieven kwam, realiseerde ik me echter snel dat ik volkomen verlamd was. Ik kon zien, én horen. Ik kon begrijpen wat ik zag en hoorde, maar ik kon geen enkele spier bewegen.
  
  Ik werd aan een touw dat onder mijn oksels was bevestigd over het zand gesleept. Dat moest een onderdeel van de goed uitgewerkte aanval geweest zijn. Dat touw had niet toevallig op het zand gelegen.
  
  De mist was nog tamelijk dik en ik voelde dat de man die me voorttrok haast maakte. Gelukkig wees mijn gezicht naar boven; mijn rug was naar de man toegekeerd. Het touw striemde en ik had het gevoel alsof mijn borstkas uit elkaar getrokken werd. Mijn benen sleepten over het zand en ik verloor een schoen door een stok die onder het zand stak. De man die me sleepte zal wel getranspireerd hebben. Hij hijgde zwaar terwijl hij me een duin op trok. Toen een plotselinge windvlaag door de mist brak rook in een duur parfum. Dion Hermes! Wie anders?
  
  Ik wist nu waar hij me mee had bespoten. Soms hebben die AXE-studieweken wel degelijk zin. Het was een variant -gebruikt in een kleine dosering omdat ik nog leefde - van een van die Duitse gassen. Sarin of Tabun. Mogelijk een combinatie, in een vernieuwde vorm. Wij noemen ze gb en ga. Soms werkt het menselijke brein vreemd, bijna belachelijk. Terwijl ik als een levend lijk naar het oude huis werd gesleept moest ik denken aan een oude professor die ons had onderwezen in de organofosfaten.
  
  'De gang van een elektrische impuls door een zenuw gaat gepaard met een chemische actie van een substantie die we acetylcholine noemen. Na zo'n impuls moet die substantie worden geneutraliseerd alvorens er een nieuwe impuls door de zenuw kan worden geleid. Dit gebeurt door een enzym genaamd cholinesterase. Zenuwgassen schakelen dit enzym uit. De zenuw wordt dan niet vrijgemaakt voor de volgende impuls. Het slachtoffer is versuft en verzwakt, of zelfs verlamd. De dood kan intreden. Dat hangt allemaal af van de gebruikte hoeveelheid ...'
  
  Ik kon me zelfs de naam van de professor herinneren! Irwin. Dr. Irwin.
  
  Dion Hermes hield even stil om op adem te komen. We waren nu halverwege de trap die naar de achteringang van het huis leidde. Hij sleepte me naar de keuken.
  
  Het viel me op dat ik nog helder kon denken. Dat gaf me enige hoop. Zou Hermes precies op de hoogte zijn van de werking van het gas? Zou hij het zelf gemaakt hebben? Dat betwijfelde ik. Iemand zou het hem wel hebben gegeven en hem erbij hebben verteld hoe hij het moest gebruiken. Een kleine dosis van GA of GB is na een paar uur uitgewerkt.
  
  Dion Hermes zuchtte en begon weer aan het touw te trekken om me de laatste treden op de slepen naar de enorme keuken. De keuken was pikdonker. Het moest het soort duisternis zijn waarin een blinde leeft, dacht ik. Hij had een kaars aangestoken, en nu kon ik zijn gezicht zien. Hij baadde in het zweet. Zijn haar zat door de war, en ik zag nu dat hij een toupetje droeg. Het stond scheef. Hij had zijn smokingjasje uitgetrokken en zijn vlinderdasje hing los naar beneden. Ik kon nog steeds geen spier bewegen.
  
  Hij boog zich nu over me heen en tuurde door het oranjegele licht van de kaars naar mijn gezicht. Ik staarde naar het vlammetje zonder te knipperen. Zelfs mijn oogspieren waren verlamd. Dion Hermes zei: 'Ik weet dat je kunt zien en horen. Ik ben volkomen op de hoogte van de werking van het gas.'
  
  Ik hoopte dat hij niet al te nauwkeurig keek. Ik bleef recht m het kaarslicht kijken zonder te knipperen. Maar ik voelde dat ik mijn oogleden weer kon bewegen. Het gas begon dus langzaam zijn werking te verliezen. Maar hoe lang zou het nog duren?
  
  Hij ging rechtop staan en streek over zijn rug. 'Jij bent ongelofelijk zwaar, weet je dat? Het kostte me totaal geen moeite me van Roy te ontdoen. En het meisje, Pat Killbride, is zo licht als een veertje. Een lief dingetje. Jammer dat ze in deze afschuwelijke zaak verzeild is geraakt.'
  
  Hij had Peter Pan! Pat Killbride.
  
  Hij hield de kaars even van mijn ogen weg en ik maakte van de gelegenheid gebruik om met mijn oogleden te knipperen. Ik probeerde mijn rechterpink te bewegen. Onmogelijk. Niets. Het kleine vonkje hoop dat ik had doofde onmiddellijk. Het zou nog uren duren voordat ik me weer behoorlijk kon bewegen. En ik dacht niet dat ik nog zoveel tijd zou hebben.
  
  Dion Hermes pakte het touw weer op. 'Ik hoop niet dat je het vervelend vindt dat ik een beetje babbel terwijl ik mijn werk doe.' Zijn lach klonk onaangenaam, en ik moest denken aan al die ratten in het huis. Hij zag er helemaal niet als een rat uit.
  
  'Nu zal ik je drie trappen op moeten slepen,' zei hij. 'Geloof me, ik zie er echt tegenop. Een rot klusje. Maar ja, we kunnen het in deze kwade wereld nu eenmaal niet altijd hebben als we zouden willen. Deze onplezierige taak is me nu eenmaal toegevallen. Niets aan te doen.'
  
  Hij duwde een deur open en begon me de trap op te sleuren. Het ging tamelijk ruw toe en ik zou normaal gesproken veel pijn gehad moeten hebben. Ik voelde echter nauwelijks iets. Ik probeerde nog steeds uit alle macht mijn linkerpink te bewegen. Het lukte niet.
  
  Hij stopte af en toe om uit te rusten. Intussen bleef hij doorpraten. Zijn techniek was de kaars een paar treden
  
  hoger te zetten, me dan omhoog te slepen, en vervolgens de kaars weer hoger te plaatsen. Het was me opgevallen dat er zware gordijnen voor de ramen hingen. Niemand zou van buitenaf het licht van de kaars kunnen zien.
  
  Plotseling struikelde hij bijna. Dat dacht ik tenminste. In werkelijkheid was ik bijna gestruikeld, figuurlijk althans. Ik besefte net op tijd dat het een truukje was om mijn reactie in het kaarslicht te bekijken. Ik slaagde erin niet te knipperen. Al mijn andere spieren waren nog steeds verlamd. Hij was kennelijk tevreden gesteld en concludeerde dat het gas nog steeds werkte. Hij grinnikte. 'Daar was ik toch bijna uitgegleden. Ik had bijna gevloekt. Hoe ondeugend van me.' Toen hij me de laatste treden opsleepte slaagde ik erin mijn pink te bewegen. Toen we boven waren kon ik hem strekken en ontspannen. Maar dat was dan ook alles. De hand was verder volkomen dood.
  
  Hij stond over me heen gebogen en veegde het zweet op zijn voorhoofd weg met een zakdoek. 'Ik vraag me af wie je bent. Jammer dat je niet kan spreken, maar ik ben bang dat we daar ook niet meer op kunnen wachten. In ieder geval, ik - wij - hebben andere plannen. Maar toch is het zonde zo'n knappe kerel als jij uit de weg te moeten ruimen.' Hij wreef over zijn kin, waar zich al wat vet begon te verzamelen. Hij zou wel in de vijftig zijn. Jonger dan Rona Matthews.
  
  Ik kon nu ook de duim van mijn rechterhand bewegen. Hij was weer begonnen me toe te spreken, al had ik de indruk dat hij zich tevens tot zichzelf richtte. Hij probeerde zich op die manier moed in te spreken.
  
  In de kleine kamer stond een brandende kaars. Er hing een zwaar gordijn voor het enige raam in het vertrek. Peter Pan lag op haar rug in het midden van de kamer. Ze ademde zwak. Haar ogen waren gesloten en ze lag erbij als een amateuristisch gemaakte pop. Eén van haar benen bewoog en ik wist dat ze niet met gas bewerkt was, maar met iets anders. Dion Hermes sleepte me dicht naast het meisje en maakte het touw los. Ik was zó op de grond terechtgekomen dat ik het meisje kon zien.
  
  'Ik zal het touw maar niet hier achterlaten,' zei Hermes. 'Een dodelijk spoor, als het niet zou verbranden tenminste. Met al die dingen moet je rekening houden. Grote goedheid, ik had niet gedacht dat dit soort dingen zo ingewikkeld was.'
  
  Hij praatte nu werkelijk tegen zichzelf, om er zeker van te zijn dat hij niets zou vergeten. Ik merkte dat ik nu ook de wijsvinger van mijn rechterhand enigszins kon bewegen. Mijn ademhaling ging ook makkelijker. Tot nu toe had ik het benauwd gehad, erg benauwd. Hij had me waarschijnlijk bijna teveel gas gegeven, me bijna om zeep geholpen. Ik had me al afgevraagd waarom ze dat niet hadden gedaan. Waarom al dit gedoe met Pat Killbride en mij? Waarom hadden ze ons niet simpelweg vermoord en onze lichamen in de Pacific gegooid? Maar lichamen hebben de onaangename gewoonte wel eens te kunnen gaan drijven. En het getij kan ze wel eens op het strand laten aanspoelen. Kogels en messen laten wonden achter. Er zouden mensen op een idee komen en er zou een onderzoek worden ingesteld.
  
  Dat was allemaal duidelijk. Maar tóch had Roy geprobeerd me te vermoorden met zijn slagersmes. En dat klopte helemaal niet met elkaar. Of zou hij tegen zijn orders in gehandeld hebben? Het leek alsof Dion Hermes mijn gedachten had gelezen.
  
  'Die Roy,' zei Hermes, 'was een barbaar. Een sadistische barbaar. Hij handelde tegen zijn orders in en bracht ons daardoor allemaal in gevaar. En daarmee de hele operatie. Ik ben erg dankbaar dat jij hem hebt vermoord. Het was me een waar genoegen hem ergens te kunnen verbergen waar ze hem lange tijd niet zullen vinden. Ik heb altijd al een hekel gehad aan die Roy.'
  
  Ik zou me levendig kunnen voorstellen dat Roy, wat hij dan ook voor een type geweest was, altijd een hekel had gehad aan Dion Hermes.
  
  De oogleden van het meisje bewogen. Ze begon kennelijk enigszins bij te komen. Ik hoopte vurig dat het niet zou gebeuren. Als mijn zweetklieren zouden hebben gewerkt, had ik gezweet als een rund. Ik voelde, wist dat dit een zeer onaangename gebeurtenis beloofde te worden. Zelfs iemand als Dion Hermes, die ik zo langzamerhand wel herkend had als een ernstige psychopaat, moest zichzelf er kennelijk met moeite toe zetten bepaalde dingen te doen. Hij aarzelde. Ik kon nu mijn rechtervoet bewegen.
  
  Hij mompelde in zichzelf. 'Hmmm, eens even kijken. Ik heb de ster? Ja. En die snee in het uniformjasje zal zeker niet opvallen. Maar zouden ze poederresten op het jasje kunnen vinden? Hmmm, ik weet gewoon niet genoeg van die dingen af!' Hij begon nu griezelig precies te worden. Speelde de ongeruste perfectionist.
  
  'Ik kan maar beter geen risico nemen,' zei hij. Hij rukte het jasje van me af en liep ermee naar een kast. Toen hij de deur opende zag ik dat daarbinnen nog een kaars stond. Op een kist te midden van een stapel vodden en kranten, onder een lange rij kleren, aan een metalen rail. De kleren hadden daar waarschijnlijk al jaren gehangen. Ze zouden waarschijnlijk het risico niet genomen hebben, ze op het allerlaatste moment neer te hangen. Iemand had dit huis kortgeleden grondig onderzocht, en was met een waterdicht plan gekomen.
  
  Ik probeerde de vingers van mijn linkerhand te bewegen. Het lukte bijna, nog niet helemaal. Ik ademde nu een stuk makkelijker, op die manier zou ik sneller doodgaan. Dat hadden ze tevoren zo geregeld. Ze hadden me precies zoveel gas gegeven dat mijn longen niet volkomen verlamd zouden zijn. Ik zou moeten sterven aan dodelijke dampen, evenals het meisje. Bij een brand sterven mensen meestal niet aan brandwonden, maar aan de giftige gassen die met de brand gepaard gaan. Dat wisten ze dus ook. De brandweermensen zouden dat weten, en de politie. En Hawk waarschijnlijk ook wel. Ik vroeg me af of de oude man erin zou tuinen. Ik dacht van niet. Hij zou me wel wreken. Vroeger of later.
  
  Het meisje opende haar ogen en keek me aan. Ze herkende me niet. Ze was nog zwaar verdoofd. Haar ogen leken op glazen knikkers en ze was totaal verdwaasd. Haar lange benen bewogen weer. Ik lag in een zodanige positie, dat ik haar recht in de ogen kon kijken. En één moment meende ik een flits van herkenning bij haar te bespeuren. Het lukte haar niet. Ze sloot haar ogen.
  
  Dion Hermes aarzelde nog steeds. Hij had nog steeds moeite om met de geplande werkzaamheden te beginnen. Ik zag hem op zijn horloge kijken. 'Grote goden! Er is eenvoudig geen tijd meer. We moeten er nu werkelijk maar mee beginnen.'
  
  Ik herkende de situatie in de kast als een oude truuk met een paar verfijningen. Er kwam geen metaal bij te pas. De kaars was van een speciaal merk, dat extra langzaam brandde. Hij stond op een houten kist. De kist zou gaan branden. De kaars, althans wat er nog van over was, zou in de vuurzee verder opbranden. Zelfs als er nog iets van over zou blijven zou je nauwkeurig moeten zoeken om het te vinden. Je zou er speciaal naar moeten zoeken. En zij rekenden erop dat de experts er niet naar zouden zoeken. Waarom?
  
  Ik zag nu dat de kaars door een gat in de houten kist was gestoken. Naast de kaars zat in de ronde opening een gewone poederontsteking die naar de stapel vodden en papieren onder de rij kleren leidde. Ik begon mijn. reukvermogen nu enigszins terug te krijgen, maar ik rook niets dat op benzine of petroleum leek. Er stonden geen vaten. Er zouden geen verdachte luchtjes achterblijven, behalve dan de lucht van verbrande wollen kleding. Ik begon steeds meer te beseffen dat dit al lang tevoren tot in alle details was uitgedacht.
  
  Die kleren waren oud. Ze zouden langzaam opbranden en voor een behoorlijke rookontwikkeling zorgen. Ze rekenden erop dat we door verstikking om het leven zouden komen. Ze zouden gelijk krijgen, tenzij ik nog iets kon ondernemen. Dion Hermes trof de laatste voorbereidingen voor de brand.
  
  Hij haalde iets uit zijn zak en sprenkelde een poeder bij het uiteinde van de ontstekingsdraad. Net genoeg om de vodden en het papier vlam te laten vatten. Daarna zouden' de kleren gaan branden. En dit oude huis was kurkdroog. De sergeant had me al verteld dat het als zeer brandgevaarlijk bekend stond.
  
  Hij kwam uit de kast tevoorschijn, praatte nog steeds tegen zichzelf, en staarde me aan. Ik had er nog niet op gelet wat zijn ogen voor kleur hadden, maar in het gedempte licht leken ze fletsbruin. Hij glimlachte naar me. 'Ik weet dat je me kunt horen, Carter, en dat je begrepen hebt wat er met jou en het meisje gaat gebeuren.'
  
  Carter! Hij kende dus mijn naam.
  
  Even keek hij misnoegd, alsof hij een vergissing had gemaakt. Toen haalde hij zijn schouders op. 'Dat maakt nu niets meer uit. Niemand zal het ooit weten. Je moet me geloven,' vervolgde hij, 'als ik je vertel dat ik dit uiterst vervelend en smakeloos vind. Uiterst smakeloos!' Hij haalde weer zijn schouders op. 'Maar het moet nu eenmaal gedaan worden. Het is allemaal onderdeel van het plan. En dat moet tot op de letter nauwkeurig worden uitgevoerd.'
  
  Hij zweeg nu, en haalde uit zijn gordel een lang mes tevoorschijn. Het leek erg op het mes dat Roy tegen me had gebruikt. Het glom in het licht van de kaarsen.'Ik hou hier helemaal niet van,' mompelde hij. 'Ik heb dit soort geweld altijd verafschuwd.'
  
  Hij loog. Hij genoot ervan. Hij dramatiseerde het door een rol voor me te spelen. Een vertoning voor een éénkoppig publiek. Dat was het moment waarop ik hem begon te haten. Haat is taboe ik mijn beroep. Het ondermijnt je kille objectiviteit, je weloverwogen oordeel. Ik probeerde mijn lichaam te dwingen overeind te komen en hem te vermoorden. Ik gebruikte al mijn wilskracht, maar slaagde er niet in me te bewegen. Ik kon geen enkele belangrijke spier in beweging krijgen. Ik was zo goed als dood. Evenals het meisje. Ik wist het, moest het toegeven.
  
  Hij werkte snel. Hij wilde het kennelijk zo vlug mogelijk achter de rug hebben. 'Er moet bloed zijn,' verklaarde hij. 'Op de juiste plaatsen, op jullie alle twee, voor het geval jullie worden gevonden voordat jullie lichamen door het vuur zijn vernietigd. En natuurlijk moeten jullie in een zekere ... compromitterende houding worden gevonden. Een prachtig plan, maar wel akelig. Het staat me tegen. Maar het moet gebeuren.'
  
  Hij was me nu helemaal vergeten en praatte uitsluitend tegen zichzelf. Hij stapte over me heen en legde het mes op de grond, naast de benen van het meisje. Ik keek toe zonder te knipperen en verbaasde me erover dat de mateloze woede die in me opwelde, mijn lichaam niet actief maakte en me niet de kracht gaf hem te vermoorden.
  
  Hij greep haar pak, trok haar broek uit. Ze mompelde iets. Pat Killbride droeg een strak slipje. Hij trok het naar beneden, zodat haar onderlichaam geheel naakt was. Hij rukte nu het jasje van haar kostuum open. Hij stak zijn hand achter haar beha en rukte die van haar af. Er werden twee volle melkwitte borsten zichtbaar in het zachtgele licht van de kaarsen.
  
  'We moeten het eruit laten zien als een verkrachting,' zei Dion Hermes. 'Jij verkrachtte haar op beestachtige wijze, en toen ze zich verweerde verloor je volkomen je verstand.' Ik was misselijk en kon niet kotsen. Mijn hele lichaam kwam tegen deze vertoning in opstand. Ik wilde schreeuwen, vloeken, opspringen. Het was allemaal niet mogelijk. Ik had nu gevoel gekregen in mijn schouderspieren, maar ik kon me nog steeds niet verplaatsen. Alles wat ik kon doen was toekijken.
  
  Dion Hermes greep haar benen en trok ze wijd uit elkaar. Hij liet ze vallen en draaide zich naar mij. Hij sleepte me over haar heen.
  
  'Je moet boven op haar gevonden worden,' mompelde hij in mijn oor. Ik kon zijn parfum ruiken en zijn ademhaling voelen. 'Zij moet bloeden. Op de juiste plaatsen.' Hij trok mijn lippen van elkaar en dwong me iets in te slikken.
  
  'Daar,' zei hij. 'Dat zal de juiste chemische reacties veroorzaken. Als ze je vinden, zullen al je cellen trillen van de seksuele geldingsdrang.' Hij grinnikte. 'Zulke hulpmiddelen zul je normaliter wel niet nodig gehad hebben.'
  
  Ik kon nu niet zien wat hij precies uitvoerde. Mijn gezicht was in de gleuf tussen haar borsten verborgen. Ik hoorde dat ze hijgde. Ze was echter nog niet bij bewustzijn. Ze zou net als ik sterven in de giftige gassen. Ik zou haar zo onstuimig hebben verkracht dat ik de omgevallen kaars en het begin van de brand helemaal niet had opgemerkt. We waren gestikt vóór we iets konden ondernemen.
  
  Bij een uitgebreid onderzoek zouden ze misschien achter de ware toedracht kunnen komen. Maar zouden ze het wel zc uitgebreid onderzoeken? Ik was bang van niet. Het zou eerder onder de tafel geveegd worden. Mijn naam, en daarmee die van AXE, zou voor altijd zijn besmeurd. Ik, een professionele moordenaar, die tenslotte idioot was geworden en de' stomste van alle misdrijven had gepleegd. Voor altijd gebrandmerkt als een met bloed bevlekte seksuele maniak. Hawk zou het niet geloven. Maar Hawk zou zich lang gedekt moeten houden. Het Pentagon zou het hem nooit vergeven.
  
  Ik hoorde hem een lucifer aanstrijken en hem bij de kaars in de kast houden. De val was gereed. Hij mompelde in zichzelf. 'Hmmm, dat zou twee uur moeten branden voordat de lont wordt ontstoken. Genoeg tijd om het vliegveld te bereiken. Alles moet er zo normaal mogelijk uitzien. En dat zal het ook. Het toestel vertrekt om vier uur. Precies goed. De brand zal uitbreken op het moment dat wij wegvliegen.' Pat Killbride bewoog onder me. Het was een fractie van een beweging, daarna verloor ze weer onmiddellijk het bewustzijn. Ik wist dat ik van haar geen hulp te verwachten had. Zij had een bijna dodelijke hoeveelheid van het één of ander middel toegediend gekregen. Ik vroeg me af welk middel het zou zijn. Het zou wel iets zijn dat achteraf moeilijk te constateren was, als iemand al de moeite zou nemen ernaar te zoeken. In ieder geval hadden ze met de mogelijkheid rekening gehouden. Precies als met het zenuwgas en de pil die Hermes me gegeven had. Het zou geen enkel spoor nalaten.
  
  Ik lag op het meisje en ik voelde de vlam van de haat in me aanwakkeren. Ik haatte mezelf bijna nog meer. Ik was hiervoor verantwoordelijk. Ik had gefaald, miserabel gefaald. Ik had me te pakken laten nemen als een groentje die pas van de training komt en nog nat achter zijn oren is.
  
  Hij stond over ons heen gebogen. Ik bewoog mijn linkerooglid een beetje en zag zijn glimmende zwarte schoenen, de glimmende streep in zijn smokingbroek. De schoenen waren versierd met kleine boogjes.
  
  Toen was hij plotseling verdwenen. Ik hoorde zijn voetstappen toen hij de trap afdaalde. Ik hoorde beneden een deur open gaan en weer sluiten. Stilte. De kaars in de kast brandde regelmatig. Het vlammetje flikkerde bijna niet.
  
  Ik probeerde op mijn AXE-horloge te kijken. Het lukte niet. Ik kon mijn hoofd nog steeds niet draaien, laat staan optillen. Pat Killbride lag bewegingloos onder me. Ze ademde regelmatig. Ik begon pogingen te doen me te bewegen. Mijn vingers begonnen te tintelen en ik kon nu ook al mijn tenen bewegen. Het was niet genoeg. Lang niet genoeg. Ik bleef doorgaan. Tenslotte kon ik mijn hoofd twee centimeter oprichten. Twee centimeter. Niet meer.
  
  Twee verdiepingen lager hoorde ik een deur dichtslaan. De bewaker! Ik probeerde te roepen. Opende mijn mond om te schreeuwen. Niets! Ik kon nog steeds geen geluid voortbrengen. Mijn hart voelde opgezwollen aan. Ik luisterde naar de voetstappen die de keuken ingingen. Het was niet de sergeant. Daarvoor bewogen ze te langzaam. Het was meer een geschuifel. Misschien één van de oudere mannen.
  
  Ik hoorde een andere deur opengaan en weer dichtgaan. De man ging nu naar beneden om de kelder te controleren. Daarna zou hij boven moeten komen om de laatste sleutel te halen, aan het einde van de gang aan de voorkant; de zesde sleutel in het huis. Vlakbij een ladder die naar de zolder voerde!
  
  Hij zou de kaarsen wel moeten zien. Hij zou ons vinden en we zouden gered zijn. Natuurlijk was onze opdracht mislukt, en zou Hawk helemaal opnieuw moeten beginnen, maar daar was niets meer aan te veranderen. We zouden Dion Hermes en zijn gezelschap op het vliegveld kunnen grijpen en hem op zijn minst kunnen beschuldigen van poging tot moord. Misschien zou hij doorslaan over de zender in Peru. Misschien ook niet, maar Pat Killbride en ik zouden tenminste nog leven. En ik zou nog een kans hebben.
  
  De deur in de keuken die toegang gaf tot de kelder sloeg dicht. De voetstappen kwamen terug, naar de brede trap die omhoog ging. Hij moest de laatste sleutel nog langs, de sleutel die ons zou redden. Dion Hermes had de deur niet gesloten; misschien had hij het een beetje willen laten tochten. Het kaarslicht zou vaag te zien moeten zijn op de oude parketvloer. De bewaker moest het zien! Mijn hersens liepen alweer op de gebeurtenissen vooruit. Ze zouden dit geval wel uiterst voorzichtig behandelen, AXE vermijdt zoveel mogelijk alle publiciteit. Het Pentagon zou er ook wel niet gelukkig mee zijn, zeker niet nu één van hun agenten gewond was én ze een zaak hadden verprutst. Als mijn spieren ertoe in staat waren geweest had ik waarschijnlijk gegrinnikt. Hawk zou het er wel weer op aansturen dat het Pentagon met de Zwarte Piet zou blijven zitten. We hebben tenslotte genoeg smerige zaakjes voor hen opgeknapt.
  
  De voordeur werd dichtgeslagen. Stilte. Ik kon het niet geloven. Hij kwam niet naar boven. Hij had besloten de laatste sleutel maar over te slaan. Hij was al oud. Zijn voeten zouden wel pijn doen en hij had natuurlijk moeite met ademhalen. Waarom zou hij dan nog eens twee trappen opklimmen voor niets?
  
  Ik probeerde te vloeken en merkte dat mijn keelspieren iets losser waren geworden. Ik kon nu een geluid voortbrengen dat leek op de doodskreet van een aap die werd gewurgd. Ik stond er opnieuw alleen voor. De kaars brandde regelmatig lager.
  
  Het meisje opende haar ogen. Ze keek me aan maar er stond niets in haar ogen te lezen. Na een paar seconden verloor ze het bewustzijn weer. Ik voelde dat ik het bewustzijn ook ging verliezen. Net toen ik me iets anders herinnerde dat de professor ons ook had verteld: elke spanning ondergaan onder invloed van GA of GB wordt onmiddellijk gevolgd door een komma. Dat herinnerde ik me nu. Even voordat ik me voelde wegglijden.
  
  Toen ik weer bij bewustzijn kwam zag ik dat het vlammetje van de kaars zich bij de ontsteking bevond. Ik had nog maar een paar minuten, niet meer. Dan zou de brand uitbreken. Ik zou mijn adem zou lang mogelijk inhouden totdat ik de giftige dampen zou inademen en zou sterven. Het meisje, dat onder me lag en, gelukkig voor haar, nog steeds bewusteloos was, zou eveneens sterven. Het vuur, dat bovenin het huis zou uitbreken, zou, zoals was voorzien, spoedig opgemerkt worden. Ze zouden vroeg genoeg hier zijn om onze slechts gedeeltelijk verkoolde lichamen te vinden in de houding waarin we nu lagen. Op die manier zou het verhaal zich verspreiden. Het zou zo goed en zo kwaad als het ging in de doofpot worden gestopt om de reputatie van de geheime diensten, die erbij waren betrokken te redden. Ze zouden de waarheid nooit ontdekken.
  
  Terwijl ik in coma lag moeten mijn spieren zich gedeeltelijk hebben hersteld. Ik gaf alles wat ik had en slaagde erin van het meisje af te rollen. Ik rolde naar de deur. Ik durfde niet het risico te nemen naar de kast te rollen om de lont te doven. Ik kon mijn armen en benen nog niet gebruiken. Ik kon nog niet opstaan. Ik kon alleen maar om mijn as rollen. Ik zou de lont, die in de kaars was gesmolten nooit los kunnen maken. Het enige wat ik zou doen was het vat omgooien en de boel nog sneller in de fik steken. Maar ... ik zou kunnen proberen tegen de houten kist te stoten zodat ik dekaars eraf zou laten vallen. En dan maar hopen dat hij uit zou gaan voordat hij de grond raakte. Hopen ...
  
  Ik verspilde een paar seconden door erover te denken. Tenslotte besloot ik me naar de deur te rollen. Het was een dikke, stevige kaars en de kans dat hij niet uit zou gaan was te groot. Ik kon mijn hoofd ver genoeg draaien om naar de kaars te kijken. Het zou nu niet lang meer duren voordat de vlam de lont zou ontsteken. Ik slaagde erin me weer een slag om te rollen. Ik was nu halverwege de deur. Ik bleef moeizaam doorrollen.
  
  Ik schatte dat de bewaker omstreeks deze tijd weer een ronde zou maken. Tenzij hij al geweest was, en opnieuw de derde verdieping niet had gecontroleerd. Ik hoopte dat ook het meisje nog een kans zou hebben, zelfs als de brand al was uitgebroken. Ze lag op een paar meter afstand van de kast en misschien zouden de kleren in het begin niet al te hevig branden. En de dampen zouden om te beginnen omhooggaan. Ze lag op de grond en was bewusteloos. Ze zou dus niet van angst gaan hijgen en daardoor meer zuurstof gebruiken. Er was nog een kans als ik op tijd beneden zou kunnen komen! Terwijl ik verder rolde probeerde ik te schreeuwen. Het was niet meer het geluid van een aap die wordt gewurgd, maar veel stelde het niet voor. Ughh ... guh ... ugghhhaaa ...
  
  Ik was nu in de gang. Ik rolde naar de trap en liet me naar beneden vallen. Ik voelde een beetje pijn en daar was ik blij om. Het betekende dat het gas uitgewerkt begon te raken. Al zou het nog wel even duren voordat ik weer de controle over al mijn spieren terug had. Met een dreun landde ik op de eerste overloop. Ik rolde naar de volgende trap. Ik verspilde een waardevolle seconde door vergeefs te proberen me op mijn armen op te richten.
  
  Ik liet me weer naar beneden rollen. Er lekte bloed uit mijn mond. Met een dreun belandde ik op de volgende overloop. Ik liet me naar de laatste trap rollen. De laatste trap, die naar de voordeur leidde, was echter gladder dan ik gedacht had, en ik gleed met zo'n enorme vaart naar beneden dat ik een ogenblik bang was mijn nek te breken.
  
  Op dat moment rook ik de brandlucht. Het was begonnen. En ik hoorde haar schreeuwen. Eén keer maar. Het was eigenlijk geen luide schreeuw. Het was net luid genoeg om het te horen, een zwakke, ontredderde kreet. Ze was kennelijk zover bij bewustzijn gekomen dat ze begreep wat er met haar gebeurde. Ik belandde met mijn hoofd tegen de parketvloer en was ongeveer een minuut bewusteloos.
  
  Iemand knielde naast me. Ik zei: 'Meii ...sjjje ...boooo-o ...bbbb ... ooooo ...ven!'
  
  Ik kon zijn gezicht in het zwakke licht onderscheiden. Het was de oude man, Simp, die had beweerd Rona Matthews te hebben genaaid. Hij keek naar me, liet het felle licht van zijn zaklamp in mijn gezicht schijnen, en ik begreep dat het niet tot hem doordrong. En ik kon nog steeds niet normaal praten.
  
  Ik maakte een zwakke beweging met mijn hand. Probeerde naar boven te wijzen. 'Meeee ...ee ...meisjjjjj ...booooo-...booven ...vuuu ...brrrrr ...branddd.'
  
  Hij was al oud en waarschijnlijk niet erg dapper. Hij had mijn boodschap nu begrepen en begon met een zakdoek voor zijn mond de trap op te lopen. Halverwege begon hij al hevig te kuchen. Ik rolde mezelf verder naar de open deur. Ik merkte dat ik op handen en knieën kon kruipen en verliet op die manier de veranda via de trap naar beneden. Ik kroop naar de omheining aan de landkant van het terrein van Rona Matthews. Ik herinnerde me nu de lichten die ik had gezien op de snelweg. Als ik over de omheining zou kunnen klimmen en de snelweg kon bereiken, was er nog een kans dat ik me uit deze rotzooi kon redden zonder AXE en Hawk in diskrediet te brengen. En als het me zou lukken, had ik ook nog iets in Peru te regelen.
  
  Ik weet niet meer hoe, maar het lukte me. Met bebloede handen en knieën bereikte ik een telefooncel langs de snelweg. Ik vond goddank een muntstuk in mijn broekzak en slaagde er na drie keer proberen in het in de gleuf te laten vallen. Ik draaide het nummer voor noodgevallen. Er werd onmiddellijk opgenomen. Het was een meisje.
  
  Ik had nog steeds moeite met spreken en gaf mijn boodschap langzaam en met mijn mond vlak tegen de hoorn door. 'N3 ... N3 ... aan Zwarte Vogel. Ernstige ontsnapping. Plan Gamma.'
  
  Ze had het razendsnel opgenomen. Ik telde. Na precies tien seconden kreeg ik Hawk aan de lijn. Ik stelde hem met een paar woorden op de hoogte. Hij luisterde, gaf me een order en hing op. Hij was onderweg.
  
  
  
  Er zijn momenten geweest dat ik Hawk heb verfoeid en vervloekt, hem een slechtgehumeurde oude zuurpruim heb genoemd, en nog wel ergere dingen. Maar één ding moet ik hem nageven: als je hem nodig hebt, is hij er ook. Hij heeft voor alle mogelijke situaties een plan. En dat plan werkt. Altijd.
  
  Een uur na het telefoongesprek zaten we in het vliegtuig op weg naar Mexico City. Pas nadat ik mijn veiligheidsgordel had vastgemaakt vertelde hij me dat Pat Killbride dood was.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 5
  
  
  
  
  Wachten op Hawk kan soms even frustrerend zijn als wachten op Godot.
  
  Dit was zo'n moment. Ik zat in de bar van Hotel Bolivia, het beste hotel in Lima. En het duurste. Als de opdracht niveau heeft, heeft de accommodatie voor de AXE-agenten dat ook. Ik zat achter mijn negende Scotch en de barkeeper kon natuurlijk niet weten dat ik alcohol tamelijk goed verdraag. Hij begon me al aan te kijken met een blik die ongeveer wilde zeggen: 'Dit is de laatste die je krijgt.'
  
  Het was bijna op de klok af vierentwintig uur geleden dat Dion Hermes me met behulp van het zenuwgas had uitgeschakeld. Ik maak geen grapjes als ik zeg dat het de vreemdste vierentwintig uur van mijn leven zijn geweest.
  
  Ik wist wat ik deed. Waarom ik erg veel dronk en niet dronken werd. Ik probeerde niet te denken aan de manier waarop Dion Hermes Peter Pan om zeep had geholpen. Pat Killbride was dood. En haar einde zou wel niet aangenaam geweest zijn. Ik probeerde niet te denken aan de vluchtige kus die ze me had gegeven voordat ze haar dood tegemoet gelopen was. Ik probeerde mezelf geen verwijten te maken. De barkeeper wilde me geen tiende Scotch inschenken. Ik keek hem strak aan, waarop hij zich bedacht. Op dat moment kwam Hawk binnen, gekleed in een lichte overjas, zeer geschikt tegen de herfstkou in een mistig land. Maar het was ongeveer vijftig graden buiten, op de Avenida Abancay. Hawk zag er goed uit. Bijna opgewekt. Ik zag eruit als een wrak. Ik had dubbele wallen onder mijn ogen en het kon me niet schelen. Absoluut niets. Ik kon maar aan één ding denken: Dion Hennes vinden en hem doden.
  
  Ilawk ging op een stoel naast de mijne zitten en begon in zijn handen te blazen. 'Het lijkt hier wel januari in plaats van juni!'
  
  Ik keek hem wrang aan. Soms kan de ouwe erg vermoeiend zijn. Vooral als hij zijn gebruikelijke zure gezicht laat varen en doet alsof hij een frisse, lenteachtige kijk op de dingen heeft gekregen. Ik zei niets. Hij keek naar mijn glas. 'Je hoeveelste?'
  
  'Mijn tiende. En wat dan nog? Ik kan er nog tien nemen en het doet me niets. Dat weten we allebei dus waarom zouden we er woorden aan vuil maken?'
  
  Hij probeerde te glimlachen, probeerde zijn glimmende, witte kunstgebit te laten vechten tegen mijn pikzwarte humeur. Ten slotte gaf hij het op en de glimlach verdween van zijn gezicht alsof iemand de stekker uit het stopcontact had getrokken. Ik wist wat hem dwars zat. Hij wist dat de dood van Pat Killbride mij dwars zat en dat beviel hem niet. Het beviel hem niet dat ik me voor de verandering eens als een normaal menselijk wezen gedroeg, met echte emoties, in plaats van als Killmaster. Een pion wordt niet verondersteld tegen te stribbelen als hij over het bord heen en weer wordt geschoven.
  
  Hij zei: 'Laat maar zitten, jongen. Het kan me niet schelen hoeveel je drinkt. Ik weet wel dat je het aan kunt.'
  
  Hij tikte op zijn aktetas. 'De werkelijke reden dat je ermee op moet houden zit hierin. Ik heb de papieren juist gekregen. Je bent vanaf nu een lid van het Vredeskorps, een vertegenwoordiger voor de ontwikkelingshulp, en je vertrekt morgenochtend naar Cuzco. Er is daar een agrarische coöperatie en tenslotte is dat het gebied waarin we zijn geïnteresseerd.'
  
  Hawk sprak op fluistertoon. Hoewel er meters ver in de om trek niemand rond ons was te bekennen. Ik hoopte maar dat er geen afluisterapparatuur in zijn whisky was verborgen. 'Ze zorgen voor een jeep,' vervolgde hij. 'Je moet zelf rijden. Dat is daar de gewoonte. Je bent er nieuw en je maakt je eerste inspectietocht. Heb je verstand van konijnen en kippen?'
  
  Ik trok een vies gezicht. Hawk grinnikte en stond op. 'Kom mee, jongen. Talbot en Bennett zullen nu wel zijn aangekomen. Ze zijn hier permanent gestationeerd en ze zullen met je samenwerken, tot op zekere hoogte.'
  
  Ik zei niets totdat we in de lift stonden. Er was geen liftjongen. We konden dus praten. 'Ik vind het best,' zei ik, 'wat de zender aangaat. Maar Dion Hermes is voor mij. Ik wil niet dat daar onduidelijkheid over bestaat.'
  
  Hij zag er nu niet meer opgewekt uit. Zijn gezicht was één en al rimpel, en zijn ogen vernauwden zich. Hij zei alleen maar: 'Daar zullen we het nog wel over hebben voordat je vertrekt.'
  
  Talbot en Bennett had ik nooit eerder ontmoet. Ze zagen er uit als typische AXE-mensen, niet zo welgemanierd als die van het Pentagon, maar lichamelijk sterker en ruiger. Dierlijker bijna. Een deel van Hawks succes is zijn vermogen de juiste mensen aan te trekken.
  
  De suite van Hawk bood uitzicht op het Plaza San Martin. Ik liep naar een raam en keek naar de neonlichten van de Banco Comercial en de kantoren van de BOAC. Hawk praatte met Bennett en Talbot en ik hoorde het geritsel van dossiers.
  
  'Die coöperatie is in de buurt van Machu Picchu,' zei Hawk. 'Nick zal er eerst heen gaan, om zijn alibi te verzorgen. Daarna gaat hij terug in zuidoostelijke richting naar Calca. Alleen. Jullie houden je gedekt en volgen hem. De bijzonderheden moeten jullie met zijn drieën maar onderling regelen. Nick heeft het bevel en jullie hebben zijn orders strikt op te volgen. Begrepen?'
  
  De beide mannen knikten, en Hawk schakelde het televisietoestel in. De uitzending van de Chinezen kwam uitstekend door, helder en scherp. Dat zou kunnen kloppen. Als Hawk gelijk had, bevond de zender zich op ongeveer zeshonderd kilometer afstand van Lima. De regering van Peru deed op dit moment niets. Ze hadden hun patrouilles gestaakt en hielden zich gedeisd totdat eventueel hun hulp zou worden ingeroepen. Washington had kennelijk nogal behoorlijke druk uitgeoefend, en ze schenen de zaak helemaal aan ons over te laten. Ons betekende Hawk en ik. Wat in feite betekende: Nick Carter.
  
  Het Chinese duivelsmasker sprak weer. Het was dezelfde stem, van de vrouw die door middel van de stemafdruk was geïdentificeerd als Rona Matthews. Perfect, met overal de juist intonatie las hij het uitstekend geschreven script. Elk woord was zorgvuldig gekozen en paste uitstekend in de context. Op dat moment kreeg ik een idee. Onbewust had ik er waarschijnlijk al mee gespeeld. Uitnemend is niet een woord dat ik dagelijks gebruik, of denk.
  
  Preston Mohr had gezegd dat Dion Hermes een goed schrijver was. Dat beaamde ik nu. Ik was er zeker van dat hij de teksten had geschreven. Hij was een uitnemend persoon. Een uitnemende homo, een uitnemende moordenaar. Waarom dan ook niet een uitnemend schrijver?
  
  De stem van Rona Matthews vulde de kamer, terwijl het masker vanuit steeds wisselende standpunten werd gefilmd. 'En nu zullen we u een film laten zien, een documentaire, die u toont hoe de Grote Muur gebouwd is ...'
  
  Hawk stond op en schakelde de tv uit. 'Dat was voorlopig wel weer. genoeg. Laten we aan het werk gaan en die lui zo snel mogelijk werkloos maken.'
  
  Plotseling voelde ik me beter. Tenslotte kwam er weer actie. Mijn zwartgallige humeur begon te verdwijnen. Ik had Pat toch niet kunnen redden. Dat had niemand gekund, gegeven de omstandigheden. Ik stak een van mijn dure filtersigaretten op en grijnsde veelbetekenend naar Hawk. 'U heeft gelijk, sir. Laten we van start gaan.'
  
  Hawk vouwde een aantal kaarten op tafel uit en gaf de weg aan die ik zou moeten volgen om in het hoge Andesgebergte te komen. 'Het zal ongeveer zevenhonderd kilometer zijn. De wegen zijn erg slecht tot Ayacucho. Na Ayacucho zijn ze ronduit verschrikkelijk.'
  
  'De laatste honderd kilometer kun je lama-paden gebruiken,' merkte Talbot op. 'Als je die tenminste tegenkomt. Je zult wel veel punas tegenkomen, dat zijn kleine weitjes waar ze de lama's laten grazen. De herders kun je beter zoveel mogelijk vermijden. Die kunnen af en toe erg vervelend zijn tegenover vreemdelingen. De meesten zijn indianen die de boa nog vereren. Je kunt de nietsvermoedende reizigers die in dit gebied iets onaangenaams is overkomen niet de kost geven. Waarschijnlijk hebben ze trouwens geen eten meer nodig.'
  
  Ik keek Hawk aan en stelde de vraag die me al lange tijd bezig hield. Er was nog een andere vraag die ik ook wilde stellen, waarom Hawk alle gebruikelijke spelregels had gebroken en zich zelf in de buurt van de plaats des onheils bevond in plaats van in Washington achter zijn bureau te blijven zitten. Waarom was het dit keer zo speciaal? Die vraag kon ik echter niet stellen. Niet nu Talbot en Bennett er bij waren.
  
  'Waarom moet ik er per jeep heen? Waarom kunnen jullie me niet per vliegtuig droppen? 's Nachts bijvoorbeeld.' Hawk knikte. 'Een goede vraag. En ik heb een goed antwoord: omdat je bij het vredeskorps hoort - dat is je dekmantel - en die mensen hebben niet de gewoonte per vliegtuig te reizen. Ze blijven op de grond, dicht bij het gewone volk. Hoort bij hun werk. En het jouwe dus. En denk eraan, elk lid van het vredeskorps is een reizend ambassadeur van de Verenigde Staten!'
  
  Zelfs Bennett keek verbaasd. Talbot hield zich op de vlakte. Hawk keek me beminnelijk aan met zijn oude mannen glimlachje, en vroeg: 'Tevreden?'
  
  Dat was ik. Ik wist nu zeker dat hij loog. Hawk had de gewoonte, me altijd uitvoerig en uitputtend in te lichten. Dat had hij nu niet gedaan. Het was natuurlijk best mogelijk om naar Cuzco te vliegen, en dat wist Hawk net zo goed als ik. Hij aarzelde dus, of wachtte ergens op. En hij wilde het niet vertellen waar de andere twee bij waren. Misschien wel helemaal niet.
  
  Hawk haalde een nieuwe sigaar tevoorschijn en wees ermee in de richting van Talbot. 'Je moet Nick nog inlichten over die guerrilla's daar. Zo zullen we ze maar noemen.' Hij lachte zuur. 'Volgens het Peruviaanse leger hebben ze geen guerrilla's in de bergen. Het zijn smokkelaars!'
  
  Talbot en Bennett lachten allebei. 'Dat is de officiële versie, zoals altijd, sir. Ze hebben wel degelijk guerrilla's.' Het was Talbot die het zei, en het klonk alsof hij iemand beschuldigde van luis. 'Het zijn er niet veel,' vervolgde hij, 'en ze hebben zich tamelijk rustig gehouden sinds Guevara in Bolivia is vermoord. We weten zeker dat er een verbinding is. Havana heeft absoluut een vinger in de pap, maar de groep in het Andesgebergte bestaat grotendeels uit plaatselijke revolutionairen, Mestizos, en misschien een paar Cubaanse officieren. De leider is echter Spaans. Castiliaans. Zij is een telg van één van de oudste families - één van haar ooms bezit de helft van Lima - en ze noemen haar El Rubio. De blonde.'
  
  Ik keek Hawk aan. 'Haar?'
  
  Bennett gniffelde. 'Je zult haar waarschijnlijk niet tegenkomen, Nick. Zou leuk voor je zijn als het wel gebeurde. Uit de verhalen te oordelen is het een enorme stoot. Maar natuurlijk is ze volkomen geschift om haar familie en al die rijkdom in de steek te laten om bij een paar van die bandieten te gaan hokken.'
  
  'Guerrilla's,' verbeterde Talbot. 'Laten we ze in hun waarde laten, Wayne. Ze stelen alleen maar voor hun zaak. Het zijn echt geen ...'
  
  Hawk beet zijn sigaar nu doormidden. 'Smokkelaars, zó zullen we ze noemen. Wij zullen ze met rust laten als ze hetzelfde met ons doen. Ik wil dat dat volkomen duidelijk is. We moeten die zender hebben en verder niets. Laat de guerrilla's maar aan het Peruviaanse leger over. O.K., Bennett. Uitrusting, transport, terrein, dekkingsplan, allemaal jouw afdeling. Steek maar van wal.'
  
  Bennett was misschien niet al te intelligent, maar in ieder geval was hij nauwgezet. Alles was perfect geregeld. We konden onze spullen ophalen in een garage in één van de buitenwijken van de stad, in de buurt van het vliegveld Limatambo. De geweren en mitrailleurs waren in de jeep verborgen. Er waren allerlei soorten granaten: gas, rook en fragmentatie. Explosie ven en detonators, reservemunitie, proviand, eerste hulp dozen, sneeuwbrillen en alle benodigdheden om bergen te beklimmen.
  
  Bennett had een pen tevoorschijn gehaald en liep een lijst af. 'Long Johns en lamavacht jassen, maskers, truien. Ik heb een paar van die nieuwe terreinlaarzen die ze in Vietnam hebben gebruikt. Ik hoop maar dat de bergkrammen eromheen passen.'
  
  Ik zei dat ik dat ook hoopte en keek Hawk vragend aan. 'Het schijnt dat we veel zullen moeten klimmen?' vroeg ik enigszins verbaasd.
  
  Ik had het nog steeds niet helemaal begrepen. Als Rona Matthews en Dion Hennes, en die kleine, ouwe Li Tzu zonder moeite die plaats konden bereiken, waarom werden wij dan uitgerust om de Matterhorn te beklimmen?
  
  Talbot zei: 'Het is alleen maar voor de zekerheid, Nick, maar je zult het waarschijnlijk wel nodig hebben. Ik ben nooit zelf in dat gebied geweest, maar ik ben er overheen gevlogen, en neem maar rustig van me aan dat het ruw is. De laatste Inca's hebben de Spanjaarden gedurende vijfendertig jaar van zich af weten te houden in die bergen en de Spanjaarden deden behoorlijk hun best. Dat zal je een idee moeten geven.'
  
  Bennett knikte bevestigend. 'Een paar van die passen zijn vijfduizend meter hoog. Calca zelf ligt op een hoogte van ongeveer zevenduizend meter, en enkele van die granieten canyons zijn vijftienhonderd meter diep. Als we deze opdracht achter de rug hebben zullen we het heus wel in onze benen voelen!'
  
  Na twintig minuten van verdere besprekingen liet Hawk de twee mannen vertrekken. Ik had zin in een borrel maar besloot er toch maar vanaf te zien. We zouden bij het aanbreken van de ochtend vertrekken. Hawk zou me zelf naar de garage bij Limatambo rijden.
  
  Hawk ging naar de badkamer en ik nam de telefoon op. Het was één van die toevalligheden die Hawk nooit had kunnen voorzien. Ik zei hallo. Na enige aarzeling klonk een barse stem: 'Hier Dome. Kan ik Slaver spreken?' Ik heb een goed geheugen voor stemmen, en deze herkende ik met zekerheid. Het was de grote Baas van de geheime dienst van het Pentagon.
  
  Ik vroeg hem even te wachten. Ik klopte op de badkamerdeur en vroeg de oude man of Slaver één van zijn roepnamen was. Hij gromde en liep naar de telefoon.
  
  Hawk nam de hoorn op en staarde naar me. Het was één van de zeldzame keren dat ik hem besluiteloos zag.
  
  Ik grinnikte en vroeg: 'Heeft u liever dat ik verdwijn?'
  
  Hij verbaasde me inderdaad. 'Ja, jongen, dat lijkt me beter. Ga maar naar je kamer en probeer een paar uurtjes te slapen. Ik zal je een uur voordat we naar de garage rijden ..wakker maken. En probeer niet meer te drinken, hè, jongen?'
  
  Ik hield mijn rechterhand omhoog in de padvindersgroet. 'Geen drank meer, akela.' Ik ging weg, en hoorde dat hij de kamer afsloot voordat hij het gesprek begon.
  
  Hij had dus een geheim! Alleen hij en de grote Baas van het Pentagon wisten ervan. Ik had geen enkel idee wat het zou zijn, en ik was ook niet van plan me erover op te winden. Als Hawk nodig vond dat ik het wist zou hij het me vertellen, eerder niet.
  
  Ik ging naar mijn kamer, sloot hem af, ging gewoontegetrouw na of er afluisterapparatuur was geplaatst en vond niets. Ik trok mijn kleren uit, behalve mijn onderbroek, en ging languit op het bed liggen. Het kostte me steeds weer moeite niet aan Pat Killbride te denken. Die vochtige schoolmeisjeskus te vergeten. Ik moest tegen die gedachte vechten en proberen me te konsentreren op wat Hawk me had verteld tijdens onze vlucht van Mexico City naar Lima. Rona Matthews, Dion Hermes, Li Tzu en een dozijn 'klanten' waren een paar uur eerder dan wij naar Lima gevlogen. Nu zaten ze dus allemaal op de een of andere bergtop in de Cordillera Vilcabamba. De top zelf, zoals de meeste in de Andes, was niet hoog, minder dan tweeduizend meter, en stond in de Vallei van de Gelukkige Doden. Hij werd de Gierenrots genoemd. Er waren nu dus ook ongevleugelde gieren. Op de rots stonden een oude tempel en de overblijfselen van een oud paleis. De oude man, Li Tzu, had veel geld uitgegeven om het geheel te vernieuwen en er centrale verwarming en modern sanitair aan te leggen. Bovendien was er een landingsplatform voor een helikopter. Erg handig én hoogst noodzakelijk. Li Tzu schatte ik op het eerste gezicht een paar eeuwen oud. Rona ging ermee door, en ook Dion Hermes had voor zijn leeftijd een redelijke conditie, al zag ik hem nog geen bergen beklimmen.
  
  Maar alle klanten, de twaalf mannen en vrouwen die grif geld hadden betaald om op een rotspunt aan Li Tzu's voeten te zitten om Wijsheid op te zuigen, of wat het dan ook mocht zijn wat hij te verkopen had, waren oude mensen. Of ze waren ziek, of allebei. In ieder geval waren ze geen van allen geschikt om bergen te beklimmen. Dus hadden ze het vliegveld genomen tot Cuzco, en waren vandaar per helikopter naar de Gierenrots vervoerd. Eenvoudig. Comfortabel ook. Misschien wel tamelijk duur, maar ze konden het zich allemaal gemakkelijk veroorloven.
  
  Ik wist dat ik niet zou slapen. Ik probeerde het beeld van een jong, gezond Iers gezicht te verdringen en mijn gedachten te concentreren op ons gesprek in het vliegtuig van Mexico City ...
  
  Mijn linkerarm, waarmee ik het mes van Roy had tegengehouden, had pijn gedaan. Hawk had erop gestaan dat ik de medicijnen die ik van een dokter in San Diego had gekregen, gebruikte. Ik nam de voorgeschreven pillen in en luisterde naar wat Hawk me te vertellen had over Li Tzu. We hadden plaatsen achterin het vliegtuig. De stewardess zat voorin, in de cockpit. In de stoelen vóór ons zat niemand, en aan de andere kant van het gangpad zat alleen een moeder met een kind. Hawk deed dus geen moeite om te fluisteren, maar hij hield zijn stem toch zó gedempt dat alleen ik hem kon horen.
  
  'Over die lama is niet al te veel te vertellen,' begon hij. 'We hebben niets over hem. Hij reist veel, maar maakt nooit moeilijkheden. Vorig jaar om deze tijd was hij in Londen. Het jaar daarvoor in Parijs. En het jaar daarvoor in Bombay.'
  
  'Hebt u dat allemaal van Phelan?'
  
  Hij keek sluw. 'Niet allemaal. Genoeg om te kunnen beginnen, daarna heb ik Mohr ingeschakeld. Hij is erg goed in dat werk.'
  
  Ik dacht er even over na. 'Over werk gesproken: wat voor werk doet die Li Tzu nu eigenlijk precies? Dat weet ik nog steeds niet, en ik begin nu toch wel nieuwsgierig te worden. Het lijkt me erg interessant.'
  
  'Dat is het zeker,' zei Hawk. 'En wat nóg interessanter is, is de vraag hoe hij erin geslaagd is steeds uit de moeilijkheden te blijven. Waarom ze hem nog steeds niet wegens oplichting hebben kunnen grijpen. Ofwel hij is de gelukkigste lama ter wereld óf hij is inderdaad in staat te' doen wat hij beweert te kunnen.'
  
  'En dat is?'
  
  Hawk houdt ervan een verhaal langzaam op te bouwen. Soms verdenk ik hem ervan dat hij een gefrustreerd schrijver is. 'Li Tzu houdt zich bezig met seksuele verjonging, Nick. Hij beweert dat hij een wondermiddel heeft uitgevonden. Wij denken dat hij het van de Chinezen heeft, wat het dan ook precies is. We hebben nog geen tijd gehad om het verder uitgebreid te onderzoeken, maar het schijnt dat hij zijn "klanten" inderdaad een soort medicijn heeft toegediend.'
  
  Mijn arm deed pijn, het bonsde in mijn hoofd en ik bleef het beeld van de stervende Pat Killbride voor ogen houden; toch kon ik de cynische opmerking niet voor me houden. 'Dus je gaat aan zijn voeten zitten, slikt een pil en krijgt je jeugd terug. Is dat het, sir?'
  
  Hij deed alsof hij me niet gehoord had. 'We hebben een ooggetuige te pakken gekregen. Of Phelan, liever gezegd. In ieder geval, het schijnt dat de officier van justitie in Los Angeles erg geïnteresseerd is in Li Tzu en wat er zich allemaal afspeelt in het huis van Rona Matthews in Malibu. Het schijnt dat, wanneer je een trouwe volgeling van de lama wilt worden, je je hele vermogen aan hem moet vermaken.'
  
  'Aha,' zei ik. 'Het begint allemaal al wat duidelijker te worden.'
  
  'Het schijnt dat een paar belanghebbende familieleden, die op die manier gedupeerd zouden worden, hebben geprotesteerd. In het bijzonder een neef en nicht van een oude taart, genaamd Beth Muller. Steenrijk. Ze hebben het haar uit het hoofd weten te praten, en ze heeft een aanklacht ingediend bij de officier van justitie. Die Li Tzu schijnt een dekhengst te zijn. Specialist in geslachtsdrift opwekkende middelen. Die oude vrouw, Beth Muller, heeft hem een uur lang met verschillende vrouwen bezig gezien. En hij is hoogbejaard! Beth Muller vertelde dat ze erg hitsig was geworden en dat terwijl zij in de tachtig is. In de verklaring zei ze, dat ze zich als een jonge vrouw had gevoeld.'
  
  Ik wist het antwoord al, maar stelde de vraag toch nog. 'Waar heeft ze die demonstratie gezien? In die geheime kamer in het huis in Malibu?'
  
  'Natuurlijk. Het was een onderdeel van de reclame. Het was natuurlijk maar een film, maar die vrouw zweert dat de film kort geleden was gemaakt en dat ze Li Tzu positief had herkend. Ze hadden close-ups laten zien van Li Tzu, en van recente krantenartikelen, om hun verhaal te bewijzen. Die film was geen vervalsing. Die oude lama, Li Tzu, schijnt het werkelijk te kunnen!'
  
  Hawk zuchtte diep. Ik bedacht iets dat ik maar al te vaak vergeet: de ouwe is ook maar een mens. 'Dat weten we nu dus over die kant van de zaak,' merkte ik op. 'Misschien heeft die Li Tzu inderdaad een geheim. En hij probeert oude en zieke mensen te laten geloven dat hij het geheim kan overdragen, dat hij hen door middel van seks weer jong kan maken. In ruil voor een hoop poen. Kassa!'
  
  Hawk knikte voorzichtig. 'Tot op zekere hoogte heb je gelijk. We hebben informaties ingewonnen over de twaalf mensen die nu met hem naar Peru zijn gevlogen, en bij elkaar zijn ze goed voor tweehonderd miljoen dollar.'
  
  Het is verbazingwekkend hoeveel gedetailleerde informatie Hawk in uiterst korte tijd bij elkaar weet te krijgen. Toen bedacht ik dat het eigenlijk niet zo vreemd was. Op het ogenblik was hij de topman, en als zodanig kon hij alle veiligheidsdiensten volledig naar zijn hand zetten.
  
  Ik begreep niet waarom hij er zo voorzichtig over deed. 'Het lijkt me allemaal nogal duidelijk, sir. De poen gaat naar die Chinezen en hun televisiezender via Dion Hermes en Rona Matthews. Op die manier betalen ze hun zender dus. En op die manier was Li Tzu in staat dat oude Incapaleis volledig te verbouwen. Ik heb het idee dat Li Tzu alleen maar een dekmantel is. Misschien weet hij niet eens precies waar hij voor gebruikt wordt en dat Hermes en Matthews hem gebruiken. En op hun beurt worden zij weer gebruikt door de Chinezen. Het is allemaal uitstekend georganiseerd, en met al het geld dat Peru op die manier binnenkrijgt is het niet waarschijnlijk dat de regering van Peru uit eigen initiatief zal ingrijpen.'
  
  Daar stemde Hawk mee in. 'Dat weten we maar al te goed, Nick. En natuurlijk zijn er heel wat mensen met enorme bedragen omgekocht om het zo ver te laten komen als het nu gekomen is. Maar daar is op zich niets vreemds aan. Dat is de gebruikelijke corruptie. Maar nu ze inderdaad zijn gaan uitzenden, is het duidelijk dat het ernst geworden is. Er worden geen mensen meer omgekocht. Bovendien kunnen de Peruviaanse regeringsleiders er nu niet meer omheen. Ze zullen nu wel moeten meewerken. Daar maak ik me niet al te veel zorgen over.'
  
  Hij meende het. Daar ken ik hem lang genoeg voor. 'Waar zit u dan over in, sir? Ik weet dat u ergens over tobt.'
  
  Hij keek uit het raam. We bevonden ons ergens boven Columbia en naderden Bogota, waar we een tussenlanding zouden maken. Daarna zouden we nog in Quito landen voordat we in Lima zouden arriveren. Hij stopte een sigaar in zijn dunne mond. Het cellofaan zat er nog omheen, en hij begon erop te kauwen zonder dat hij het merkte. Tenslotte zei hij: 'Er is iets waar ik niets van begrijp, jongen. Er is geen enkele aanwijzing die Matthews en Hermes met die Chinezen verbind. Absoluut niets! Ze zijn nooit lid of sympathisant geweest van een communistische organisatie. Het lijkt onmogelijk, en toch is het zo. Ik snap er totaal niets van. Hoe konden twee agenten zo lang verborgen blijven. Ik neem tenminste aan dat het agenten zijn. Zo slecht zijn onze inlichtingendiensten toch niet. Ik wou dat ik het antwoord had.'
  
  Ik had mijn gedachten laten afdwalen, en plotseling was het er weer, het beeld van Pat Killbride die haar laatste kreten slaakte. 'Drank is het enige antwoord op onze problemen,' zei ik tegen Hawk, terwijl ik de stewardess aanschoot om een dubbele whisky te bestellen. Hawk bedankte. Na een slok keek ik de oude man aan. 'Zou het niet kunnen dat ze nieuw zijn. Speciaal door iemand opgeleid voor deze klus.' Hij keek me niet aan en gaf geen antwoord. Hij bleef uit het raam turen naar de noordelijke punt van Zuid-Amerika. Ik wist dat hij op dezelfde golflengte zat als ik. Ik kon niet weten dat hij al bijna zeker wist wie hen had opgeleid, en dat hij een sluw spel speelde om met dit zaakje eer te behalen ten koste van de andere organisaties. Het had me niets uitgemaakt als ik het geweten had. Ik speel het spel zoals Hawk het speelt, afgezien van hoogverraad. En als de President van de Verenigde Staten Hawk voor honderd procent vertrouwt, veronderstel ik dat ik hem ook kan vertrouwen. We zien alleen soms bepaalde dingen anders ...
  
  Nu, in mijn kamer in het Gran Bolivar, kon ik de slaap niet vatten en liet de vervloekte affaire Killbride nog eens door mijn hersens gaan. Ik kon het nu verdragen erover na te denken. Ik moest wel. Ik moest me er nog één keer aan onderwerpen, om het daarna voorgoed^te vergeten, zodat ik onbezwaard aan mijn opdracht zou kunnen beginnen.
  
  Dat was trouwens ook één van de punten waarop ik van Hawk verschilde. Zijn voornaamste doel was de zender te vernietigen. Mijn voornaamste doel was nog steeds wraak. Wraak op Dion Hermes.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 6
  
  
  
  
  Het was een oude Inca-weg. Ze hadden in die tijd geen voertuigen op wielen. Dat geeft een idee over de kwaliteit van de weg. En de laatste ploeg wegwerkers was ongeveer vierhonderd jaar geleden vertrokken. Ik had de weg genomen door de vallei van Cu Zco, door de grote Anta-vlakte. Ik was door de tropische gordel gekomen die wemelde van bloemen en ongeveer vijf miljoen groene papegaaien. Geleidelijk aan had ik een hoogte bereikt van vijfduizend meter. Dat was nog maar het begin. Het was koud. Niet bitter koud, maar koud. De long Johns voelden comfortabel aan. De wind speelde af en toe met me en er was nu en dan wat regen gevallen. De wolken hingen laag, waren zwart en hielden de dreiging van storm in zich. Ze omringden de toppen in de vallei die in naderde. De vallei had een Quechua-naam, die, ruw vertaald, neer kwam op Vallei van de Gelukkige Doden.
  
  De Gierenrots, die gigantische monoliet, waar de tempel en het paleiscomplex bovenop waren gebouwd, bevond zich dertig kilometer verderop in de vallei. Ik was nog twintig kilometer verwijderd van de nauwe pas die toegang gaf tot de vallei. Een afstand van vijftig kilometer scheidde me dus nog van Dion Hermes, Rona Matthews en Li Tzu met zijn achterlijke volgelingen. De afgelopen vierentwintig uur had ik de helikopter die de groep van Cuzco naar de rots had vervoerd driemaal gezien.
  
  Bepaalde gedeelten van de westelijke hellingen van de Andes zijn even verlaten als Buiten Mongolië. Tot dusver was ik vier Indianen tegengekomen, allemaal even stuurs. Bovendien spraken ze Aymara, een taal die ik niet beheers. Ze waakten over de lama's die op de punas graasden. Ik volgde Talbots advies op en bemoeide me niet met ze. Als ik sliep, wat ik maar heel kort deed, werd ik menigmaal opgeschrikt door de kreet van een bergleeuw. En éénmaal zag ik een kudde vicunas, familie van de lama's, maar wilder.
  
  Tot nu toe had de Toyota wonderen verricht. Bennett was goed in het uitzoeken van zijn materiaal. De grote jeep, die aandrijving op de voor- en achterwielen had, was stukken beter dan elke Landrover waarin ik ooit gereden had. De Toyota had een gewone autoradio, en Hawk kon me via Lima gecodeerde boodschappen zenden. Ze zonden namelijk elke dag twee nieuwe programma's in het Engels uit. Het had me niet verstandig geleken een zend- en ontvangstinstallatie mee te nemen in verband met de guerrilla's. Als ze me zouden aanhouden zou dat me bestempelen tot een lid van één van de Amerikaanse inlichtingendiensten of een officier van het Peruviaanse Leger. In beide gevallen zouden ze me neerschieten. Maar als een enigszins geschift lid van het Vredeskorps die ervan hield in zijn eentje bergen te beklimmen zou ik een kans maken. Een kans van ongeveer vijftig procent. Tot nu toe had ik echter niets gemerkt van guerrilla's. Wat niet betekende dat ze er niet waren. Ik maakte me er echter niet al te veel zorgen over.
  
  Ik had een draagbaar televisietoestel van een gangbaar merk. Alleen de antenne was enigszins anders. Het was een richtingzoeker. De keren dat ik het toestel had ingeschakeld waren de beelden van de bekende zender duidelijk doorgekomen, en de richting was geen probleem. De signalen kwamen zonder twijfel van de Gierenrots.
  
  Talbot had gelijk. Toen de oude Inca-weg ophield kwam ik terecht op een lamaspoor. Het pad slingerde als een waanzinnig geworden slang en klom aan de rand van een steile rotswand die bedekt was met enorme stenen. Het pad was ruw, bedekt met kleine en grotere kiezels. Het pad liep ongeveer vijfenveertig graden schuin en ik wist dat ik de Toyota niet lang meer zou kunnen gebruiken. Ik was er al een paar keer bijna mee naar beneden gestort voordat ik definitief besloot te voet verder te gaan. Als de jeep door een grote steen onder het linkerwiel de afgrond in zou schieten, had ik mezelf nog wel kunnen redden door eruit te duiken en me aan zo'n enorme steen vast te grijpen, maar wél zou ik dan al mijn uitrustingsstukken kwijt zijn. De geweren, de explosieven, het voedsel en de rest. En ik voelde er niet veel voor een tocht door de Andes te moeten maken met alleen mijn Luger en stiletto op zak.
  
  Ik zette de jeep naast een platte steen die zo groot was als een huis, en nam de dingen die ik nodig dacht te hebben uit de jeep. Ik wist dat de toegang tot de pas die ik zou moeten nemen werd belemmerd door een hoge rotsmuur, iets wat de Franse bergbeklimmers een gendarme noemen, en het zou niet meevallen daar overheen te komen. En daarna zou ik de Gierenrots moeten nemen, met zijn overhangende punt, en die zou nog gevaarlijker zijn. Bovendien moest ik die waarschijnlijk 's nachts beklimmen.
  
  Ik overlegde met mezelf of ik zou wachten tot Talbot en Bennett me hadden ingehaald, of naar het begin van de pas zou gaan en daar op hem wachten. Ze zouden ongeveer drie uur na me komen en hun dekmantel zou zijn dat ze plaatselijke leden van het Vredeskorps waren die me op mijn inspectietocht vergezelden. Hun jeep had pech gekregen en ik, een ongeduldig type, was in mijn eentje alvast vooruit gegaan. Tot nu toe leek dat weloverwogen verhaal tijdverspilling. De Indianen die in onderweg had gezien hadden niet om mijn papieren gevraagd.
  
  Ik besloot vast vooruit te gaan. Het begon harder te regenen en het werd kouder. In de pas zou ik een betere kans hebben een schuilplaats te vinden, misschien een grot, en in dit weer zou ik daar een vuur kunnen aanleggen zonder opgemerkt te worden.
  
  Ik sloeg mijn uitrusting over mijn schouder - ruim negentig pond - en nam de Mannlicher-Schoenauer in mijn rechterhand. Het is een mooi .458 geweer. Kost minstens duizend dollar. Die ouwe Poindexter, het hoofd van de wapenafdeling van AXE, zal wel korting krijgen.
  
  Ik hoorde de schoten achter me. Vier schoten uit een geweer, daarna een salvo uit een machinegeweer. Het klonk als een oude stengun of een AK, maar het geluid werd vervormd door de mist en de regen. Daarna nog twee geweerschoten. Toen viel er een diepe stilte. Bennett en Talbot waren dus geen drie uur rijden achter me. Bovendien hadden ze moeilijkheden. Ik moest snel beslissen. Zou ik verder gaan? Ik had alles bij me dat ik nodig had om de zender op te blazen en daarna terug te gaan naar de plaats waar ik de Toyota had achtergelaten. Ik had Talbot en Bennett niet nodig. Ik was er zelfs tegen geweest dat ze meegingen. Maar soms heeft Hawk de gewoonte zijn zin door te drijven, en deze keer had hij dat ook gedaan. Hij had besloten dat ik dekking in de rug nodig had.
  
  Maar de schoten betekenden moeilijkheden en ik wilde uitzoeken wat er precies aan de hand was. Het zou wel eens kunnen dat Talbot en Bennett mij nodig hadden. Ik ging terug over het kronkelende lamaspoor, had moeite om niet uit te glijden over de losliggende stenen. Af en toe moest ik me aan de rotswand vastgrijpen om niet te vallen en ik had moeite om door de regen en de dikke mist heen te turen. Ze konden niet meer dan een half uur achter me zijn geweest. Hoe ze me zo snel hadden kunnen inlopen zou ik nooit uitvinden, en het deed er eigenlijk ook niet toe. Toen ik aan de bodem van de pas was gekomen, verliet ik het lamapad, en ging verder over de oude Inca-weg. Ik volgde die een kilometer, tot hij door een nauw ravijn liep en een scherpe bocht naar het zuiden maakte. Die plek was me al opgevallen als een uiterst geschikte plaats voor een hinderlaag.
  
  Vóór me merkte ik geen enkele beweging. De wind woei in mijn richting, en toch rook en hoorde ik niets. Er was niet meer dan vijftig meter zicht. Het beviel me helemaal niet.
  
  Ik verliet de weg en zocht dekking tussen een aantal rotsstenen. Er groeide wilde maïs en het punagras kwam hoog genoeg om een man die op zijn buik lag voldoende dekking te geven. Vijftien minuten ademde ik nauwelijks. Ik luisterde. In de wolken boven me hoorde ik de kreet van een adelaar. Dat was alles.
  
  Het kostte me bijna een uur om op mijn buik naar de westkant van het ravijn te kruipen. Als het nodig is kan ik heel geduldig zijn. Toen ik bijna bij de rand was hoorde ik iemand kreunen. Een man. Het klonk als de stem van Bennett, maar zó verwrongen van angst dat ik er niet zeker van was. Hij herhaalde zonder onderbreking steeds dezelfde woorden.
  
  'Help me ... help me ... in godsnaam, help me ... help me ...'
  
  Het was Bennett. Ik kon over de rand van het ravijn heen turen en zag de jeep. Die was volkomen overhoop geschoten en was zijdelings tegen een paar grote rotsblokken aan de kant van de weg terecht gekomen. Het was een wonder dat hij niet in brand was gevlogen. Bennett lag naast de jeep op de weg, met zijn gezicht naar beneden. Zijn benen schokten even en in de buurt van zijn buik lag een grote plas bloed. Hij bleef kreunen: 'Help me ... jezus, help me ... help me alsjeblieft.'
  
  Talbot lag over het stuur van de Toyota. Met één hand hield hij het stuur vastgeklemd. Zijn andere hand bungelde over het portier naar buiten. De helft van zijn hoofd was weggeschoten. Ik bewoog me niet. Ik bleef op mijn buik liggen met mijn hoofd weer naar beneden en luisterde. Ik hoorde niets anders dan de wind, de regen op de carrosserie van de jeep, en het gekreun van Bennett. Beneden in het ravijn was het zicht iets beter. Je kon minstens honderd meter ver kijken. Maar het beviel me nog steeds niet. Het rook me teveel naar een hinderlaag.
  
  Toch moest ik zekerheid hebben voordat ik Bennett in zo'n verschrikkelijke pijn kon achterlaten. Ik wist heel goed dat de opdracht in de eerste plaats kwam. Ik zou Bennett daar kunnen achterlaten, en weg kunnen sluipen om mijn werk te doen. Niemand zou het me ooit verwijten. Niemand zou het zelfs ooit weten. Behalve ikzelf dan.
  
  Ik besloot het risico te nemen. Misschien kon ik nog iets voor Bennett doen. Ik liet me van de helling afglijden, en begon snel en zigzaggend naar de jeep te rennen. Toch was ik op die manier een gemakkelijk doel en als iemand van plan was op me te schieten, dan was het nu het geschikte moment. Ik voelde koude rillingen over mijn rug, en een wee gevoel in mijn maagstreek, en het was geen soroche, de gevreesde bergziekte. Daarvan heb ik wel eens last als ik lange tijd niet meer op grote hoogte in de bergen ben geweest.
  
  Bennett moet zijn gestorven op het moment dat ik naast hem neerknielde. Zijn grote lichaam trilde in een laatste stuiptrekking en hij probeerde nog zijn hoofd op te tillen. Hij had geweten dat er iemand was. Hij was slordig geraakt en zijn einde was verre van pijnloos geweest. Talbot had meer geluk gehad. Als je kop van je romp is afgeschoten voel je de pijn niet lang.
  
  Ik had genoeg gezien. Er waren nog talloze onbeantwoorde vragen, maar daarvoor had ik nu geen tijd. Ik draaide me om en wilde me zo snel mogelijk uit de voeten maken toen ik de stem achter me hoorde.
  
  'Alto! Stop! Steekje handen in de lucht en maak geen enkele beweging. Laat het geweer vallen.'
  
  Het was een vrouwenstem en hij kwam ergens vanuit de oostelijke kant van het ravijn. Ik had een sterk voorgevoel dat ik op het punt stond El Rubio te ontmoeten, en ik herinnerde me Bennetts grappen over 'De Blonde'. Hij had haar ontmoet en zou nooit meer grapjes over haar maken.
  
  Ik liet de Mannlicher vallen en stak mijn handen omhoog. Ze hadden me beet. Ik had een risico genomen en pech gehad. En ze waren geduldig, erg geduldig.
  
  Een andere stem, die van een man uit zuidelijke richting, klonk: 'Goed zo, prima. Doe maar net of je een standbeeld bent, jongen, en probeer niets.' Een blanke huursoldaat. Je komt de meest uiteenlopende types tegen in de Andes.
  
  Ik stond stil als een standbeeld, en liet mijn hersens razendsnel werken, terwijl mijn belagers uit hun dekking tevoorschijn kwamen. De man was even groot als ik. Hij had een plat gezicht en grote, vierkante tanden. Zijn hoofd was kaalgeschoren en hij droeg een chullo, de plaatselijke capemode, en de splinternieuwe gevechtslaarzen van Bennett.
  
  Hij was gemeen. Alles aan hem was smerig en gemeen. Hij was halfdronken en toen hij dichterbij was gekomen, en op de grond spoog, zag ik dat hij op coca, een drug, kauwde. Hij bleef op vier meter afstand van me staan, en hield me met zijn machinegeweer onder schot. Ik had me in het wapen vergist: het was een oude Thompson, Chicago type met een trommel magazijn.
  
  'Ik houd hem wel onder schot, Jorge. Jij gaat de dingen die we nodig hebben uit de jeep halen. Schiet op. We hebben geen tijd om hier te blijven rondhangen.'
  
  Ze beet hem de woorden toe in snel Spaans. Hoog, Castiliaans Spaans. Aan haar toon was wel duidelijk wie de baas was. Niet dat ik er nog aan had getwijfeld. Dit was El Rubio - De Blonde.
  
  Jorge sloeg het machinegeweer over zijn schouder. Met tegenzin, meende ik te zien. Hij liep naar de jeep en begon er spullen uit te halen, waarbij hij mij én het meisje voortdurend in de gaten hield.
  
  Ze zorgde ervoor dat ze genoeg afstand bewaarde en hield me onder schot met een Colt .45, een oud model uit 1911, een zwaar wapen voor een meisje. Ik liet me er echter niet door van de wijs brengen. Ik wist dat ze ermee om kon gaan. Bennett en Talbot hadden me genoeg over El Rubio verteld. Ze was geen dame die veel woorden verspilde. Met haar kleine hand hield ze de zware revolver op mijn buik gericht terwijl ze me vroeg: 'Uw naam, alstublieft?' Haar Engels was uitstekend. Het was duidelijk merkbaar dat ze een goede opleiding, misschien zelfs wel een universitaire, had gehad. Ik vertelde haar dat ik Richard Winston heette. Dat was de naam die op mijn papieren stond. Ik vertelde haar het Vredeskorpsverhaal. Ze glimlachte als de Mona Lisa en ik zag haar greep verstevigen rond de kromme kolf van de grote Colt.
  
  'Laten we onze kennismaking niet meteen al bederven met leugens, mister Carter. We weten dat u Nick Carter bent en de rang heeft van Killmaster in de AXE-organisatie. Daar zullen we het later nog wel over hebben; nu moeten we hier zo snel mogelijk weg. De luchtmacht van Peru heeft nog wel eens de gewoonte om in dit gebied luchtpatrouilles te houden. We willen niet in een open vlakte worden aangevallen.'
  
  'In dit weer?' vroeg ik. De garüa, de mist, werd steeds heviger terwijl de regen minder werd.
  
  'De mist zal spoedig optrekken. Dat zegt Jorge, en Jorge vergist zich nooit in het weer.'
  
  Jorge kwam terug, beladen met spullen die hij uit de jeep had gehaald. Geweren, munitie, voedsel, verrekijkers en kaarten. Hij zag eruit als een menselijke pakezel. Hij wees met het machinegeweer naar me en zei: 'Je kunt hem beter maar even fouilleren, Inez. Zelfs een man als hij kan niet uren met zijn handen in de lucht staan.'
  
  Ze deed het snel en doelmatig. Ze haalde de Luger uit mijn schouderholster en Hugo, mijn stiletto, uit het leren heft. Ze liet het heft zitten. Toen ze de stiletto afnam glimlachte ze zwakjes. 'Merkwaardige wapens voor iemand van het Vredeskorps, mister Winston.'
  
  Ze was nu erg dicht bij me. Ik kon haar bijna ruiken. Nadat ze de stiletto had afgenomen fluisterde ze me toe: 'Wees erg voorzichtig. Probeer Jorge niet kwaad te maken. Hij is zwaar onder de invloed van bier en coca en hij wil je vermoorden!'
  
  Waarom had ze me gewaarschuwd? Hoe wist ze dat ik Carter was? Hoeveel wist ze van AXE af? En wat was haar relatie met Jorge?
  
  Ik kreeg niet veel tijd om erover na te denken. Jorge zette zijn fles chicha, een inlandse biersoort, weg, en wees met het machinegeweer naar me. 'Lopen. Naar waar je vandaan gekomen bent. Je kunt je handen omlaag laten, maar probeer geen geintjes.'
  
  Mij keek El Rubio aan. 'Zullen we de jeep verbranden?'
  
  'Nee, die laten we hier. Marche pronto!'
  
  Ik begon terug te lopen in de richting waar ik vandaan gekomen was. Zij volgden, niet al te dicht achter me, maar dicht genoeg. Ze praatten opgewonden in het Spaans. Het ging zó vlug dat ik het niet allemaal kon volgen. Maar wat ik er wél uit kon opmaken was niet erg geruststellend. Jorge wilde zich van me ontdoen, El Rubio wilde er nog even mee wachten. Ik was belangrijk. Ik kon nog gebruikt worden. Ze konden me altijd later nog vermoorden. Toen begreep ik dat de verhouding tussen Jorge en El Rubio erg belangrijk voor me was. Een kwestie van leven of dood zelfs!
  
  Ik begon steeds meer te begrijpen. Die hinderlaag bijvoorbeeld. Ze hadden me laten voorbijgaan en hadden op Talbot en Bennett gewacht. Ze hadden erop gerekend dat ik de schoten zou horen en terug zou komen om te onderzoeken wat er was gebeurd. Ze hadden mij dus willen hebben. Ze waren sluw en inventief geweest. Zoals het echte guerrilla's betaamt. En hun sluwheid en inventiviteit hadden vruchten afgeworpen. Ze hadden me te pakken gekregen.
  
  We bereikten mijn Toyota en nu werd ik de pakezel. Ze wisten waar ze moesten zoeken. Ze vonden elke geheime bergplaats in de wagen. Jorge kreeg een lachbui toen hij het explosief materiaal en de ontstekers vond.
  
  'Jullie hebben werkelijk vreemde bagage. Ik wist niet dat ze bij het Vredeskorps met explosieven werkten! Wat was je van plan. Een coöperatie opblazen? Of misschien een konijnenhol?'
  
  El Rubio onderzocht de draagbare televisie en liet haar Mona Lisa glimlach weer zien. 'Wat merkwaardig, mister Carter. Je kunt hier helemaal geen televisieprogramma's ontvangen. Wat doet u nou met zo'n ding?'
  
  Jorge keek me aan, terwijl hij een slok chicha nam. 'Waarom houd je niet op ons die idiote verhaaltjes te vertellen, man. Jij zit achter die zender op de Gierenrots aan, net als wij. Ik weet het zeker. Het is ook de enige reden dat je nog leeft. Misschien kun je ons helpen dat ding op te blazen. Dan kan ik je daarna om zeep helpen.' Hij sloeg tegen het machinegeweer met zijn hand, die ongeveer zo groot was als een kolenschop.
  
  El Rubio keek hem aan met gefronste wenkbrauwen. Hoewel ze enigszins ongerust keek, klonk haar stem opvallend beheerst toen ze zei: 'Je praat teveel, Jorge. Véél teveel. En dit is niet de geschikte plaats voor praatjes. Laten we gaan.' Het was een bevel. Jorge wist het en het beviel hem niet. Hij spoog cocasap uit. Hij dronk bier en kauwde tegelijkertijd coca. Hij keek haar met iets van haat in zijn ogen aan. Ze was een vrouw. Ik voelde dat er ook een seksuele spanning tussen hen was. En ik zag het aan de manier waarop hij naar haar keek. Ik wist nu dat El Rubio een probleem had. In ieder geval hadden ze een verhouding. Ik vroeg me af wie Jorge was. Hij leek me geen guerrilla, helemaal niet. Maar hij had iets onguurs.
  
  Aan El Rubio was niets onguurs. Ze had een prima figuur, dat kon ik zien ondanks de wijd zittende legerkleren die ze droeg. Haar handen en nagels waren schoon. Ze had zilverblond haar, erg kort geknipt, waarschijnlijk tegen luis. Ook gemakkelijker te wassen natuurlijk. Het zag er schoon uit en, toen ze dicht bij me had gestaan om me fluisterend voor Jorge te waarschuwen, had het ook schoon geroken.
  
  Haar gezicht had een fragiele maar authentieke schoonheid. Ze had een kleine, wilskrachtige kin en grote, lichtgrijze ogen. Haar borsten waren aan de grote kant, te oordelen naar de bulten die zelfs onder haar wijde jack duidelijk zichtbaar waren. Het was me al opgevallen dat Jorge veel naar haar borsten keek. Als hij tenminste niet dronk of spuugde, of in zichzelf vloekte. Zij wist dat. En ze wist dat ik het wist.
  
  Na een gekibbel over de volgorde waarin we zouden lopen, vertrokken we. Zij had Jorge voorop willen laten lopen, en mij in het midden. Dat zou haar een gelegenheid hebben gegeven even alleen met mij te praten. Ik vroeg me af of dat haar bedoeling was geweest. Dat zou Jorge zich ook wel afgevraagd hebben, want hij slikte het niet. Hij werd steeds norser onder de invloed van het bier, gecombineerd met de coca.
  
  Ik liep voorop, en droeg de zwaarste spullen. Jorge had er veel plezier in gehad de spullen om mijn nek te hangen. Tenslotte moest het meisje hem ervan weerhouden te ver te gaan.
  
  'Je hebt niets aan een muilezel als je hem zijn nek laat breken, Jorge,' beet ze hem toe. 'Zo is het genoeg. Ik zal het televisieapparaat dragen.'
  
  Ik transpireerde sterk. Als ik niet in topconditie was geweest, ondanks de drank en vrouwen zoals Kezia Newmann, had ik de laatste kilometers naar de pas misschien niet overleefd. Ik torste bijna honderd kilo, op deze hoogte een extra zware last, en ik kon de soroche voelen opkomen. Ik kotste een beetje en mijn hoofd bonsde als een bongo. Ik voelde me miserabel. Toen dacht ik aan Bennett en Talbot en ik begon me weer iets beter te voelen. Ik had tenminste nog een kans. Ik voelde dat er iets te gebeuren stond tussen Jorge en El Rubio. Ik nam me voor er gebruik van te maken. Het was de enige kans die ik had.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 7
  
  
  
  
  Het wordt 's winters vroeg donker in de Andes. En koud! We hadden een behoorlijk vuur in de grot en mijn voorkant was redelijk verwarmd. Maar ik had een bevroren achterste. En het feit dat ik aan handen en voeten gebonden was. stimuleerde mijn bloedsomloop natuurlijk niet. Jorge wist hoe hij knopen moest leggen. En als ik het scheermes niet in mijn bijna bevroren rechtervuist had gehad - mijn handen waren op mijn rug vastgebonden - had ik mezelf geen enkele kans gegeven.
  
  Maar ik had een scheermes. Een gewoon, alledaags scheermes, met één scherpe kant. Mijn grootste angst was, dat ik de controle over de spieren van mijn zowat bevroren hand zou verliezen en het mes zou laten vallen. Ik durfde het mes nu nog niet te gebruiken, omdat ik veronderstelde dat Jorge voordat hij ging slapen nog wel zou controleren of de knopen hadden gehouden. Als hij tenminste ooit ging slapen. Op het moment dronk hij chicha en kauwde coca, en hij ging er met de minuut agressiever uitzien. De spanning tussen Jorge en de vrouw werd merkbaar groter en het leek erop dat het elk moment tot een uitbarsting zou kunnen komen. Ik was er niet zo blij mee als ik in andere omstandigheden misschien wel geweest was. Ik zat in het midden. Eén van hen beiden zou spoedig sterven, en dat zou waarschijnlijk ook mijn einde betekenen, tenzij ik een beetje geluk zou hebben, en mijn timing precies klopte.
  
  Ik stond aan de kant van El Rubio. Voor het moment tenminste. Ze had me het scheermes toegestopt toen ze deed alsof ze de knopen van Jorge controleerde. Ik wist niet waarom ze het deed en ik dacht er ook niet verder over na. Mijn eerste zorg was nu in leven te blijven. Sinds ze me bij de kapotgeschoten jeep in een hinderlaag hadden gelokt, was ik veel dingen te weten gekomen. Sommige dingen pasten in mijn schema. Nog veel meer dingen kon ik echter niet thuisbrengen.
  
  Ik knikte naar het lijk onder het zeildoek bij de lage ingang van de grot. 'Waarom ruim je dat niet op? Begraaf hem. Of bedek hem met stenen. Ga een mooie graftombe voor hem bouwen.'
  
  Jorge keek me vuil aan. Hij zat op een steen en balanceerde het machinegeweer zodanig op zijn knie dat hij er mij én de vrouw mee onder schot hield. Zijn vingers leken zo groot als bananen terwijl ze zich voortdurend in de buurt van de trekker bewogen.
  
  'Wat kan jou het verdommen, vogel? Heb je last van hem? Of kan je er niet goed tegen? Ik geef toe dat hij er niet al te mooi uitziet. En als jij zin hebt om Dario met je blote handen te begraven, kan ik dat misschien wel voor je regelen. Wil je dat, mister Carter? Je kunt je gang gaan. Ik zal je zelfs een beetje aanmoedigen.' Hij wees naar me met de loop van zijn machinegeweer.
  
  Dat wilde ik niet. Als Jorge me los zou maken, zou hij het scheermes vinden. Ik wist zeker dat hij ons dan alle twee onmiddellijk zou vermoorden. Even later leek het erop dat hij me ging losmaken, maar hij aarzelde. Iets deed hem ervan afzien. Ik dacht dat ik de reden wist, maar het was een gok. Ondertussen was de spanning in de grot te snijden. Het leek me beter verder geen provocerende opmerkingen meer te maken. De uitbarsting moest niet komen voordat ik er klaar voor was.
  
  Ik haalde mijn schouders op. 'Laat maar zitten. Ik heb ook niet zoveel zin om te gaan graven. Wil je me een slok van die chicha geven?'
  
  Hij hield het blik omhoog en grinnikte. 'Geen kans, vogel.'
  
  Inez Graunt, haar echte naam, sloeg ons gade terwijl ze haar nagels zat te knippen. Ze had daarvoor haar zilverblonde haar gekamd en geborsteld. Ze was een koele. Ze wist dondersgoed dat ze in gevaar was, maar ze deed alsof ze gasten ontving in de salon van haar familievilla in Lima. 'Denkt u ook niet, mister Carter, dat onze strijdmakker door een ongewoon wapen is getroffen? Misschien een laserpistool?'
  
  Dat was hij inderdaad. Ik had vroeger eens een demonstratie gezien van een prototype. Ze hadden het ding uitgeprobeerd op een geit. Het resultaat was ongeveer hetzelfde geweest. Er was niet veel meer over dan het skelet en wat vleesresten. Ze hebben één nadeel. Ze hebben geen ver bereik en je kunt ze maar één keer afvuren. Het duurt lang voor je ze weer hebt opgeladen.
  
  Jorge keek de vrouw nu aan. 'Herinner je je hoelang het duurde vóór Dario dood was, Inez?'
  
  'Dat herinner ik me, Jorge. Jij was geweldig. Alleen hij had zoiets kunnen doen. Maar dat is nu voorbij, Jorge. We hebben gefaald en al onze mannen verloren. Nu zullen we het nog een keer moeten proberen. Dan zullen we moeten slagen. We moeten die zender vernietigen.'
  
  Ze keek onbewogen naar me en streek met een vinger langs haar kleine, rechte neus. 'Met de hulp van de beruchte Nick Carter, Jorge, zal het ons de volgende keer lukken. Deze keer liggen de plannen van AXE op één lijn met de onze. We kunnen samenwerken.'
  
  'Zo, kunnen we dat? Vind je dat?' Jorge keek naar aan met een vreemde uitdrukking op zijn platte, lelijke gezicht.
  
  Hij leek mijn aanwezigheid even te zijn vergeten. Het licht in de grot was erg gedempt, zodat ik zijn gelaatsuitdrukking niet kon zien, maar ik kon alles in zijn stem horen: woede, twijfel, argwaan en angst. En nog iets. Iets dat ik al langer had gevoeld. Geilheid. Meer dan dat zelfs. De wil om dat prachtige, geile lichaam te vernederen en te vernietigen. Ik besloot niet langer te wachten en begon het touw om mijn polsen te bewerken met het scheermes.
  
  El Rubio probeerde wanhopig de aanval af te houden. Ze wist dat ik haar op dit moment nog niet kon helpen. Ze kon trouwens helemaal niet weten of ik haar wel zou willen helpen. Maar ze was een eersteklas actrice. Ze deed ijskoud alsof ze Jorges laatste woorden helemaal niet had gehoord. De teerling was geworpen, maar zij had net even de andere kant uitgekeken. Ze deed haar best haar hand niet naar de Colt .45, die ze nog aan haar gordel droeg, te bewegen. Ze vocht nu voor elke minuut. Misschien wel voor elke seconde. Ik werkte met het scheermes zo snel als ik kon. Snel was dat niet.
  
  Jorge zat nu verstrikt in een dilemma dat veel mannen kennen. Hij wilde zich van haar ontdoen. En tegelijkertijd wilde hij het liever niet. Hij wilde haar vertrouwen, maar wist dat hij het niet kon. Zijn instinct zei hem dat hij de trekker moest overhalen en haar met een salvo uit het machinegeweer moest vernietigen. Nu! Hij had niet veel overredingskracht meer nodig. Ik had hen urenlang gadegeslagen, en ik besefte dat El Rubio op dit moment niet meer dan één ademhaling van de dood was verwijderd.
  
  Ik had één van de touwen om mijn polsen los gekregen. Jorge, met het machinegeweer in de aanslag, nam een slok chicha en veegde zijn mond af met zijn hand. El Rubio stond ijskoud op en begon naar de opening van de grot te lopen.
  
  'Waar ga je heen, liefje?' Jorge speelde dus nu een nieuwe rol. Hij begon te slijmen en te zaniken.
  
  Ze deed nog steeds alsof ze van de prins geen kwaad wist. Ze keek hem verbaasd aan en glimlachte toen. 'Waar ik heen ga? Jorge, doe me een lol! ¿Que le pasa a usted? Ik moet mijn behoefte doen, als je dat zo graag wilt weten. Dus, als je geen bezwaar hebt...'
  
  Jorge glimlachte nu ook. Zijn grote witte tanden glinsterden in de duisternis. 'Ik heb bezwaar, Inez. Ik heb zelfs een heleboel bezwaren. Jij gaat helemaal nergens naar toe. Je weet best waarom niet. Je zou in het donker verdwalen en hier niet meer terugkomen. Je zou wel eens kunnen besluiten naar de Gierenrots te gaan om je vrienden op te zoeken, zoals je ook die andere avond hebt gedaan, toen al onze kameraden werden gedood behalve jij en ik. Nee, liefje. Je blijft hier.'
  
  Nu kon ze er dus niet meer omheen. Het was losgebroken. Ik zaagde wild met mijn scheermes, ervoor zorgend dat Jorge mijn bewegingen niet kon zien. Eén ding was in mijn voordeel. Jorge was zó woedend, en zó in beslag genomen door El Rubio, dat hij mijn aanwezigheid volkomen leek vergeten.
  
  De vrouw keek hem koel aan, en hief toen haar beide handen ten hemel in een gebaar van wanhoop. 'Je bent gek geworden, Jorge. Dat is de enige verklaring die ik kan vinden voor deze vertoning. Ik kan het ook wel begrijpen. We hebben allebei onder hevige spanning geleefd. Vreselijk. De vreselijke reis vanaf Bolivië. Dan die afschuwelijke hinderlaag, waarin we al onze mensen verloren. Het is een wonder dat één van ons al niet eerder is ingestort. Maar je moet proberen jezelf onder controle te houden, Jorge, dat moet! Ik weet zeker dat ze er in Havana begrip voor zullen hebben en ...'
  
  Jorge bewoog zich als een kat. In dezelfde beweging sloeg hij haar in het gezicht en trok de Colt uit haar holster. Hij duwde de loop van het machinegeweer in haar buik. 'Havana zal het zeker begrijpen. Ze zullen begrijpen wat ik ze vertel. Want jij zult ze niets meer vertellen.'
  
  Hij keek even naar de zendinstallatie in de hoek van de grot. Het was een oud, Amerikaans model, een SC 12. Hij was waardeloos geworden omdat de batterijen het hadden begeven tijdens hun reis uit Bolivië. Hij keek haar weer aan en grinnikte. Hij wist dat hij de situatie nu onder controle had, en was blij dat het kat-en-muis spelletje voorbij was. 'Wat een stommeling ben ik geweest,' zei Jorge. 'Wat een idioot. Maar nu is het afgelopen, Inez. Die nacht bij de Gierenrots heeft de doorslag gegeven. El Colmo! Jij verdwijnt. Bent een uur lang nergens te bekennen. Als je terugkomt ruikt je adem naar tabak. Ik heb een goede neus. Dan, bovenop de rots, lopen we in een hinderlaag. Iedereen wordt vermoord. Vernietigd door laserpistolen. Iedereen behalve jij, Inez. En ik, omdat ik zo dicht bij je in de buurt bleef. Toen wist je al dat ik argwaan had, hè? Jij hield mij in de gaten, en ik jou. Wat een moeilijk parket.'
  
  'Basta,' beet ze hem toe. Ze maakte een hoofdbeweging in mijn richting. 'Carter hoort elk woord dat je zegt. Hij is de vijand, Jorge, niet ik. Je haalt alles door elkaar. Er zijn een heleboel dingen die je niet begrijpt.'
  
  Hij nam niet de moeite me aan te kijken. Zijn stem klonk nu bitter. 'Ik had het allemaal verkeerd begrepen. Ik geef het toe. Jij had het bevel. Ik was er om jouw orders op te volgen. Jij had de geheime instructies uit Havana. We wisten niet waarom we naar Peru waren gestuurd. Alleen jij wist het wel. Toen gebeurde er iets met de radiobatterijen. Ze begaven het plotseling. Nog nooit eerder gebeurd. Maar nu ineens wel... en jij hebt brandwonden op je vingers.'
  
  Ze was zo koel als een blok ijs. Ze stak twee vingers van haar rechterhand naar voren en keek hem aan. 'Je weet best dat ik mezelf had verbrand.' Ze keek mij nu aan en glimlachte zwakjes. Wat je ook van haar kon zeggen, lef had ze. Ze zou het niet snel opgeven. 'Ik kon er niets aan doen. Ik wilde een sigaret opsteken. En toen vatte het luciferdoosje vlam.
  
  'Luis heeft je gezien,' zei Jorge. 'Die arme Luis, die nu op de Gierenrots ligt weg te rotten. Jij hebt hem niet gezien, maar hij zag jou wél. We weten allebei dat hij estupido was, maar zelfs hij vroeg zich af waarom je opzettelijk je vingers zou verbranden. Maar de ene brandwond dekt de andere, niet? Je had je vingers verbrand aan een zuur. Het zuur, waarmee je de batterijen hebt vernield. Dat zou je niet kunnen verklaren, daarom verzon je die truuk met dat lucifersdoosje.'
  
  Ze zweeg en keek hem vol minachting aan. Ik bleef doorzagen met het scheermesje. De tijd begon te dringen. Jorge, die vol zat met chicha en de hele tijd coca had zitten kauwen, begon onder de indruk te komen van zijn eigen stem. Hij begon er een prachtige vertoning van te maken. Maar elk moment zou hij er genoeg van kunnen krijgen. Dat zou het einde betekenen voor het meisje. Maar ik had nog een kans. Geen kans van vijftig procent, maar een kans.
  
  Jorge nam een slok en gooide het lege blikje in mijn richting. Hij stak één van mijn sigaretten aan en blies de rook in haar gezicht. 'Het zijn allemaal maar kleine dingen, Inez. Niet echt belangrijk. Het was maar een kleinigheid dat je adem naar tabak rook. Dat je je vingers verbrandde om de wonden van het zuur te verbergen. Want jij vernielde de batterijen zodat ik geen contact meer kon maken met Havana om jouw orders te controleren.' Hij richtte zich nu tot mij en zijn glimlach was van metaal. 'Weet je wat die geheime orders waren, Carter? Je zult gevleid zijn, vogel! Het ging over jou. Je was op weg hierheen en wij moesten jou onderscheppen. Je levend gevangen nemen. Wat vind je daarvan?'
  
  Ik knikte. 'Prima. Gevangen nemen. Levend! Waarom luister je niet naar je baas en voer je je orders niet exact uit. Je kunt beter geen ruzie krijgen met de Baarden in Havana.' Hij spoog een donker straaltje coca uit. 'Dat zou jij wel willen, hè? Weet je wanneer zij me over die geheime orders vertelde? Gisteravond. Gisteravond pas! Toen ze in de gaten kreeg dat ik haar niet meer vertrouwde. Dus vertelt ze me een verhaaltje om net te doen alsof ze me een geheim toevertrouwt. Omdat ze wist dat je kwam en omdat ze denkt dat ze een goede indruk zal maken als wij jou levend hebben. Daarom vertelde ze die onzin over geheime orders. Wat ze werkelijk van plan is, is mij om zeep brengen. Maar ik zorg er wel voor dat ik haar nooit mijn rug toekeer. En ik slaap nooit omdat ik weet dat ze niet te vertrouwen is. Zij wacht. Ik wacht. We spelen kat en muis!'
  
  Hij had ondertussen een nieuw blik leeggedronken en wierp dat naar haar hoofd. Ze ontweek het blik door een kleine, zijwaartse beweging met haar hoofd te maken, en ze liet hem minachtend haar witte tanden zien.
  
  'Idioot! Estupido! Je hebt het helemaal verkeerd. Je bent helemaal gek geworden!'
  
  Jorge, die het machinegeweer nog steeds in haar buik gepriemd hield, haalde een nieuw blik bier tevoorschijn.
  
  'Maar niet zo gek dat ik niet weet waar die geheime orders vandaan kwamen. Ik weet ook dat je ze pas twee avonden geleden hebt gekregen, op de Gierenrots. Toen je zogenaamd een uur "verdwaald" was. Toen je die sigaret rookte. Wie heeft je die sigaret gegeven, Inez? Dezelfde, die jouw orders over Carter gaf?'
  
  Dion Hermes. Het kon niet anders. In het oude huis in Malibu had hij me Carter genoemd. Hij had zich daar versproken. Hermes had zich toen beklaagd over het smerige werk dat hij moest opknappen. Over het opvolgen van orders die hem niet aanstonden. Hij had het doen voorkomen alsof hij maar een onbelangrijke schakel was. Maar was hij dat wel? Voor hetzelfde geld zou hij wel eens het brein achter die hele zender kunnen zijn. Hij was intelligent, en een goed organisator. Hij had Rona Matthews de banden laten inspreken. Hij had Li Tzu om oude stumpers geld af te persen en de nederzetting op de Gierenrots een aanvaardbare dekmantel te geven. Het zou wel eens kunnen kloppen. Dion Hermes kon wel eens veel belangrijker zijn dan ik in het begin had vermoed. Ofwel hij was een hele hoge in de beweging, óf hij was een slimme zakenman die efficiency verkocht. Voor een enorme prijs. En de zender had geld. Hoeveel zouden ze Dion Hermes betalen voor zijn organiserende werkzaamheden?
  
  Maar toch was ik met die verklaring niet helemaal gelukkig. Iets klopte niet. Niet het feit dat ik nog leefde terwijl Dion Hermes dacht dat ik dood was. Daar had hij gemakkelijk achter kunnen komen, misschien met behulp van een mannetje dat bij de brand had staan kijken om te zien of mijn lijk naar buiten werd gedragen. Nee, het was iets anders, en ik wist nog niet precies wat.
  
  Jorge dronk het blik in één teug halfleeg. Ik vroeg me af hoe hij erin slaagde zich nog op de been te houden. Toen hij de vrouw weer aankeek was zijn gelaatsuitdrukking droevig. Hoewel ik op bijna alles voorbereid was, verbaasde het me toch hem te horen snikken. Ik had mijn handen nu vrij gekregen.
  
  Jorge begon weer tegen het meisje te dreinen. Bovendien was er iets in zijn stem dat ik niet direct thuis kon brengen. Pas toen ik er even over nadacht realiseerde ik het me. Hij klonk niet meer zo dronken als tien minuten geleden. Hij was bezig zichzelf nuchter te drinken! Dat betekende dat ik snel zou moeten ingrijpen. In ieder geval had ik mijn handen vrij. Mijn benen waren nog vastgebonden.
  
  'Ik ben even slecht als jij,' vervolgde hij tegen de vrouw. 'Misschien zelfs erger. Omdat ik denk dat jij Cuba verraadt, en het niet probeer te zien. Ik wilde het niet zien omdat ik verliefd op je was. En jij, smerige hoer, wist dat en maakte er misbruik van.'
  
  Plotseling bracht hij zijn grote rechterhand naar zijn gezicht en krabde met zijn nagels over de huid. Onmiddellijk kleurde het bloed zijn gezicht donkerrood.
  
  'Verliefd?' riep hij uit. 'Onzin. Ik was een vervloekte idioot die een mooi wijf wilde naaien omdat hij alles dan even kon vergeten. Jij was slim, Inez. Inteligente! Jij wist het heel goed. Zo lang jij me mijn gang liet gaan was er geen gevaar dat ik teveel vragen zou stellen.'
  
  Ik had al eerder gemerkt dat ze goed kon toneelspelen. Nu werd ze lijkbleek. Ze sprong overeind en keek hem met een vernietigende blik aan.
  
  'Embustero! Leugenaar! Je hebt me nooit met één vinger aangeraakt. Ik was nog liever gestorven! Ik ...'
  
  Jorge veegde een dikke traan uit zijn gezicht. Hij zag er belachelijk uit, voor zover een dronken idioot met een geladen machinegeweer er belachelijk uit kan zien.
  
  'Ik lieg niet, Inez, en jij weet het. Het doet er niet meer toe. Jij weet best hoe vaak jij bij mij in bed bent gekropen om me rustig te houden, om me ervan te weerhouden teveel na te denken. En je zult spoedig sterven. Maar niet voordat ik je nog een keer gehad heb, op de vloer van deze grot en voor de ogen van Carter. Ik wil dat hij ziet hoe ik je verneder. Ik zou hem zelfs graag willen laten leven, zodat hij het aan anderen kan vertellen. Helaas zal ik hem moeten doden nadat ik hem gebruikt heb. Want Carter en ik gaan die zender opblazen, hoor je me? Ik zal hem dwingen me te helpen. Hij is nu in mijn macht. En we gaan doen wat jij steeds hebt willen voorkomen!'
  
  De vrouw was weer gaan zitten en keek hem hooghartig aan. 'Je bent werkelijk idioot geworden, Jorge. Wat heeft die laatste opmerking nu weer te betekenen?'
  
  Jorge schudde langzaam zijn hoofd. 'Het zal je niet meer lukken, schatje. Mij zul je niet meer lijmen met dat lichaam van je. Ik zal je vermoorden, nadat ik gedaan heb wat ik nog wil doen. Ik heb je tot nu toe alleen maar die kleine dingetjes verteld. Maar die zijn het niet die jou ter dood hebben veroordeeld. Ik weet alles af van jouw geheime opdrachten, schatje. Ze hebben het me in Havana al verteld, zodat ik kon controleren of jij ze uitvoerde. Jij hebt dezelfde vergissing gemaakt die al die saloncommunisten maken. Jullie denken: als een man niet beschaafd kan praten, en als hij niet op school heeft gezeten, kan hij niet denken. En jij bent niet eens een communist! Ik denk dat die bazen van jou dat ook wel weten, en dat ze je daarom die gevaarlijke baantjes geven. Als je het niet overleeft zullen ze er niet mee zitten. Ze weten al lang alles van je af in Havana, schatje. Jij bent van de KGB. En daarom wil je niet dat die zender wordt vernietigd.'
  
  Nu was ze bijna verslagen. Ze keek naar de grond, en ik zag dat haar handen trilden. In haar nederlaag leek ze nog mooier dan eerst.
  
  Jorge werd snel nuchter. Sommige mannen kunnen dat, en hij was er kennelijk één van. Ik bewoog mijn benen een beetje en voelde een krampachtige pijn. Maar mijn handen waren vrij en ik had weer gevoel in mijn vingers. Mijn Mannlicher leunde tegen de wand van de grot in de buurt van de opening. El Rubio sloeg haar handen voor haar gezicht en snikte. Misschien snikte ze echt. In ieder geval hield ze mij goed in de gaten tussen haar vingers door.
  
  'Ik ben heus niet zo stom,' zei Jorge. 'Jij denkt natuurlijk dat ik een gewone guerrilla luitenant bent, maar in werkelijkheid ben ik in dienst van de Cubaanse inlichtingendienst. Ik heb de rang van majoor.'
  
  Als ze op deze manier door bleef acteren, zou ik een kans hebben. Anders niet. Zonder haar hulp zou hij me met een salvo uit het machinegeweer kunnen neermaaien zonder dat ik het geweer ook maar kon aanraken. Maar als ik ongemerkt het geweer zou kunnen bereiken, had ik een kans. Jorge liep nu naar haar toe. Ze zat bewegingloos, met haar gezicht in haar handen begraven, en tuurde naar de grond. Goed. Hij was nu dichter bij haar. 'Ik kreeg zojuist een idee,' zei Jorge. 'Iets heel leuks. Weet je wat ik je ga laten doen, liefje?'
  
  Ze wist het, en nu waren de afkeer en de walging die op haar gezicht stonden te lezen, niet gespeeld. Ze beet hem. Ze moet helemaal doorgebeten hebben ook, want hij slaakte een onbeheerste kreet van pijn en woede en sloeg met zijn linkerhand wild naar haar hoofd. Maar hij vuurde niet. Ik zette met mijn vastgebonden benen af en dook naar het machinegeweer. Ik kwam een halve meter te kort, en kroop wild op handen en voeten naar de Mannlicher. Ik greep het wapen, liet me bliksemsnel omrollen en begon te vuren. Ik transpireerde. Het licht in de grot was erg slecht, en ik zou niet veel tijd hebben.
  
  El Rubio wist zich goed te redden. Ze schoot omhoog en greep de loop van het machinegeweer. Ze wierp zich er met al haar gewicht op en maakte het op die manier voor Jorge onmogelijk te vuren. Maar ze stond in de weg. Ik moest in dat slechte licht op zijn hoofd mikken en ik had misschien maar een tiende van een seconde.
  
  De eerste .45 trof Jorge tegen de bovenkant van zijn neus en sloeg zijn achterhoofd weg. De tweede keer raakte hem in de kin en de thorax. Toen pas liet hij het machinegeweer vallen. Terwijl het bloed uit zijn mond spoot begon hij naar het meisje te kruipen. Ze dook naar het machinegeweer. Hysterisch krijsend, begon ze het wapen leeg te schieten op het al dode lichaam van Jorge. Hij bewoog, schudde en trilde als een imitatie van het leven terwijl zij het magazijn leegde. Of bijna leegde. Ik lette daar speciaal op.
  
  Ik vermoedde dat er nog ongeveer tien patronen in het magazijn zaten. Toen ze zich wilde omdraaien zei ik: 'Draai je niet om! Laat vallen!'
  
  Even twijfelde ze. Ik kon de spieren van haar benen en billen zien spannen. Misschien vervloekte ze zichzelf wel. Als ze niet die krankzinnige wraakoefening op dat lichaam had genomen, zou ze me misschien hebben vermoord.
  
  Ik wilde haar niet neerschieten. Ze zou me nog van nut kunnen zijn als ik bij nacht de Gierenrots ging beklimmen. En dat wilde ik gaan doen. Nog diezelfde nacht.
  
  'Doe het maar,' tartte ik haar. 'Alleen zal ik dan helaas je rug moeten openschieten. Dat zou jammer zijn. Het is een heel aantrekkelijke rug.'
  
  Deze opmerking plaatste ik heel weloverwogen. Ik wist nu al wat ze dacht, en hoe ze zou proberen het te spelen, en ik wilde haar doen geloven dat ze een kans had. Ze proberen het altijd. De sekstruuk. Als je het begin met ze meespeelt zijn ze veel gemakkelijker aan te pakken.
  
  Ze liet het machinegeweer vallen. Het viel in een grote plas bloed. Ze begon nu weer toneel te spelen. Ze maakte een driftige beweging met haar hoofd, wierp haar blonde haar naar achteren, en keek strak voor zich uit. Haar stem had nu weer de normale klank, zelfverzekerd en uit de hoogte.
  
  'U bent een uitstekend schutter, mister Carter. Werkelijk heel goed. Bedankt voor het redden van mijn leven. Kan ik me nu omdraaien?'
  
  Haar toon betekende dat ze me als een gelijkwaardige wenste te beschouwen. Zij was een dame, en ik werd ook meteen herkend als een telg van betere familie. We mochten dan van politiek inzicht verschillen, maar daar hoef je als beschaafde mensen geen punt van te maken. Op die toer gooide ze het nu. En ik begreep meteen dat Jorge gelijk had gehad. Ze was een typische saloncommuniste. Waarschijnlijk had ze een schuldcomplex vanwege het geld van haar familie.
  
  'Je mag je niet omdraaien,' vertelde ik haar. 'Loop naar die muur, naar die grote steen. Daar ga je op zitten met je gezicht naar de muur. En hou je handen boven je hoofd, Inez. Probeer niets. Ik ben er niet op uit je te doden.'
  
  Ze lachte spottend. 'Het lijkt er niet op dat er voor mij veel veranderd is, mister Carter.'
  
  'Het hangt er vanaf hoe je het bekijkt. Doe nu wat ik heb gezegd en hou verder je mond.'
  
  Ze zuchtte en spoog op het lichaam van Jorge. 'Zoals u wilt. Maar ik ben erg teleurgesteld in u, mister Carter. Ik dacht dat u een echte gentleman was.'
  
  'Dat was Jorge vast ook,' zei ik. 'En kijk eens wat er van hem geworden is.'
  
  Ik had een mes uit de gordel van Jorge gehaald en was begonnen het touw dat om mijn enkels zat los te snijden. Ik voelde pijnlijke speldenprikken toen het bloed weer naar mijn voeten stroomde.
  
  Ze zat nu op de steen, met haar handen in de lucht, zoals ik haar had opgedragen. 'Ik ben erg moe. Kan ik mijn handen naar beneden doen?'
  
  'Nog niet.'
  
  Ze begon te pruilen. Ik was een ondankbare hond. 'Ik was degene die u het scheermes gaf, weet u nog wel! Zonder dat zou u nu dood zijn.'
  
  'Fout. Jij zou dood zijn. Jorge was van plan me eerst nog te gebruiken, weet je nog wel? Jij hebt me het scheermes gegeven omdat je bang voor hem was. Je was bang dat je hem alleen niet aan zou kunnen, en dat er dan ongelukken zouden gebeuren. Dat bleek te kloppen. Dus je kunt mij beter bedanken.'
  
  Ik deed het snel. Ik vernielde elk wapen dat ik in de grot vond, en wierp het in een diep, donker gat in de hoek van de grot. Ik kon tot zes tellen voordat ik het wapen dat ik naar beneden gooide hoorde vallen. Het was dus diep genoeg. Ik gooide ook alle munitie naar beneden. Ik wist dat ik haar nooit zou kunnen vertrouwen en wilde er zeker van zijn dat ik het enige wapen in bezit zou hebben. De Luger. Die hield ik, samen met de stiletto tegen mijn rechter onderarm. Als ik het tegen laserpistolen moest opnemen, zou ik toch niets hebben aan machinegeweren.
  
  Ik onderwierp de zendinstallatie aan een vluchtig onderzoek. Misschien zou ik het apparaat kunnen gebruiken met behulp van de batterijen van mijn draagbare televisietoestel, misschien ook niet. Dat probleem kon nog wachten.
  
  Toen ze hoorde dat ik de wapens vernielde, draaide ze zich half om. 'Alsjeblieft. Ik kan het niet langer volhouden. Mag ik ...'
  
  'Jazeker,' zei ik. 'Loop hierheen, naar het vuur. En kleed je uit. Helemaal.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 8
  
  
  
  
  Ze protesteerde niet. Ze liep naar het vuur en begon zich uit te kleden. Haar mond vertrok zich in een katachtig lachje. Ze geloofde werkelijk dat ik in het seksaas zou bijten.
  
  Ik zat een paar meter verderop op een stuk steen toe te kijken, en hield haar onder schot met mijn Luger. 'Maak geen plotselinge bewegingen,' waarschuwde ik haar. 'Ik moet je handen kunnen zien. Beweeg je vingers langzaam. Laat me hier maar eens van genieten.'
  
  Ze keek me met toegeknepen ogen aan. 'Ik geloof dat je dit leuk vindt!'
  
  'Diep in mijn hart ben ik niet meer dan een oud, vies mannetje. Schiet op. Doe je broek naar beneden. Maar langzaam!'
  
  Mijn eerste indruk van haar lichaam bleek geheel juist te zijn geweest. Ze had een prachtig slank lijf. Slanke benen, een stevige, platte buik en volle, ronde borsten. Even onder haar kruis, in een holster om haar rechter bovenbeen, zag ik de glimmende kolf van een kleine Webley. Een Lilliput. Maar erg dodelijk op korte afstand.
  
  'Hmmm. Wat elegant! En zo handig! Doe je handen weer even omhoog.'
  
  Ik liep naar haar toe, maakte het kleine holster los en liet hem langs haar been naar beneden glijden. Ze huiverde toen mijn vingers de binnenkant van haar dijbeen aanraakten. Ze had haar ogen gesloten. Ik gooide het kleine schietijzer in het diepe gat en telde tot zes. Klink.
  
  Onze ogen kruisten elkaar. 'Dat is een heel diep gat,' deelde ik mee. 'Denk daar maar eens goed over na.'
  
  Ze sloot haar ogen weer en toen ze begon te praten hoorde ik een nieuwe klank in haar stem. De woorden kwamen moeizaam, en haar grote, volle borsten gingen hevig op en neer terwijl ze tegen me sprak. Ze kromde haar rug en hield haar hoofd enigszins afgewend.
  
  'Ik ben zo vreselijk opgewonden,' zei ze. Haar tong zat in de weg en ze kon de woorden nauwelijks uitspreken. 'Bloed ... doden ... daar word ik altijd zó opgewonden van. Eerlijk. Ik ... ik maak geen grapjes, Nick.'
  
  Ik keek naar haar. Ik geloofde het.
  
  Ze greep haar borsten met haar beide handen. 'Nou? Ga je er niets aan doen?'
  
  'Ja hoor,' zei ik. 'Ik zal er iets aan doen. Een andere keer.'
  
  Ik liet mijn ogen over haar lijf glijden. Ze had niet nog meer verborgen wapens.
  
  'Ga je aankleden,' beet ik haar toe. 'En maak iets eetbaars uit die blikken daar. Maak koffie.'
  
  Haar tepels waren strak van de kou. Ze had kippenvel. Ze likte haar lippen af en staarde me aan alsof ze een wonder had beleefd. Dat begon ik bijna ook te geloven. Ik was bloedgeil van haar geworden. Maar mijn hersens hielden me in bedwang. Ik was bezig aan een opdracht. En zij was gevaarlijk. Bloedgeil, maar ook bloedgevaarlijk.
  
  Ik keek haar niet vriendelijk aan, en maakte een sprekend gebaar met de Luger. 'Sta niet te suffen. Schiet op! En vergis je niet, Inez. Ik schiet je net zo makkelijk neer als Jorge gedaan zou hebben.'
  
  Ze slaakte een diepe zucht en liet de toppen van haar vingers over haar lichaam glijden. Ze keek me nog een keer doordringend aan. Ik snauwde en maakte een dreigend gebaar met Wilhelmina. Ze gaf het op en begon zich aan te kleden.
  
  Ik wist dat ze me nu haatte. Nu was ik meer dan alleen maar een politieke vijand. Nu was er persoonlijke haat. Dat zou haar misschien nog onhandelbaarder maken. Natuurlijk had ik daar ook wel een antwoord op, al hoopte ik niet dat ik dat zou moeten geven.
  
  Ze was bleek en zwijgzaam terwijl ze iets te eten maakte. Bennett had zich op het gebied van voedsel kennelijk niet al teveel moeite gegeven. Alles was simpel blikvoer. Er was wat poederkoffie en een slof sigaretten. De mensen van het Vredeskorps schijnen er een gewoonte van te maken net zo te eten als de mensen in het gebied waar ze werken. Terwijl zij bezig was sleepte ik Jorge naar een hoek. Ik had hem liever naar buiten gebracht, maar ik kon haar niet alleen in de grot achterlaten. Ik wist niet hoe lang ze de grot al hadden gebruikt. Het was niet onmogelijk dat ze ergens een wapen verstopt had.
  
  Tijdens het eten begon ik haar te ondervragen. Hawk zegt dat ik daar tamelijk goed in ben. En hij zou het moeten weten, want hij is de beste. In ieder geval, tijdens de eerste kop koffie begon ze te liegen. Ik zei niets. Ik liet de stiletto uit het heft springen en hield de punt in het vuur. Ze keek me met wijd open ogen aan en haar mond vertrok van angst.
  
  'Je liegt,' zei ik alleen maar. 'Doe dat niet. Je kunt niet winnen, omdat je niet weet hoeveel ik al weet. Elke keer dat je liegt loop je het risico dat ik je betrap.' Ik draaide de stiletto rond in het vuur. 'En als je nog één keer liegt, zal ik je vastbinden en dit gebruiken tegen je blote voeten. Als je denkt dat ik je alleen maar bang probeer te maken, moet je het maar proberen.'
  
  Ze had begrepen dat ik geen grapjes maakte. Ik had wel gedacht dat het voldoende zou zijn haar te dreigen. Dat is vaak veel doelmatiger dan de marteling zelf. Jorge zou waarschijnlijk gezegd hebben dat ik op het dak kon gaan zitten. Ik vermoedde niet dat zij zoveel lef zou hebben. En ik had gelijk.
  
  Ze praatte. Jorge had gelijk gehad. Ze was een agente van de KGB. Ze hadden haar in Cuba neergepoot, zodat het Kremlin de plannen van de Baard uit de eerste hand kon vernemen. Ze was lange periodes inactief, had een aantal verschillende paspoorten, en als ze niet werkte, gaf ze les op een school in Argentinië. Al jaren zorgde ze ervoor uit de buurt van haar machtige, aristocratische familie te blijven. Als ze haar ooit te pakken zouden krijgen, zouden ze haar zonder twijfel in een inrichting laten opnemen.
  
  De rest was eenvoudig genoeg. De Cubaanse geheime dienst had al enige tijd afgeweten van het bestaan van de zender op de Gierenrots, maar ze wisten niet precies wat het was, en waar het voor was bedoeld. Hun mensen in Peru waren slecht uitgerust, en ze hadden weinig of geen steun van de boeren. Het grootste deel van hun tijd waren ze opgejaagd en hongerig. Castro had zijn hoop gevestigd op de Boliviaanse guerrillabeweging in het noorden. Peru kon wachten. Toen Che Guevara was gedood, en de Boliviaanse guerrilla was ontploft, had Havana El Rubio gestuurd om zijn plaats in te nemen, mét Jorge, die haar in de gaten moest houden. Ze had opdracht gekregen naar het zuiden te gaan. Toen de uitzendingen begonnen, had Cuba opdracht gegeven, de installatie op de Gierenrots te vernietigen. Castro was pro-Mao-Tse-tung. De zender wilde Mao's hoofd. Dat was dus duidelijk genoeg.
  
  Maar Inez, El Rubio, was KGB. En het Kremlin wilde de Neozender beschermen en aanmoedigen. In het begin tenminste. Totdat ze hadden gezien welke richting de zender uitging. Misschien konden ze proberen hen naar hun hand te zetten.
  
  In ieder geval had Inez orders de installatie te beschermen. Ik nam de stiletto uit het vuur en hield de punt tegen een houten kist waarin proviand had gezeten. Het hout knisperde en begon te roken.
  
  'Je was midden in de bergen, Inez. Hoe kreeg je je orders van de KGB?'
  
  'We hebben een agent in Caracas. Ik heb contact met hem gehad op de avond voordat ik de batterijen heb vernietigd.' Het zijn die kleinigheden waarop je moet letten in een ondervraging. 'Hoe was dat mogelijk? Jorge had gezegd dat je niets bij de radio te zoeken had. Hoe kon je dat waarmaken?'
  
  'Gemakkelijk. Jorge en de anderen waren weg om voorraden op te halen. Luis was de enige die in het kamp achterbleef, en hij was niet de slimste. Hij kende geen Morse. Ik heb de radio toen gebruikt en mijn orders gekregen. Daarna heb ik me laten grijpen door Luis, om hem te laten zwijgen. Luis was een volslagen idioot. Hij geloofde dat ik alleen van hem hield en dat de anderen niet mochten weten wat we samen deden als we alleen waren.'
  
  Luis was dan misschien wel dom, maar toch niet zó dom dat hij Jorge niet over die lucifers vertelde. Dat leek me toch al te onwaarschijnlijk.
  
  Ik zei: 'Dus jullie hadden de Rots twee nachten geleden aangevallen? Jorge verdacht jou, maar hij sliep met je, en hij had nog niets tegen je ondernomen. Je zult toen wel getranspireerd hebben, niet? Hoe is het je gelukt? Hoe kon het gebeuren dat ze allemaal afgemaakt werden behalve jij en Jorge?'
  
  Ze keek naar de rokende punt van de stiletto en haalde diep adem. 'Goed dan. Ik heb een contactman op de Gierenrots. Caracas had me daarover instructies gegeven. En ik was inderdaad wanhopig. Daarom "verdwaalde" ik die nacht. We gingen vlak voor zonsondergang naar boven. Er is een gemakkelijke weg naar boven, als je hem weet. Ik liep weg van de anderen. Ik vond mijn contactpersoon en waarschuwde hem. Hij zette een hinderlaag op voor de anderen. Maar omdat Jorge me inderdaad niet vertrouwde, bleef hij zowat aan me vastklitten. Daarom wist ook hij die laserpis- te ontlopen.'
  
  Ik vertelde haar de rest. 'Die contactpersoon gaf je één of twee sigaretten. Je rookte ze en dacht er niet meer bij na. Toen ging je terug. Je kuste Jorge.'
  
  Ze keek me miserabel aan, als een betrapt schoolmeisje. 'Ja. Dat was een stomme vergissing. Maar we hadden al dagen niets meer te roken gehad, en ik smachtte gewoon naar een sigaret. Ik had nooit gedacht dat ...'
  
  Het zijn altijd weer die kleine, stomme foutjes, die de dood betekenen voor elke agent. Ik vroeg me af wanneer het mij zou overkomen en wat voor fout ik zou maken. Hawk zegt altijd dat het wel iets met drank en vrouwen te maken zal hebben. Persoonlijk betwijfel ik dat.
  
  Ik zei: 'Die agent in Caracas, wat is zijn naam en dekmantel?'
  
  Die vraag had ze niet verwacht. Ze verwachtte een andere vraag, een erg belangrijke. Ze had zich al zitten afvragen of ze zou liegen en een marteling riskeren. Ik bracht haar met die minder belangrijke vraag uit balans. Ze gaf me de naam van haar contact in Caracas en ik stopte de gegevens weg in mijn geheugen.
  
  Toen vuurde ik de vraag op haar af. 'Jouw contactman op de Gierenrots is Dion Hermes, nietwaar? Hij is vier dagen geleden per helikopter uit Cuzco aangekomen. Daarvoor zat hij in Los Angeles. Hij is een nicht. Hij is ook de topman van de KGB aan de westkust en hij heeft de Chinezen geholpen met de aanleg van deze zender, omdat de Russen dat wilden. Hij heeft Rona Matthews, en de oude lama, Li Tzu, ingeschakeld. Hij schrijft de teksten, en zij leest ze op de band. Hij heeft de Chinese ingenieurs in Peru binnengesmokkeld. Hij melkt die idioten uit die hier aan Li Tzu's voeten komen zitten, en hij geeft het geld door aan de nieuwe organisatie. Die sekspillen zijn een uitvinding van een Chinese geleerde. Heb ik het tot zover bij het goede eind?'
  
  Ze keek me met halfopen mond aan. Ze was onder de indruk. En stomverbaasd. Soms hebben onze vijanden de gewoonte AXE te onderschatten. Wij stimuleren dat zoveel mogelijk.
  
  Inez gooide haar sigaret in het vuur. Ze gooide haar hoofd naar achteren en haalde haar schouders op. 'Jullie zijn zo verdraaid goed op de hoogte! Waarom neem je eigenlijk nog de moeite me te ondervragen?'
  
  'Ik wil alles weten over Dion Hermes. Alles! Ik heb een heel eind afgelegd om hem te vermoorden.' Ik vervolgde: 'Dion Hermes heeft geprobeerd me een moord in de schoenen te schuiven in Malibu. Het is hem niet gelukt, en ik denk dat hij dat weet ook. Ik denk dat hij tegen jou over mij gepraat heeft. Ik denk ook dat hij jou zekere orders heeft gegeven. Misschien de volgende: jij moest hier in de vallei blijven en contact met mij maken zodra ik hier verscheen. Je zou waarschijnlijk proberen me om de tuin te leiden met dat verhaaltje dat we zouden kunnen samenwerken. Misschien was ik daar ingetippeld. Je kon proberen me nog meer te overtuigen door met me naar bed te gaan. Dan zou je me via die gemakkelijke weg die je net noemde meenemen naar de Gierenrots, waar ik in een hinderlaag zou lopen. Is dat niet zo, Inez?'
  
  In meende bewondering in haar ogen te lezen. En ook verbazing. Ik dacht dat ik wel begreep waarom ze verbaasd was. Ik wist heel wat meer over deze geschiedenis dan zijzelf. In mijn organisatie was ik de topman. Zij was ongetwijfeld niet meer dan een pion, net goed genoeg om orders uit te voeren. Ze hadden haar waarschijnlijk niet alles verteld.
  
  'Jij moet wel familie zijn van de duivel,' zei ze tenslotte. Ze sloeg een kruis en dat verbaasde me. Het leek me iets vreemds voor zo'n vrouw. Toen vergat ik het. Dat was mijn vergissing. We praten nog een tijdje verder. Voor zover ik het kon beoordelen vertelde ze me de waarheid, omdat ze bang was voor een marteling. Waar het allemaal op neerkwam was, dat Dion Hermes mij moest vermoorden om welkom te zijn in Rusland. Dat betekende een confrontatie van man tegen man. En dat was me niet onwelkom.
  
  Ik vernam nog iets dat me eigenlijk wel een beetje verbaasde, en eigenlijk ook weer niet. Dion Hermes opdracht om mij te doden bestond al lang. Onze betrokkenheid bij de kwestie in Malibu was puur toeval.
  
  'Ze moeten erg diskreet zijn,' vertrouwde Inez Graunt me toe. 'Ze willen het laten lijken op een ongeluk. Want nu er een redelijke verstandhouding tussen Rusland en de Verenigde Staten is, willen ze geen nieuwe spanning creëren door de belangrijkste AXE-man te vermoorden. Daarom moeten ze het op een ongeluk laten lijken.'
  
  Dat klonk aannemelijk. Ik wist dat het ergens niet klopte, maar het klonk aannemelijk. En ik wist niet waar het fout zat. Ik had vóór deze opdracht nog nooit van Dion Hermes gehoord. Hawk evenmin. Het klopte gewoon niet dat een zo belangrijke agent, als Hermes ongetwijfeld was, zo lang onder dekking kon blijven.
  
  Ik besloot haar aan een test te onderwerpen. Ik nam de stiletto en liet hem dreigend langs de houten kist schrapen. Ik liep om het vuur heen, en ze kromp in elkaar.
  
  'Je liegt,' zei ik. 'Je vertelt me alleen maar de halve waarheid. Je laat iets weg, en ik wil weten wat het is. Hoe komt het dat je zo goed met de plannen van Dion Hermes op de hoogte bent?'
  
  Ze keek naar de punt van de stiletto en haar lippen trilden. 'Ik lieg niet, Nick. Ik zweer het. Hermes heeft me al die dingen zelf verteld. Toen ik hem die avond op de Gierenrots ontmoette.'
  
  Ik keek haar dreigend aan en zweeg.
  
  'Ik lieg niet, Nick. Eerlijk. Ik kan het bewijzen.' Ze keek angstig naar de stiletto en likte haar lippen af. Ze was als de dood voor dat koude staal.
  
  'Vijf seconden,' zei ik. 'Ik geef je vijf seconden om het te bewijzen.'
  
  De woorden rolden in sneltreinvaart uit haar mond.
  
  'Je was een paar dagen geleden in Beiroet. Je sliep met een vrouw, Kezia Newmann. Ze is een dubbelagente; ze werkt voor de KGB én voor Shin Bet. De Russen vertrouwen haar niet langer en hebben besloten haar op te ruimen.'
  
  Ik veronderstel dat ik er een beetje verbaasd heb uitgezien. Niet dat mijn mond direct openviel, maar mijn verbazing moet zichtbaar geweest zijn. Ik merkte aan de reactie van Inez dat ze opgelucht was. Ze bleef doorpraten. 'Ze waren van plan jou in dat hotel te vermoorden. De Phoenicia heette het geloof ik.'
  
  Ik knikte.
  
  'Ze hadden het tot in details uitgewerkt. Zowel jij als het meisje zouden worden vergiftigd door middel van een fles arak, en er zou een briefje achterblijven waaruit bleek dat jullie samen zelfmoord hadden gepleegd. Uit liefde, en omdat jullie genoeg hadden van het smerige werk dat jullie deden.'
  
  'En wie had dat briefje dan moeten schrijven?'
  
  'Die vrouw, Kezia Newmann. Ze had het al geschreven. Zij zou het neerleggen. Maar natuurlijk wist ze niet dat zij er ook aan zou gaan. Ze zou zeggen dat ze het op het laatste moment had opgegeven en het vergif had uitgekotst. De politie zou haar niet lang vasthouden en ze zou een grote beloning krijgen. Ze had geen enkele argwaan.'
  
  Ik liep terug om het vuur heen en ging zitten. Dat had dus niet veel gescheeld. Ik hoopte maar dat Hawk er nooit achter zou komen.
  
  'Jij vertrok een uur te vroeg,' vervolgde Inez. 'Eén van de Russen had je zien vertrekken. Hij stond op een parkeerplaats aan de overkant van het hotel.'
  
  Nikolay Tovaretz. De man met de grote handen. En ik had gedacht dat hij het op Kezia gemunt had. Dat was dus zo geweest. Maar ik had mezelf vergeten. Hij had niets laten merken toen hij me het hotel had zien verlaten. Toch was er nog iets dat ik niet begreep.
  
  'Waarom zou Hermes je dat allemaal vertellen? Aan een agente die hij nog nooit eerder had gezien. Dat klopt niet.' Ze keek ontdaan. 'Wat moet ik je nog meer vertellen. Ik weet ook niet waarom hij het me heeft gezegd. Maar hij heeft het me verteld! En hij lette erop dat ik goed luisterde. Het leek wel alsof hij het belangrijk vond dat ik niets zou vergeten van wat hij me vertelde.'
  
  Nu begon het me duidelijk te worden. Hermes had gewild dat ik het wist. Dat betekende dat hij me goed kende. Hij wist dat ik op de uitdaging zou ingaan, dat ik het lokaas niet zou versmaden. Hoe kon Dion Hermes, een voor mij volkomen onbekende, me zó goed kennen? Ik stak twee sigaretten aan en gaf er één aan het meisje. Ik keek op mijn horloge. Het was middernacht.
  
  'Goed,' zei ik. 'We gaan vlak vóór zonsopgang naar de rots. Wij zullen dan redelijk zicht hebben, maar voor hen zal het moeilijk zijn ons te ontdekken.'
  
  Ze werd weer bang. 'Ik voel er niets voor om daarheen te gaan. Waarom moet ik mee? Kan je me niet gewoon vrijlaten. Ik zal in de bergen verdwijnen en je niet meer lastigvallen. Ik heb geen wapens meer en ...'
  
  'Je gaat met me mee.'
  
  'Maar het is een val. Ze zullen je opwachten. Er zal worden gevochten en ik ... ik ...'
  
  'Ja,' ik glimlachte naar haar. 'Jij zou ook wel eens gedood kunnen worden. Dat is mogelijk. En ik zou gedood kunnen worden. Dat is een andere mogelijkheid. Maar we zullen niet in hun val lopen. We zullen die gemakkelijke weg niet gebruiken. We zullen het op de moeilijke manier doen: we klimmen naar boven aan de steile kant, de oostkant.'
  
  Ik had de kaarten van de Gierenrots uitvoerig bestudeerd. Het was mogelijk. Dat wist ik. Zij wisten het niet en daarom zouden ze niet zijn voorbereid op een aanval uit die richting. Als we er een half uur over zouden doen, wat in principe mogelijk was, konden we vóór zonsopgang onder dekking zijn.
  
  Ze was stomverbaasd. 'Ik ben een erg goede bergbeklimmer. Ik ben opgevoed in Zwitserland voordat ik met die burgerlijke onzin heb gebroken. Ik heb een paar van de moeilijkste toppen ter wereld beklommen. En ik zeg je dat het onmogelijk is.'
  
  'En ik zeg je dat we het gaan doen.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 9
  
  
  
  
  Het weer was, gegeven de omstandigheden, tamelijk goed. Het was helder en koud. Er stond een constante, kille wind uit het zuiden, die door de spleten gierde. Het klonk als een vals orgel dat werd gestemd. We hadden ons extra warm aangekleed, maar ik zou mijn handschoenen moeten uittrekken om over de steile rand te kunnen klimmen. Het zou een gevecht zijn van mijn vingers en tenen tegen de rots. Eén fout en ik was er geweest. Het vervelende was, dat we met een touw aan elkaar waren verbonden en ik haar als eerste moest laten gaan. Ik kon haar onder mij niet vertrouwen. Toen we ons in de juiste startpositie hadden gemanoeuvreerd wachtte ik tot het allerlaatste moment. Bij het eerste teken van de dageraad, toen ik mijn handen op een armlengte kon zien, gaf ik het startsein. Ze was bang. Ik was tot het uiterste gespannen. Om te beginnen klommen we over een kleine gletsjer die vol scheuren zat. Hij leidde in een spleetachtige gang die vol lag met grillige granieten stenen. Af en toe hoorden we ergens in de buurt stenen naar beneden vallen. Niet bepaald geruststellend.
  
  Ze was goed. Erg goed zelfs. Op het laatste moment had ik nog overwogen haar maar niet mee te nemen. Ik had haar in de grot kunnen vastbinden. Maar toen had ik moeten denken aan al die knopen die ik zelf in de loop van de tijd de baas was geworden, en ik had er vanaf gezien. Ik zou geen enkel risico nemen. Dit was mijn enige kans.
  
  Om de rand van de rots te bereiken moesten we over een glad, massief stuk rots dat bedekt was met ijs. We droegen spijkerlaarzen en hadden houwelen bij ons. Daarom wilde ik haar niet achter me hebben. Verder had ik alle andere benodigdheden zoals touw, krammen en hamers. In een plasticverpakking om mijn gordel droeg ik de explosieven en de ontstekers, en ook een paar heel speciale batterijen. Het bovenste stuk rots dat we moesten beklimmen hing naar voren over en was breed van boven en smal van onderen. Ik betwijfelde of er aan deze kant van de rots wachtposten zouden zijn, omdat de rots van deze kant niet te beklimmen leek. Als we boven waren, zouden we dekking zoeken tussen de rotsen en wachten tot het donker werd. Dan zou ik toeslaan om de installatie te vernietigen en Dion Hermes te doden.
  
  We klommen over een puntige rotsformatie en bevonden ons toen opnieuw in een spleet waardoor voortdurend kleine steentjes als een waterval naar beneden vielen. In Zwitserland noemen ze dat een Bergschrund.
  
  Inez bleef mopperen dat we niet goed bij ons hoofd waren. De donkergrijze lucht werd nu melkwit, en ik kon nu al vier meter vooruit zien. Rechts van ons was een grote, overhangende sneeuwrand, en boven ons was de overhangende rand van de rots. Ik weet dat steen dood materiaal is, maar ik had het idee dat deze rots me spottend aankeek.
  
  We stopten. Zij lag op haar buik en hijgde. Ik lag op mijn rug en bestudeerde de overhang. Het eerste wat ik zag deed me genoegen. Ongeveer vijf meter onder de rand bevond zich een richel. Die laatste vijf meter zouden de grootste krachtsinspanning vergen omdat dat gedeelte tenminste twintig graden naar voren overhing. Dat laatste stuk zou ik eerst gaan. Zij zou bij de richel moeten wachten. Er was geen andere mogelijkheid. Ik moest tussen twee kwaden kiezen. Als ik haar eerst liet gaan, en ze zou het halen, kon ik een spijkerlaars of een houweel tegen mijn schedel verwachten als ik over de rand klom. Ik zou eerst gaan, er tekening mee houdend dat ze nooit in haar eentje naar beneden zou kunnen ontsnappen. Ze had genoeg ervaring om zoiets niet te proberen en ik gokte erop dat ze zich niet zou lossnijden om het toch te doen. Het was een risico dat ik moest nemen. Ik kwam overeind. 'Laten we gaan.'
  
  Ze begon te zeuren. 'Ik kan het niet. Het lukt me nooit. Het is onmogelijk.' Ze zou er nu wel spijt van hebben dat ze me had verteld dat ze een ervaren klimmer was.
  
  Ik liet haar de stiletto zien. 'Je moet het zó bekijken,' vertelde ik haar geduldig. 'Ik heb werk te doen. Ik ben al te ver om het nu op te geven. Als jij naar boven gaat heb je nog een kans om dit te overleven; als je tegensputtert heb je geen enkele kans. Dan zal ik je moeten doden. Hoe me dat ook zou spijten.'
  
  Ze moet aan de klank van mijn stem gehoord hebben dat ik het meende, want ze zei niets meer en bereidde zich voor om te gaan klimmen. Ik wees haar op iets anders dat ik had ontdekt. Een nauwelijks zichtbare plooi in de rots, die van rechts naar links omhoog leidde, en ongeveer twee meter onder de richel ophield.
  
  'Probeer dat,' beval ik haar. 'Je zult je handschoenen moeten uittrekken, anders krijg je er geen greep op.'
  
  'Maar mijn handen zullen bevriezen.' De wind werd inderdaad steeds kouder naarmate we hoger kwamen.
  
  'Niet als je het snel doet,' antwoordde ik. 'Ze zullen wel een beetje gevoelloos worden, maar ze zullen niet bevriezen. En we moeten het snel doen. Want als we in het volle daglicht op deze helling worden gezien zijn we een weerloos doel voor die laserpistolen. Schiet dus op en praat niet zoveel.'
  
  Ik sloeg haar nauwkeurig gade, en merkte op hoe ze ieder uitsteeksel efficiënt gebruikte om verder te komen. Nu ze eraan begonnen was, wist ik zeker dat het haar zou lukken. Ze was inderdaad goed. Toen ze nog maar drie meter van de richel verwijderd was, stopte ze plotseling.
  
  'Er is een stuk rots dat in de weg zit,' riep ze naar beneden. 'Niet erg groot, maar ik kan er niet omheen. Wat zal ik doen?'
  
  Ze klonk kalm. Ik had niet de indruk dat ze me iets op de mouw wilde spelden. Ik riep: 'Weet je het zeker?'
  
  'Ik weet het zeker. Er zit ijs over die rots. Hij is spiegelglad. Het kan onmogelijk.'
  
  Maar het zou moeten. 'Blijf waar je bent,' riep ik. 'Sla er een kram in en blijf daar wachten. Ik kom naar boven.'
  
  Ik zou over haar heen moeten. De plooi in de rots was iets dieper dan ik had gedacht. Ik kon genoeg houvast krijgen. Toen ik bij haar was aangekomen, zag ik dat ze gelijk had. Het was een moeilijk geval. Die rots, die de vorm had van een buitenmodel watermeloen, zat precies op de verkeerde plaats. Hij stak uit de rotswand naar voren en onderbrak de plooi die ons in staat stelde naar boven te klimmen. Je kon er niet overheen.
  
  Inez had een kram in de rotswand geslagen en liet zich aan een touw hangen. Onder haar gaapte een afgrond van zeker dertig meter. Ik bestudeerde haar gezicht en vroeg: 'Heb je houvast met je voeten?'
  
  'Ik sta zowat op mijn tenen. Maar als ik me niet beweeg ...'
  
  'Beweeg dan niet. Ik moet over je heen om dat verdomde ding te nemen. Daarna help ik jou eroverheen. Dan kunnen we die richel opklimmen.'
  
  'Kun je me niet losmaken. Als jij valt, zijn we er allebei geweest.'
  
  Ik nam het risico. Ze kon toch geen kant op: ik zag niet in hoe ze ooit weer beneden zou kunnen komen als er iets met mij gebeurde. Ik dacht er even over na, en besloot toen dat het nauwelijks een risico was.
  
  Ik maak je los,' zei ik. 'Probeer er geen misbruik van te maken.'
  
  'Wat zou ik in 's hemelsnaam kunnen doen,' beet ze me toe. 'Ik bevries hier zowat. Ik denk niet dat ik het nog veel langer houd. Schiet alsjeblieft op!'
  
  Ik kon nauwelijks opschieten. Ik moest nauwkeurig naar de juiste plaatsen zoeken om de krammen in te slaan. Ik moest me decimeter voor decimeter omhoogwerken. Ik begon met een triangel, twee krammen voor mijn voeten, en één ver boven mij om me aan vast te grijpen. Ik kon het doen omdat de rotswand hier vertikaal was, en niet overhing.
  
  Ik was nu boven het obstakel gekomen en moest dus nu weer naar beneden om aan de andere kant ervan weer de plooi te vinden waar ik mijn voeten houvast zou kunnen geven. Nu stond ik pas werkelijk voor een probleem. Ik kon moeilijk krammen in de rotswand slaan met mijn voet. Ik sloeg de laatste kram in de wand en haalde het touw erdoorheen.
  
  Ik zou die kram moeten vertrouwen, omdat ik er met mijn hele gewicht aan zou moeten hangen. Ik zou me aan het touw moeten laten zakken en hopen dat ik met mijn voeten de plooi aan de andere kant van het obstakel zou vinden. Daarvoor zou ik met mijn honderd kilo aan die ene kram moeten hangen. Ik kon moeilijk naar beneden kijken, en zou de plooi op mijn gevoel moeten vinden. Ik kon moeilijk weten hoe hard, of rot de rots was op de plaats waar ik de kram erin had gedreven. Dat kun je niet altijd voelen. Ik herinnerde me dat ik haar een kruis had zien slaan. 'Als je nog kunt bidden,' vertelde ik haar, 'dan is nu het moment aangebroken.'
  
  Ik liet mezelf los en hing nu met mijn volle gewicht aan het touw, en aan die ene kram. De kram knarste en bewoog, maar hij hield het. Tot nu toe tenminste. Ik zwaaide in de lucht en probeerde met mijn tenen de plooi in de rots te vinden. Ik kon hem niet vinden. Mijn voeten schraapten tegen de rotswand aan, maar ik voelde alleen maar gladde steen. De kram begon steeds angstaanjagender te piepen. Ik wist dat ik het touw stevig vasthad, maar mijn vingers waren zo gevoelloos geworden door de kou, dat ze het materiaal van het touw nauwelijks meer voelden.
  
  Ik kon de plooi nog steeds niet vinden. Ik had het idee dat ik steeds zwaarder begon te wegen. Mijn schouders begonnen pijn te doen, het leek of de pezen meters uitgerekt werden. Ik hijgde in de ijle, koude lucht. Kun je iets zien?
  
  Waar zijn mijn voeten nu?'
  
  Ze was bang. Ze dacht niet dat ik het zou halen. 'Ik kan het hier niet zien. Ik durf me niet ver genoeg uit te rekken!'
  
  'Je kunt het beter wel doen. Anders is het met me afgelopen.'
  
  Het klonk niet als mijn eigen stem. Ik kon haar horen bewegen. En mompelen. Ik vroeg me af of ze werkelijk aan het bidden was.
  
  Ze zei: Je bent te laag! Trek je voeten op, je rechtervoet! Daar. Nu naar links, nee, nee, nu naar rechts. Een beetje naar beneden, nog iets ...'
  
  Ik was er. Ik stootte mijn laars zover mogelijk in de opening, en slaakte een zucht van verlichting. Ik was nu weer veilig. De rest was kinderspel. De plooi werd steeds wijder. Inez wierp me een touw toe, en ik bevestigde het met een paar krammen. Nu kon ook zij zonder gevaar over de steen komen.
  
  Toen we op de richel stonden die zich vijf meter onder de overhangende rand van de rots bevond, zag ik, dat we het moeilijkste deel achter de rug hadden. Het laatste stuk had er vanaf beneden veel gevaarlijker uitgezien dan het was. We konden met behulp van de krammen zonder onderbreking verder naar boven klimmen. Toen we tenslotte ons doel hadden bereikt, zag ik dat het hoog tijd was ook. De dageraad veranderde in helder daglicht. Boven ons zag ik adelaars cirkelen. Ik overzag de kleine, vlakke plaats waar we ons nu bevonden en besloot dat we hier de dag zouden doorbrengen. Dit was perfect. Het was een terrein van ongeveer vijfduizend vierkante meter met steenslag en keien, en hier en daar wat verdord ichu gras. Het mooie was, dat liet gebied holvormig was, en aan de randen was afgezet met grote keien, zodat het een natuurlijk fort vormde. We bevonden ons hoog boven het lagere plateau, waar het paleis m het tempelcomplex van de Inca's stonden. Niemand zou ons hier kunnen zien, behalve de adelaars.
  
  Ik vond een geschikte plek tussen de enorme keien, uit de kille wind, en maakte het touw los waarmee wij aan elkaar vastzaten. Ze rilde van de kou en we wreven onze handen tegen elkaar om er weer gevoel in te krijgen. Na een paar minuten glimlachte ze naar me en gaf me een knipoog. Ik antwoordde haar met een blik die zo koud was als de stenen waar we op zaten. Ze wikkelde zich in de lamajas, en vroeg: 'Wat nu?'
  
  'We wachten hier. Ik zal alles precies moeten voorbereiden. Ik heb nog een heleboel informatie van je nodig, en ik hoop niet dat je weer probeert me voor te liegen. Ik kan je nog steeds doden. En dat zal ik ook doen als je me ertoe dwingt.'
  
  'Je zou nu geen schot durven wagen.'
  
  'Daar heb je gelijk in.' Ik liet de stiletto in mijn hand glijden en liet haar het wapen zien. 'Dwing me niet het te gebruiken, Inez.'
  
  'Dat zal ik ook niet doen. Ik weet wanneer ik verslagen ben. Het enige dat ik nog wil is hier levend vandaan komen. Bovendien vind ik, dat je me iets schuldig bent...'
  
  'Ik ben je helemaal niets schuldig. Maar als je me niet tegenwerkt, zal ik zien wat ik voor je kan doen bij mijn baas. Dat is alles wat ik je kan beloven.'
  
  Misschien zou Hawk haar kunnen gebruiken. Een dubbelagente is altijd handig. Hoewel, in haar geval zou het een driedubbelagente zijn. Ze was immers al een dubbelagente. We maakten het ons gemakkelijk. Ik had wat sigaretten en repen chocolade bij me. Ik vond een goed kijkgat tussen de rotsen, en begon het plateau beneden ons te onderzoeken. Ik richtte de kijker op de verspreid liggende granieten gebouwen, die op een halve kilometer afstand van ons lagen. De Gierenrots. De plaats waar de laatste Inca's eens de scepter hadden gezwaaid en waar ze waren gestorven. Overwonnen door de Spanjaarden. Vierhonderd jaar geleden.
  
  Het terrein was niet al te slecht. Natuurlijk zouden wij er 's nachts overheen moeten. Vanaf de voet van de bergtop waarop wij ons bevonden, strekte het plateau zich over ongeveer tweehonderd meter uit en was afgezet door een muur van witte, granieten stenen. Het was een droge muur, bij elkaar gehouden door spanning en frictie en slechts bewerkt met stenen en bronzen gereedschappen. De muur strekte zich over de gehele vlakte uit, van de ene rand van de rots tot de andere. De muur was ongeveer twee meter hoog en had geen schietgaten. De Inca's hadden geen rekening gehouden met een aanval vanuit deze richting.
  
  Voorbij de muur liep een drooggevallen slotgracht naar het eerste granieten gebouw. Daar ontdekte ik ook het platform voor de helikopter. Er stond nu geen helikopter, en geen van de gebouwen zou genoeg plaats kunnen bieden om er een te verbergen. Ze treuzelden dus niet. Ze kwamen aangevlogen uit Cuzco, deden hun zaken en vlogen weer weg. Die helikopter baarde me wat zorgen. Als het toestel precies over onze schuilplaats zou binnenvliegen, was er een kans dat we werden ontdekt. Ik dacht er niet lang over na. Inez tikte tegen mijn arm en zei: 'Kijk, dat eerste gebouw daar, dat moet de zender zijn.'
  
  Het gebouw was laag en vierkant, en had een plat dak. Uit een donker, vierkant gat in het dak glom een voorwerp in de eerste zonnestralen. Het was een roestvrijstalen naald, met een bolvormige bovenkant, die langzaam naar boven schoof.
  
  'De antenne,' mompelde ik. 'Niet de zender. Die is in het gebouw, of eronder. Heel goed. Dat is dichtbij genoeg.'
  
  De antenne steeg langzaam omhoog. Het leek op een vlaggenstok, afgezien van de bolvormige top. Aan de voet was de antenne ongeveer dertig centimeter dik. Hij stak ruim veertig meter in de lucht.
  
  Haar koude mond raakte mijn oor aan. 'Denk je dat ze op dit moment uitzenden?'
  
  'Hoe kan ik dat in jezusnaam weten? Waarschijnlijk. Ik denk niet dat ze dat ding voor de lol omhoog laten komen.'
  
  Ze zouden wel uitzenden. Een laserstraal op één van onze satellieten richten, en alle programma's overstemmen. De wereld overstelpen met hun propaganda. Ik vroeg me af of Hawk in Lima op dit moment zou kijken. In ieder geval wist ik nu waar de zender zich bevond.
  
  Ik had nog geen glimp opgevangen van Dion Hermes. Noch van iemand anders. Niets bewoog zich tussen de gebouwen. Het plateau leek volkomen verlaten. Ik zag ook geen rook. De gebouwen zouden wel worden verwarmd door elektrische generatoren, die lang geleden waren aangevoerd.
  
  Toen zag ik een beweging. Ik stelde mijn verrekijker erop in. Een dunne sliert, een rij mannen en vrouwen, kwam tevoorschijn uit één van de poorten van het oude paleis. De rij bewoog zich in de richting van de muur. Ze verdwenen in de diepte van de droge slotgracht, kwamen weer tevoorschijn en bleven naar de muur lopen.
  
  'Het is een begrafenisstoet,' zei de vrouw naast me. 'Volgens de oude traditie. Grote God! Ze gaan het lijk aan de gieren voeren.'
  
  Ik had de man die de stoet aanvoerde nu recht in beeld. Het was Li Tzu, goed ingepakt tegen de kou. Hij ging met neergeslagen ogen de stoet voor, en plukte met zijn benige vingers aan de snaren van een kleine sitar. De wind stond van ons af, zodat we de muziek niet konden horen. De muziek interesseerde me ook nauwelijks. Dion Hermes liep achter Li Tzu. Hij blies op een fluit, precies zoals in het huis in Malibu. Hij droeg een bontmuts met oorkleppen en een zware Alpaca jas. Ik bekeek hem goed, en merkte de bult onder zijn jas op. Ongetwijfeld een schouderholster. Hermes nam geen risico. Ook niet tijdens een begrafenis.
  
  Inez Graunt had me zitten observeren. Op merkwaardige toon zei ze tegen me: 'Je maakt me bang als je zo grinnikt. Dan lijk je op een wolf.'
  
  'Dat is alleen maar om naar je te kunnen grommen. Hou je mond en leid me niet af.' Ik had iedere losse steen zorgvuldig verwijderd, zodat ik niet het risico liep dat ze me van achteren de hersens ingooide.
  
  Het lichaam was naakt. Het was een oude vrouw. Ze lag op een normale brancard. Toen ik het vergane gezicht bestudeerde - ze hadden haar gebit kennelijk uit haar mond gehaald - wist ik dat ik het gezicht eerder had gezien, en ik wist óók waar. In Malibu. Haar naam wist ik niet, maar ik had haar herkend als één van de volgelingen van de lama. Ik herinnerde me plotseling wat Hawk over de testamenten had gezegd. Deze oude vrouw werd naar haar beloning gedragen. Nu zouden Li Tzu en Dion Hermes hun beloning krijgen. Als ik er iets aan kon doen zouden ze dat zeker.
  
  De stoet draaide naar links, en stond toen stil bij een hoog stenen altaar dat bij de rand van de rots stond. Het was me nog niet eerder opgevallen. Ze verspilden niet veel tijd aan het arme mens. Twee van hen tilden de draagbaar op en lieten het lijk op het altaar glijden. Ik kreeg de indruk dat het al eerder was gebruikt, omdat ik beenderen en wat vleesresten zag liggen. Mijn maag is tamelijk sterk, maar nu dacht ik even dat ik moest kotsen. Iedereen stond met het gezicht naar beneden, terwijl Li Tzu een nieuwe hit inzette. Alleen Hermes keek niet naar de grond. Hij bleef nerveus om zich heen kijken. Hij wachtte op de helikopter, vermoedde ik. Eén ogenblik staarde hij precies in de richting waar wij ons bevonden. Ik zag dat hij een ontevreden, en ongeruste trek op zijn gezicht had. Waarom? Voor zover hij wist had hij alles onder controle.
  
  Misschien toch niet alles? Ik kon mezelf in zijn plaats denken en me zijn onrust voorstellen. Ik was niet in de vlammen omgekomen, en zijn dekmantel in de Verenigde Staten was doorgeprikt. Hij had het vermoeden dat ik hem achterna zat, maar dat kon hij niet zeker weten. Tenzij hij mij zou doden, en dat aan het Kremlin kon bewijzen, had hij geen plaats om naar uit te wijken. Bovendien had hij Inez Graunt verloren. Dat kon hij nog niet weten, maar daar zou hij spoedig achter komen.
  
  De oude lama beëindigde zijn toespraak. De naakte vrouw lag op het altaar en ik wendde mijn ogen van haar af. Ze was erg oud en het gerimpelde vlees had iets obsceens. Ze zou vroeger wel een knap, jong meisje zijn geweest, dacht ik, en nooit aan zo'n dood hebben gedacht.
  
  'De Inca's brachten hun stervenden hier,' vertelde Inez. 'De zieken en de ouden. Alleen de belangrijke mensen. De rijke families. Gedurende hun laatste dagen kregen ze drugs en gaf men ze alles wat ze wilden hebben. Seksuele ontspanning, alles. Ik denk dat ze ten slotte pijnloos werden gedood, de Incaversie van euthanasie.'
  
  Natuurlijk. Euthanasie. Dat was het wat Li Tzu te verkopen had. Er klonk een geritsel van grote vleugels boven ons. Toen ik omhoog keek zag ik ze. Gieren. Lijkeneters. Eén van hen vloog rakelings over ons heen. Zijn bek was wreed en hoekig. Hij staarde ons even aan met kille, onderzoekende ogen. Geen interesse. Wij waren nog niet dood. Ik keek toe om te zien hoe de gieren het lichaam van de oude vrouw met hun scherpe bekken openscheurden. Spoedig verdrongen zich twaalf gieren rond het altaar.
  
  Ik was blij dat de komst van de helikopter ons afleidde. Hij kwam laag binnenvliegen vanuit het oosten en noch de piloot noch de passagier had ons kunnen zien. Het toestel zweefde even boven het platform en landde toen in een grote stofwolk. De passagier stapte uit en de piloot overhandigde hem een koffer en een aktetas. Toen voegde de piloot zich bij hem en ze begonnen naar het dichtstbijgelegen gebouw te lopen. Ik richtte mijn kijker op de passagier. Er was iets bekends aan die loop, aan dat dikke achterste. Hij was vermomd, had een baard en zag er niet gewoon uit. Zelfs op een afstand. Hij droeg een zonnebril. Ze waren bijna bij het gebouw aangekomen toen er iets grappigs gebeurde. Een plotselinge windvlaag rukte zijn hoed af. De piloot lachte en raapte hem op. Toen ik naar de passagier keek zag ik het ineens. Een rand van rood haar rond een kale kruin. Toen hij zich half omdraaide om de hoed na te kijken wist ik het zeker.
  
  Ik had hem voor het laatst gezien bij Hawk, toen we aan het begin van de opdracht stonden: Bill Phelan!
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 10
  
  
  
  
  Ik wachtte tot het al enige tijd donker was alvorens naar het plateau af te dalen. We hadden allebei honger, maar daar was weinig aan te doen. Inez Graunt had veel geslapen. Ik had ook wel wat slaap kunnen gebruiken, maar daar was ik niet aan toegekomen. Ik had veel nagedacht over Bill Phelan. Het Pentagon bemoeide zich er dus mee. Hawk was de absolute topman in deze geschiedenis, en ik kon me niet voorstellen dat hij zou toestaan dat het Pentagon het zaakje zou komen verknoeien. Toen herinnerde ik me hoe vreemd Hawk had gedaan, en ik was er niet meer zo zeker van. Er was bijvoorbeeld dat geheimzinnige telefoongesprek van het hoofd van de Pentagon inlichtingendienst - toen ik bij toeval had opgenomen - en nog een heleboel andere dingen. Maar ik miste bepaalde stukjes van de puzzel en ik zat vast. Het klopte allemaal nog niet.
  
  Toen we aan een lang touw naar beneden klommen, begon het weer slechter te worden. De wind draaide naar het westen, begon stevig aan te wakkeren, en er kwam meer regen. Ik ging als eerste naar beneden en wachtte toen op Inez. Over haar maakte ik me geen zorgen. Ze kon moeilijk ontvluchten. Toen we beneden waren op het donkere, winderige plateau sneed ik een stuk van het touw waaraan we naar beneden gekomen waren af, en bond daarmee haar handen op haar rug met een van mijn speciale knopen die ik alleen zelf weer los kon maken. Ze was nu tamelijk rustig en was opgehouden voortdurend te klagen. Ik vond het vreemd, maar zei er niets over. Ze streek vluchtig met haar lippen over mijn wang, toen ik haar vastbond.
  
  'Ik voel me net een hondje. Ik krijg niet eens de kans weg te rennen als het fout gaat. Stel je voor dat we een patrouille tegen komen. Dan zullen we verbranden door de straal van die laserpistolen.'
  
  'Als ik de juiste dingen doe, gaat er niets fout. We zouden inderdaad een laserpatrouille kunnen tegenkomen, maar dan zal het in ieder geval geen hinderlaag zijn. Jij hebt nog geen gelegenheid gehad met Dion Hermes te praten om zoiets te organiseren. Als we een patrouille tegenkomen zal dat per ongeluk zijn. Dan hebben zij een even grote kans als wij.'
  
  Ik deed een prop in haar mond en controleerde nog eens of haar handen goed waren vastgebonden. Dat was alles wat ik kon doen. Ze zou moeten lopen. Misschien zou ze proberen lawaai te maken door tegen losliggende steentjes te trappen,, maar dat betwijfelde ik. Ze voelde zich tamelijk gefrustreerd en verslagen, en alles wat ze nog wilde was overleven.
  
  Er was geen maan, alleen wat sterren die groot en helder aan de hemel schitterden, nog niet verborgen achter het wolkendek. We liepen naar de muur en begaven ons naar de poort die vanmorgen was gebruikt door de begrafenisstoet. Ik ging als eerste, en trok haar met me mee. Ik maakte het eind van het touw aan mijn gordel vast. Ik had de Luger in mijn rechter- en de stiletto in mijn linkerhand. We liepen nu door de oude slotgracht, en langs het helikopterplatform dat links van ons lag. De helikopter was ongeveer een uur na de komst van Phelan vertrokken en sindsdien niet meer teruggekomen.
  
  Tot nu toe ging alles gesmeerd. Voorbij het gebouw waar de zender zich vermoedelijk bevond, zag ik dat in het verbouwde Incapaleis veel licht brandde. Ik hoorde muziek. Hetzelfde soort muziek als in het strandhuis in Malibu. Ik liep naar het kleine gebouw, draaide voorzichtig dé hoek om en keek een moment naar de grotere gebouwen, een paar honderd meter naar het zuiden. Ik had ze de afgelopen middag al uren bestudeerd door mijn verrekijker.
  
  De verlichte ramen leken op zachte, vergulde gaten in de nacht. Donkere gestalten liepen heen en weer, van de ene kamer naar de andere. Ik veronderstelde dat het allemaal erg comfortabel was ingericht. Li Tzu had een hoop geld uitgegeven om nog meer te kunnen verdienen voor de zender.
  
  Ik hoorde iemand aan de andere kant van het kleine gebouw de hoek omkomen. Ik duwde de vrouw snel tegen de muur en ging vóór haar staan. Ik fluisterde: 'Geen geluid!' Dit was een test. Alles wat ze hoefde te doen om de bewaker te waarschuwen was even met haar voeten schuifelen. Ze deed het niet. Hij liep de hoek om en wandelde recht in mijn stiletto. Ik moest hem doden. Ik zou iedereen moeten doden die me in de weg liep. Ik had geen tijd voor medelijden en gevangenen zouden een blok aan mijn been vormen. Ik had de stiletto diep in zijn hart gedreven en ik ving de man op toen hij op de grond dreigde te ploffen. Ik dempte de kreten van zijn doodsstrijd, legde hem op de grond en trok de stiletto uit zijn hart. Ik veegde het wapen aan zijn uniformjasje schoon.
  
  Het meisje achter me had geen kik gegeven, maar ik stond vlak bij haar en voelde dat ze even trilde en haar zenuwen dreigde te verliezen.
  
  Ik bekeek het slachtoffer even in het licht van mijn zaklamp, die zo groot als een vulpen was. Hij was nog jong, in de twintig, en honderd procent Chinees, maar zijn haarsnit en kleding moesten suggereren dat hij uit India kwam. Maar de Mongoolse trekken waren aanwezig, zij het voor de oppervlakkige beschouwer nauwelijks merkbaar. Zij hadden hun mensen kennelijk vermomd.
  
  Ik raapte het kleine laserpistool op dat hij had laten vallen en betastte het in het donker met mijn vingers. Het was een staaf met een geribbelde handgreep. De staaf was ruim zes centimeter dik, en voelde glad aan. Aan het eind was de staaf kegelvormig. Aan de onderkant bevond zich in plaats van een magazijn een batterij.
  
  Ik wist net genoeg van lasers om te weten dat ik er eigenlijk helemaal niets vanaf wist. Natuurlijk had ik tijdens mijn opleiding zowel lasers als masers bestudeerd, maar er was toen nog erg weinig bekend over het praktische gebruik. Er schijnen een heleboel verschillende soorten lasers te zijn, en ze werken allemaal anders.
  
  Ik verbrijzelde de loop van de laser met de kolf van mijn Luger. Aan het geluid te oordelen was de loop gemaakt van glas of plastik.
  
  Ik liep naar de hoek en trok het meisje achter me aan. Vervolgens naar de volgende hoek, waarvandaan ik de ingang van het gebouw kon zien. Een zwakke lamp verlichtte de ingang. Ik zag een hal, en een trap naar beneden. Een aantal dikke kabels, die met klemmen aan de muur waren bevestigd liepen via de trap naar buiten, waar ze los over de grond lagen. Ze leidden zonder twijfel naar de studio's in het hoofdcomplex, waar de banden met de stem van Rona Matthews werden gedraaid en de kamera's gericht waren op het Chinese Duivelsmasker. Ik bedacht me nu pas, dat ik Rona Matthews niet gezien had in de begrafenisstoet.
  
  Ik dwong het meisje op haar buik te gaan liggen. Het is verduiveld moeilijk om overeind te komen als je handen op je rug zijn gebonden. Ik maakte mijn lamajas open om gemakkelijker bij het kneedbare explosiemateriaal en de ontstekers te kunnen komen. Ik hoorde af en toe stemmen boven het regelmatige gezoem van de generators uit, stemmen die van beneden moesten komen, maar er kwam niemand de trap op. Ik werkte snel.
  
  Ik had genoeg explosieven om er wat van te verspillen. Ik plakte wat spul tegen de muur, en stopte er een ontsteker in, duidelijk zichtbaar, en rende toen terug naar het midden van de muur, waar ik met mijn stiletto een gat groef onder één van de onderste stenen. Daar stopte ik het spul in dat het werkelijk zou moeten doen. Ik had een zender bij me waarmee de ontstekingen in werking gebracht zouden worden. Eén druk op de knop was voldoende.
  
  De Inca's bouwden hun huizen, tempels en paleizen zonder mortel. Droog. Elke muur was gebouwd rond een centrale sleutelsteen. Als die uit balans werd gebracht stortte het hele gebouw in. Ik had genoeg explosieven onder die ene muur om de sleutelsteen van de overige muren te ontregelen, zodat het hele gebouw op de zender zou storten. Tonnen en tonnen graniet! Ik ging terug naar het meisje.
  
  Het was juist op tijd. Zoals alle mensen maak ik wel eens fouten, en nu had ik een pracht van een blunder gemaakt. Ze was bezig zichzelf naar de verlichte ingang te rollen. Precies zoals ik de trap was afgerold in Malibu. Ze was nog maar twee meter van de ingang en ik hoorde door de prop in haar mond haar gedempte geluiden van inspanning. Ik rende naar haar toe, greep haar bij haar voeten en sleepte haar terug in de schaduw. Ik keek snel naar de trap, maar er kwam niemand naar boven. '
  
  Ik tilde haar op zodat ze met haar rug tegen de muur stond en tilde zachtzinnig haar kin omhoog met mijn linkervuist. Ze keek me vijandig aan.
  
  'Wat is daar beneden?' vroeg ik. Ik hield mijn toon vriendelijk. 'Misschien kan ik beter vragen wie daar beneden is. Ik heb je al gezegd dat ik je zal moeten doden als je me een geintje wil flikken.'
  
  Ze staarde me aan en schudde haar hoofd. Ik gaf haar een tik met mijn vuist. 'Wie is daar beneden? Dion Hermes? Wacht hij daar op me?'
  
  Ze knikte. Ik geloofde haar niet. Plotseling vond ik dat er een verdacht luchtje aan dit hele zaakje zat; het klopte niet. Eén bewaker. Alleen maar één bewaker? En die stemmen die van beneden kwamen. In mijn onderbewustzijn was ik daar al mee bezig geweest en nu wist ik het ineens heel zeker. Die stemmen kwamen steeds terug, zeiden steeds weer hetzelfde. Het was een bandopname, die werd teruggespoeld en dan weer opnieuw afgespeeld. Het geluid van gelach en vriendschappelijke vloeken, grappen. Het geluid van een groep nietsvermoedende mannen. Bewakers. Een geluid dat me naar beneden moest lokken. Nu begon ik het te begrijpen.
  
  Ik porde haar kin opnieuw omhoog. 'Dit is een val, nietwaar? Ze willen dat ik de zender opblaas. Ze hebben zelfs een mannetje opgeofferd om het er overtuigend te laten uitzien. En jij probeerde me zojuist naar beneden te lokken.'
  
  Ze staarde me nietszeggend aan.
  
  'Jij en Hermes hebben het zo bekonkeld,' vervolgde ik. 'Jij dacht dat Jorge met al die anderen zou worden gedood in de hinderlaag. Jij zou alleen overblijven. Je zou me ontmoeten en me met je seks bewerken. Zelfs als dat niet zou lukken kon je me nog hierheen lokken door me dat verhaaltje te vertellen dat we samen konden werken. Maar Jorge was argwanend en hij bleef bij jou in de buurt, waardoor hij de dood wist te ontlopen. En daarna was hij te slim om zich te laten vermoorden. Jij werd wanhopig en gebruikte mij om hem voor jou te doden, zodat alles verder kon gaan zoals jullie het hadden uitgedacht. Er zou een hinderlaag zijn. Niet op de gemakkelijke weg hiernaartoe. Daardoor zou ik misschien onvoorzichtig worden, wat het voor jullie nog makkelijker zou maken. En als ik hier de trap af zou gaan om de zender op te blazen, omdat ik zekerheid zou willen hebben en niet zonder meer zou aannemen, dat de vallende stenen genoeg zouden zijn om het ding te vernietigen, zou Hermes me daar opwachten. Nietwaar, Inez?'
  
  Ze knikte. Ik haalde de prop uit haar mond. Het kon me nu niet meer schelen of ze zou schreeuwen. Als Hermes beneden was was hij beneden. En ik zou die trap afgaan om met hem af te rekenen. Ze wist het en liet al haar toneelspel nu varen. Nu leerde ik de ware Inez kennen. Keihard. En helemaal niet bang om te sterven.
  
  'Dat klopt, ja,' beet ze me toe. 'Hermes wacht beneden op je met een laserpistool. Je kunt alleen beneden komen via de trap. En als je niet durft, zal hij wachten tot het licht wordt en je dan opjagen. Hij heeft nog een paar mannen onder zijn bevel.'
  
  Ik stak de stiletto door haar jas, totdat de punt in haar borst prikte. 'Waarom willen jullie dat ik die zender vernietig? Jij en Hermes? Ik dacht dat de Russen hem juist wilden beschermen?'
  
  Ze glimlachte onaangenaam, nauwelijks zichtbaar in het zwakke licht dat boven de ingang brandde. Ik maakte me geen zorgen dat Hermes naar boven zou komen. Hij zou beneden blijven en me opwachten. Ik vroeg me af wat de rol was van Bill Phelan. Ik begreep nog steeds niet wat hij hier te maken zou kunnen hebben. Het kon me eigenlijk ook niets schelen, zolang hij maar niet tussenbeide kwam, en zolang hij Hermes aan mij overliet.
  
  'De plannen zijn veranderd,' zei Inez op bitse toon. 'Het nieuws druppelt altijd langzaam uit China binnen, maar soms horen wij het toch eerder dan jullie. Natuurlijk, onze organisatie is tenslotte ook beter. De Chinese generaal op wiens steun de nieuwe groepering had gerekend is ontmaskerd door Mao en terechtgesteld. De hele groepering in China is op de vlucht geslagen. De aanhangers hier trekken zich terug in het binnenland. Het is helemaal afgelopen.'
  
  Ik kon het me precies voorstellen. Het Kremlin heeft niet veel aan verliezers. Ze voelden er nu niets meer voor de groepering nog te steunen. Het schip zonk en de ratten verlieten het zo snel mogelijk.
  
  Ze keek me geringschattend aan. 'In ieder geval ben jij zo goed als dood. Wie zal weten wie de zender werkelijk heeft vernietigd? Misschien kunnen wij de eer opeisen en eens een keer een vriendelijk woord van China ontvangen voor de verandering. Misschien kan ik er gebruik van maken in Havana om de verdenkingen die ze daar tegen me hebben te ontzenuwen. Alle mogelijkheden liggen nog volkomen open.'
  
  'Wat mij betreft kun jij de eer voor jezelf opeisen,' zei ik.
  
  'Maar als ik dood ben, ben jij het ook. Dat beloof ik je.'
  
  We zwegen even. Ze leunde tegen de muur en keek me aan. De wind gierde langs de eeuwenoude stenen muren.
  
  Dion Hermes was dus daar beneden. Waar zou ik nog op wachten? Ik sloeg haar met mijn rechtervuist tegen de onderkant van haar kin. Ze viel tegen me aan en ik sloeg haar over mijn schouder zodat haar voeten achter me bungelden. Als schild voor een laser zou ze wel niet veel waard zijn, maar het was het enige dat ik had.
  
  Ik had mijn linkerarm om haar knieën, zo, dat het grootste deel van haar romp vóór me hing. Ik had de zender die de ontstekingen bediende in mijn hand. Mijn vinger rustte op de knop. Als ik door een laserstraal zou sterven, zou mijn reflex voldoende zijn om het gebouw te doen instorten. De Luger rustte in mijn rechterhand. Ik liep door de deuropening, stak de hal door en begon de trap af te lopen. Er waren twintig treden. De trap was pas aangelegd en de treden liepen bijna vertikaal. Beneden brandde een tweede zwakke lamp. Naast me liepen de kabels langs de muur. Beneden liepen ze verder over de grond, de duisternis in. Ik volgde de kabels met mijn voeten. Het gezoem van de generators werd luider. Het werd eerst donkerder, toen weer lichter, en ik kwam bij een nieuw, betonnen uitsteeksel in de gang. Een granaatscherm. Erachter zou de gang wel een scherpe bocht maken.
  
  Inez bewoog zich een beetje en zuchtte. Bij elke stap die ik deed sloeg haar hoofd tegen mijn knieën. Ik sloop voorzichtig om het granaatscherm heen, ervoor zorgend dat haar lichaam zich voor het mijne bevond. De gang maakte inderdaad een bocht van negentig graden en leidde naar de helder verlichte zendkamer. Langs een muur stonden de ronkende generators, en bij een andere muur de bedieningspanelen van de zender. Midden in het vertrek stond een grote tafel, met stoelen eromheen, en verder bevond zich in de buurt van de generators een werktafel waar de bandrecorder stond die het geroezemoes produceerde waarin ik me in het begin zo vergist had. Ik keek er even naar, toen het geluid ophield, en zag dat de band automatisch werd teruggespoeld. Stom dat ik me daardoor had laten beetnemen. Dion Hermes zou zich wel niet laten zien. Ik moest hem uit zijn schuilplaats lokken. Dat zou hem het voordeel van het eerste schot geven. Na tien seconden zag ik waar hij zich verborg. De gang liep voorbij de zendkamer door en leek te eindigen in een vlakke, betonnen muur. Leek te eindigen. Maar er was daar nog een granaatscherm. Het was zó listig gebouwd dat je op het eerste gezicht de indruk kreeg dat er één muur was, terwijl er in feite twee waren, met een ruimte ertussen. Hij moest achter dat scherm zitten. Erachter zou nog wel een andere uitgang zijn, waarschijnlijk naar een tunnel die leidde naar het paleis. Het scherm was van beton en hij zou zich dus moeten laten zien voordat hij kon vuren. Ik stapte de zendkamer binnen en keek recht naar het scherm. 'Zo, Hermes, laten we er niet langer omheen draaien. Ik weet waar je zit.'
  
  Het kegelvormige uiteinde van de laser kwam tevoorschijn. Ik dacht dat ik het enigszins zag schudden en ik vroeg me af of hij werkelijk zo zenuwachtig zou zijn. In Malibu had hij lef genoeg gehad.
  
  Zijn stem verried hem. Hij was inderdaad bang. Maar zijn correcte uitspraak was nog niet veranderd. 'Gelooft u werkelijk, mister Carter, dat u uzelf kunt redden door mevrouw Graunt als schild te gebruiken? Wat dom van u. Ik zal heus niet terugdeinzen haar ook te doden als dat nodig mocht zijn.'
  
  'Dat zal nodig zijn,' antwoordde ik. Ik lachte, voornamelijk om hem op zijn zenuwen te werken en stak de loop van de Luger dreigend naar voren. 'Hou nu maar eens op met dat overbodige gebabbel en kom tevoorschijn van achter dat betonnen scherm. Dan kunnen we allebei een schot wagen.' Hij klonk nu eerder geprikkeld dan bang. 'U bent werkelijk verbazingwekkend, mister Carter. Werkelijk een bijzonder creatuur. Het is echt jammer dat ik u moet doden. Bijna heiligschennis. Ik ben er zeker van dat er nergens ter wereld nog zo'n exemplaar rondloopt.'
  
  Ik voelde dat hij praatte om me af te leiden. Het zou niet lang meer duren.
  
  'Maar dat is het nu juist, ziet u. U bent zo uitzonderlijk, zó uitzonderlijk gevaarlijk, dat u domweg uit de weg geruimd moet worden. Ik ...'
  
  De truuk van de onderbroken zin. Hij sprong vanachter het scherm tevoorschijn en richtte het laserpistool op me. Ik was hem een tiende van een seconde vóór. Ik liet het meisje vallen en rende door de gang tussen de tafel en de generators. Drie stappen. Toen bleef ik stilstaan. Ik vuurde niet. Hij vuurde wel. De laserstraal trof me midden in de borst.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 11
  
  
  
  
  En gewonnen. De meeste lasers vernietigen alleen dat gene, wat in hun focusgebied komt. Zoveel wist ik er nog wel van. Als Hermes het ook wist, was hij het toen in ieder geval even vergeten.
  
  Mijn lichaam weerstond de straal zonder nadelige gevolgen. Ik dook, liet me op de grond vallen en sprong weer overeind met de Luger in mijn beide handen. Hij bleef vuren. Hij leek nogal overstuur en in zijn achtervolging liet hij de loop enigszins zakken. Een van de stralen trof Inez Graunt. Drie stappen verder dan waar ik zojuist had gestaan. Precies in het focusgebied van de laser.
  
  Haar lichaam vatte onmiddellijk vlam. Haar haren knisperden even, verkoolden en waren toen verdwenen. Waar eerst een menselijk wezen had gelegen zag ik nu alleen nog maar een kaal, nasmeulend skelet. Ik vuurde een schot af op Hermes en miste. Miste. Ik mis nooit op zo'n afstand. Nu miste ik. Ik zag de betonsplinters in het rond vliegen toen mijn kogel het granaatscherm raakte. Het was een moeilijk schot op het hoofd geweest, maar ik had moeten raken.
  
  Het laserpistool was nu uitgeput. Evenals Dion Hermes. Hij liet het wapen vallen en zette het op een lopen. Ik ging hem achterna. Toen ik om het granaatscherm heenliep, kon ik het verbrande vlees van Inez Graunt nog ruiken. Ze had nu geen maat meer, geen Jorge, om voor haar te zorgen.
  
  Zoals ik had verwacht, veranderde de gang achter het scherm in een helling die naar een tunnel leidde. Hermes rende vijftig meter voor mij een bocht in. Hij was verdwenen voordat ik hem onder schot kon nemen. Ik moest zorgen dat ik hem niet uit het oog verloor. Toen ik de volgende bocht in de tunnel nam, zag ik dat ik tien meter op hem had gewonnen.
  
  De lichten in de tunnel gingen uit. Achter me, uit de richting van de zendkamer, hoorde ik gegons en vervolgens het dichtvallen van een deur. Daar was de uitgang dus nu afgesloten. Een minuut lang bleef ik stilstaan in de duisternis en dacht na. Er begon zich bij mij een patroon te vormen dat wel eens met de feiten zou kunnen kloppen. In het donker, werkend op mijn gevoel, bevestigde ik een plak kneedbaar explosiemateriaal onder aan de muur van de tunnel en stak er een ontsteker in. Ik kreeg steeds meer het idee dat ik het bij het goede eind had. Op de tast volgde ik de tunnel. Ik vermoedde dat ik spoedig een lichtje zou zien. De tunnel begon naar boven te hellen en ik wist dat ik het Incapaleis en de tempels naderde. Aan het eind van de tunnel brandde een lamp. Ik had het gevoel dat hij me uitnodigde. Kom eens kijken wat hier te zien is!
  
  Ik deed wat er van me verwacht werd en naderde het licht. Ergens in het complex van oude tempels en paleizen bevond zich een schakelpaneel en iemand zat daarachter. Hij sloeg mijn verrichtingen gade op een scherm. Radar! Ik was een stip die zich door de tunnels bewoog. Het aan- en uitgaan van de lichten was waarschijnlijk bedoeld om me zenuwachtig te maken.
  
  Er viel opnieuw een deur achter me dicht. Het licht verderop riep me een welkom toe. Ik werd zorgvuldig geleid. Nu de onvermijdelijkheid van de confrontatie toenam, schakelde ik Dion Hermes steeds meer uit. Ik was nog steeds van plan hem te doden, maar er begonnen nu steeds meer versnipperde stukjes van de legpuzzel op hun plaats te vallen. Dion Hermes had tweemaal geprobeerd me te doden, en hij had tweemaal gefaald. Ik dacht niet, dat hij nog een derde kans zou krijgen. Maar hij moest boeten voor wat hij Pat Killbride had aangedaan.
  
  Toen ik vlak bij het licht was bleef ik stilstaan. Het kwam uit een vierkante opening in de wand van de tunnel. De opening was afgerasterd met een stalen traliewerk. Erachter klonken stemmen, en er kwam een wierooklucht vandaan. Ik sloop naar het traliewerk en keek naar binnen.
  
  Het zou wel allemaal bedoeld zijn om me in verwarring te brengen. Of misschien niet? Ik was er niet helemaal zeker van. Ik had het gevoel dat de kerel achter het bedieningspaneel een beetje aarzelde. Hij wilde nog wat tijd voor hij de laatste, onherroepelijke beslissing zou nemen. Ik kon het niet beredeneren, maar ik had het gevoel dat dit geen gebruikelijke afrekening zou worden. Geen spectaculaire schietpartij. Hier zat een ander luchtje aan: vreemd, verwarrend, én tegelijkertijd erg menselijk.
  
  
  
  'In het begin was er de Weg. De Weg is onveranderlijk, is er altijd geweest en zal er altijd blijven. We zullen Hem vinden door te lijden. Maar lijden alleen is niet genoeg, want hoe kun je lijden als je niet weet wat de vreugden zijn die het lijden je doet ontberen? En maakt de vreugde het ons niet veel gemakkelijker de dood zonder angst tegemoet te zien?'
  
  
  
  De woorden klonken kalm en duidelijk boven het geluid van sitarmuziek. Door de tralies zag ik Li Tzu, die op een laag podium zat. Hij bespeelde de grote sitar die ik ook in Malibu al gezien had. Terwijl hij sprak plukte hij met zijn aapachtige vingers aan de snaren. Dion Hermes was er niet. Er klonk geen fluitmuziek. Alleen nog een grote Magnovox die voor de achtergrond zorgde. Ik telde negen volgelingen. Er waren er twaalf uit Lima vertrokken.
  
  De negen keken niet naar Li Tzu. Ze zaten of lagen op podia die rond de lama waren opgesteld, sommige hoger, andere lager. Ze droegen alle negen gele jurken en hielden gele sjaals tegen hun gezicht, alsof ze er iets uit inademden. Iets dat zich in de sjaals bevond. Hawk had me daar al over verteld. Hij had het van één van zijn deskundigen en het leek er inderdaad op dat hij gelijk had.
  
  Op een hoog podium zag ik een lijkbaar. Rona Matthews lag erop, gekleed als de Groene Godin van de vruchtbaarheid. Hetzelfde gewaad dat ze in Malibu had gedragen. Het masker, met de haakneus en de starende ogen, lag op een kussen naast haar. Haar ogen waren gesloten en haar handen lagen over haar borst gevouwen.
  
  Ik had de indruk dat zij een natuurlijke dood was gestorven. In ieder geval bewees het tafereel me iets dat ik al had vermoed. Li Tzu en zijn volgelingen wisten niet precies wat er allemaal gaande was. Misschien wist Li Tzu er iets van, al was hij zeker niet volledig op de hoogte, maar de anderen leken me volstrekt onwetend. Ze waren oud en ziek, en wilden zich nog eens een laatste uitspatting veroorloven vóór hun dood. Voordat ze aan de gieren zouden worden gevoerd. Ze konden het betalen, en Li Tzu wees hen de Weg. Misschien was het nog niet zo'n slechte koop.
  
  Het geslachtsdrift opwekkend middel bevond zich in de gele sjaals. Het zou wel een combinatie zijn met een sterk hallucinerend middel. Het geslachtsdrift opwekkend middel bestond voornamelijk een aftreksels van dierlijke klieren. Dat zou hij de oude dames wel niet hebben verteld toen hij hen de sjaals had gegeven.
  
  Het licht in de kamer werd nu minder. Ik verwachtte het al half. Hij had me dit tafereel laten zien terwijl hij de zaken nog eens overdacht. Nu had hij een beslissing genomen en kon het spel worden voortgezet.
  
  Aan mijn linkerkant, verderop in de tunnel, wenkte een ander licht. Voordat ik het bereikte rolde ik wat plastique tot een bal ramde er een ontsteker in en liet het geheel achter me vallen. Als die zou springen zou hij goed springen ook.
  
  Het licht hing aan een massieve, stenen deurstijl. Oud, gebeeldhouwd steen, waarschijnlijk uit een van de Incatempels. In het licht van de lamp zag ik door de tijd afgesleten zonneafbeeldingen.
  
  Verderop brandde ook licht. Een elektrische kaars op een groot blok zwart graniet. Een altaar. Op het altaar lag Dion Hermes. Zijn ogen waren geopend, en staarden omhoog naar het licht dat hij niet meer kon zien. Er stak een lang, zwart, puntig voorwerp uit zijn borst omhoog.
  
  Ik liep de uitgestrekte zaal binnen, die leek op een graftombe. Ik hield de Luger in mijn rechterhand en de zender waarmee ik de ontstekers kon bedienen in de linkerhand. Mijn vinger rustte op de knop. Ik hield het apparaat omhoog, zodat hij het duidelijk kon zien.
  
  'Zie je het, Phelan? Je weet toch wat het is, nietwaar? Ik zal niet sterven vóór die knop te hebben ingedrukt. En als ik dat doe, gaat de hele boel hier de lucht in.'
  
  Hij antwoordde niet. Hij dacht na. Hij had erg veel nagedacht die laatste uren. Erg onverstandig. Daardoor manoeuvreer je jezelf meteen al in een nadelige positie. Bij één van de muren stond een kleiner altaar. Het was laag en vierkant, en hij zat er achter, zijn geweer op mij gericht. Ik liep naar het altaar waar het lichaam van Hermes lag. Het voorwerp in zijn borst was een gebogen ritueel zwaard. Phelan had zeker voor hogepriester willen spelen.
  
  'Blijf daar staan,' zei hij. 'Ik wil je nu nog niet doden. En het zal je niet helpen dekking te zoeken. Ik kan gewoon wachten tot je tevoorschijn komt. Of ik kan dit vertrek verlaten via een luik met een ladder achter me en die uitgang afsluiten. Dan zul je hier moeten blijven tot je sterft. Of ik kan om hulp roepen. Ik heb nog een paar mannen in dienst, en ik zou ze opdracht kunnen geven je uit te schakelen. Dus je ziet dat ik nog wel een paar mogelijkheden heb.' Ik knikte. Ik kon het geweer achter het altaar zien, evenals de vage gestalte erachter. Ik wilde geen schot met de Luger riskeren. Het was een moeilijk doel, in vreselijk slecht licht, en als ik hem miste, zou hij mij wel moeten doden. En ik had het gevoel dat hij daarover nog niet vastbesloten was. 'Dus Inez heeft me al die tijd om de tuin geleid,' zei ik. 'Niet slecht, dat moet ik toegeven. Ze kon goed toneelspelen. Maar ze heeft me steeds de waarheid verteld; alleen verwisselde ze jouw naam met die van Dion Hermes; Daar heb ik haar bij geholpen omdat ik zo verdomd stom was dat ik alleen nog maar aan Hermes dacht.'
  
  Hij zei niets. De loop van het geweer kraste tegen het graniet toen hij het bewoog.
  
  Ik wees naar het lichaam van Dion Hermes. 'Waarom heb je hem vermoord? Dat bevalt me niet. Ik wilde hem voor mezelf.'
  
  Hij klonk vermoeid. Dodelijk vermoeid. 'Wat maakt het voor verschil? Hij was een goede agent, maar hij heeft deze opdracht verknoeid. Ik had hem toch niet met me mee naar Rusland kunnen nemen. Ze houden daar niet van zijn soort.'
  
  Ik was niet van plan iets te proberen. Dat was in de gegeven omstandigheden niet verantwoord. Ik probeerde me de plaatsen te herinneren waar ik explosief materiaal had aangebracht, en probeerde te berekenen waar de eerste klappen zouden vallen als ik de ontstekers in werking stelde. Ik veronderstelde dat ik dat spoedig zou moeten doen. Het was alleen nog maar een kwestie van het juiste ogenblik kiezen. Ik moest hem een kans geven. Volgens het boekje.
  
  Ik probeerde het dus. 'Waarom gooi je dat geweer niet weg, Phelan, en kom je niet naar voren met je handen in de lucht. Ik heb persoonlijk niets tegen je en ik zal je geen kwaad doen. Dat beloof ik je, Phelan, en ik heb mijn beloftes nog nooit verbroken.'
  
  Ik wees met de Luger naar het lichaam op het altaar. 'Hem zou ik zeker gedood hebben, met plezier. Jou wil ik meenemen naar de Verenigde Staten om je een eerlijk proces te geven. Wat zeg je erop?'
  
  Het was de eenvoudigste en meest voor de hand liggende manier. Als ik Hawk goed kende - en ik kende hem - zou hij nu al in Cuzco zitten wachten tot ik contact met hem zou opnemen. Hij zou hier binnen een uur kunnen arriveren met een helikopter van AXE.
  
  Phelan lachte gekweld. Het was een vreemde, gefrustreerde lach. 'Zo stom zul je toch wel niet zijn, Carter! Of heeft Hawk het je niet verteld? Ze willen me helemaal niet terugzien in de Verenigde Staten. Dat is wel het allerlaatste dat ze zouden willen. Het Pentagon wil dat ik op een plaats zoals deze uit de weg word geruimd. Mijn lijk zal nooit gevonden worden. En er zal op die manier geen enkel schandaal in de kranten komen. Het Pentagon heeft een image te beschermen, man. Stel je het schandaal eens voor als ze moesten toegeven dat één van hun topmensen al tien jaar onopgemerkt voor de andere kant werkt! Als ze hier geruisloos van me af kunnen komen, zullen ze het nooit hoeven toegeven.'
  
  Ik keek naar het lichaam van Hermes. Een heleboel werd me nu duidelijk. Ik had wel mijn vermoedens gehad, maar nu was er absolute zekerheid.
  
  Phelan lachte nu niet meer. 'Het was Hawk die het ontdekte. Het Pentagon had nooit enige argwaan. Het zal wel als een bom zijn ingeslagen toen Hawk de directeur op de hoogte stelde en druk begon uit te oefenen.'
  
  Dat kon ik me wel voorstellen. Hawk had het ongetwijfeld allemaal uitstekend voorbereid. Ik wist dat hij de andere diensten altijd scherp in de gaten hield. Hij lette altijd bijzonder op de dingen die hij in het voordeel van zijn organisatie kon gebruiken. Sommige mensen zeiden wel eens dat het rook naar chantage. Maar dat was het niet. Het had alleen iets te maken met de ouderwets aandoende, trotse toewijding van Hawk waar het zijn organisatie betrof.
  
  Nu begreep ik hoe hij erin geslaagd was AXE een leidende positie in deze hele geschiedenis te geven. Het Pentagon had een stapje teruggedaan en het met Hawk op een akkoordje gegooid. Hij zou ervoor zorgen dat Phelan ergens ver weg op een stille manier aan zijn einde zou komen. Hij had mij de functie van beul toegedacht.
  
  Phelan begon nerveus te worden. Ik ook trouwens. Op die manier kwamen we niet verder. Iemand zou een zet moeten doen. Ik probeerde het opnieuw. 'Dus ze willen dat je hier uit de weg wordt geruimd? Waarom neem je ze dan niet in de maling. Ik zal je persoonlijk terugbrengen en beloof je dat er onderweg niets met je zal gebeuren. Je zult dan in Washington een eerlijk proces krijgen en het Pentagon voor gek zetten.'
  
  En Hawk ook trouwens, dacht ik. Dat zou hij me nooit vergeven. Hij had een belofte gedaan, en belofte waar ik zonder dat ik het wist bij betrokken was, en hij zou door een zure appel heen moeten bijten als ik niet handelde zoals hij van me verwachtte.
  
  'Nou, wat zeg je ervan,' zei ik. 'Geef het op, dan kunnen we vertrekken. Ik verheug me nu al op het gezicht van mijn baas als ik je levend terugbreng.'
  
  Het duurde lang voordat hij antwoordde. Hij lachte en het klonk normaler dan eerst. Maar ook droeviger. 'Nee, Carter. Ik zou net zo min als Hawk en het Pentagon een proces kunnen verdragen. Ik voel me te moe en te uitgeput. Ik denk er al een tijd over zelfmoord te plegen, maar ik blijf het uitstellen. Ook dat heb ik uit eigen ervaring moeten ondervinden: het is niet zo gemakkelijk om definitief afscheid van het leven te nemen.'
  
  Dat had ik hem ook kunnen vertellen. Hij bewoog zijn geweer opnieuw. Ik vroeg me af of hij ermee zou kunnen omgaan. Tot nu toe was hij, net als Hawk een bureauman geweest. Ik zou er spoedig achter komen. Ondertussen hadden mijn ogen het duistere vertrek afgezocht. Ik probeerde een plaats te ontdekken waar ik het beste dekking zou kunnen vinden als het plafond en de muren naar beneden zouden komen.
  
  Phelan zuchtte. Het was een diep, hijgend geluid. 'Gek eigenlijk,' zei hij. 'Ik probeer al drie jaar lang je te doden en dit is pas de tweede keer dat ik persoonlijk tegenover je sta.' Hij lachte schril. 'Toen ik je die dag in Los Angeles zou ontmoeten bij Hawk, wist ik niet wat ik moest verwachten. Misschien horens. Jij hebt het geluk van de duivel. Maar in Beiroet had ik je bijna.'
  
  'Dus dat was jij ... in Tanger? Die taxi die me bijna kapot reed?'
  
  'Ja. En de scherpschutter in Londen. Het mesgevecht in Parijs. Allemaal mislukkingen.'
  
  'Ik voel me vereerd,' zei ik. 'Al die belangstelling! Ze moeten in Moskou wel heel wat van me denken.'
  
  'Je bent een obsessie voor ze, Carter! Een absolute obsessie. Daarom moet ik je nu vermoorden en het bewijs meenemen naar Moskou. Ze zullen me inhalen als een held. Ik zal werk krijgen en een staatspensioen. Ondanks het feit dat ik alle andere opdrachten van de laatste tijd heb verknoeid.'
  
  'Schiet me dan maar neer,' daagde ik hem uit. Ik hield de zender omhoog. 'Schiet maar Phelan, en je zult merken wat je kans is.'
  
  Hij schudde langzaam zijn hoofd. 'Ik ... ik weet het niet. Ik weet niet of het me in Rusland wel zal bevallen. En ik ben moe. Erg moe.'
  
  Hij was manisch-depressief. Ik wist het, en ik wist ook dat hij nooit zelfmoord zou plegen. Hij praatte zichzelf eruit. Hij was een prater, geen doener. Ik wist dat ik nog maar een paar seconden had. Hij kwam uit zijn depressieve stemming en zijn maniakale ik zou zich spoedig manifesteren. Spoedig zou alles er in zijn ogen weer rooskleurig uitzien. Ik merkte het aan de kleine verandering in intonatie van zijn stem. En ik kon zijn vingers zich niet zien spannen rond de trekker, ik voelde het.
  
  'Nog één ding,' zei hij. 'Dat moetje geloven, Carter. Ik had niets te maken met de manier waarop dat meisje Killbride werd vermoord. Dat was allemaal het idee van Hermes. Hij was een perverse smeerlap, weet je. Hij had alleen maar de opdracht jullie te vermoorden en jullie lichamen in dat oude huis te verbranden.'
  
  Ik drukte op de knop van de zender. Ik maakte een lange duiksprong naar de beschutting van het grote altaar. Phelan schoot één keer. Ik hoorde het niet, maar ik voelde de kogel over mijn nek schampen. Alles wat ik hoorde was de hemel die naar beneden kwam. De deuren van de hel openden zich en een krankzinnige, tierende wind daalde neer op de aarde. Ik greep het lichaam van Dion Hermes en trok het over me heen terwijl ik mezelf tegen de pilaar van het altaar wierp. Het was niet veel om me te beschermen tegen die waarzinnige Niagara van vallende stenen, maar toch redde het mijn leven. Een blok graniet ter grootte van een wastafel verbrijzelde zijn hoofd in plaats van het mijne. Een waterval van grote en kleine stenen rolde over het altaar en mij heen. Het altaar begon heen en weer te zwaaien en dreigde om te vallen. Ik rende eronder vandaan naar het kleinere altaar waar Phelan had gezeten. De bodem zat vol scheuren en kraakte overal, maar hij hield nog. Het plafond begon naar beneden te komen, steen voor steen. Alles was stof en gruis en ik voelde me opgenomen in een onafgebroken maalstroom van zwarte wolken en brokken steen. Ik zag geen teken van Phelan. Toen zag ik het luik in de vloer. En de ladder die hij had vermeld. Door een soort wonder brandde er beneden nog licht.
  
  Recht boven mijn hoofd begon het plafond nu in zijn geheel naar beneden te komen. De sleutelstenen hadden het nu allemaal begeven. Ik rende de trap af en zag hoe het luik boven me werd bedekt met duizenden kilo's steen. Ik viel drie meter naar beneden en beschadigde een enkel. Ik had geen tijd om pijn te voelen. Ik was in een grote kamer, met een generator die nog werkte in een hoek, en een bedieningspaneel ernaast. Hier had Phelan me dus op het radarscherm gadegeslagen.
  
  Boven me hoorde ik de lawine doorgaan. Er kwamen steeds meer muren naar beneden. Ik gaf Li Tzu en zijn zieke volgelingen niet veel kans. Ik rende naar de deur aan de andere kant van het vertrek. Het was de enige uitweg en dus ook de weg die Bill Phelan had genomen.
  
  Toen zat ik vast. Ik was nog niet halverwege de gang toen zowel vóór als achter mij de muren instortten. Vlakbij hoorde ik een man schreeuwen. De lichten gingen uit en de duisternis viel in toen de generator werd getroffen. Ik haalde mijn kleine zaklamp tevoorschijn. Het licht was zwak in de muffe, stoffige ruimte. Ik had de Luger in de aanslag. Het geluid van vallende stenen werd iets minder en ik dacht dat het ergste voorbij was. Ik leefde nog. Maar hoe ik hier uit moest komen was een andere vraag.
  
  Ik hoorde hem kreunen en bewoog me voorzichtig naar hem toe. Hij had minder geluk gehad. Hij lag op zijn rug, en alleen zijn gezicht en de bovenkant van zijn borst waren niet bedekt met stenen en gruis. Hij kreunde en kermde onophoudelijk. Ik zag bloed uit zijn mond sijpelen. Hij leed vreselijke pijnen, maar zijn ogen probeerden iets te zeggen en ik begreep hem.
  
  'Help me!' smeekten zijn ogen. 'Maak er een eind aan. Ik kan dit niet verdragen!'
  
  Ik wilde dat iemand anders het voor me kon doen. Ik joeg hem een kogel door zijn hoofd.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 12
  
  
  
  
  Ze hadden twee dagen nodig om me uit te graven. Veel langer dan het Hawk en mij kostte om naar Washington terug te vliegen. Ik bracht een dag door in het ziekenhuis, waar ze een paar onbelangrijke 'reparaties' uitvoerden en me vol vitaminen spoten.
  
  Ik was de enige overlevende op de Gierenrots geweest. Ik hoopte dat Li Tzu en zijn bewonderaars eindelijk de eeuwige vrede waar ze zo hartstochtelijk naar hadden gezocht gevonden hadden. De Neocommunisten hadden zonder hun wereldwijde televisieprogramma's weinig meer in te brengen.
  
  We zaten in het kantoor van Hawk. Ik luisterde en zweeg. Ik was nogal pissig en dat wist hij. Hij had me van het begin af aan over Phelan moeten inlichten.
  
  'Dat kon ik niet,' zei hij. 'Ik kon het je niet zeggen, jongen, omdat ik die eerste dag in Los Angeles nog niet honderd procent zeker was. Alleen maar negenennegentig procent. Het belangrijkste was toen dat die zender zo snel mogelijk moest worden opgeblazen. Dat had absolute voorrang. Op alles!'
  
  'Maar ik kon niet per vliegtuig naar Cuzco,' beet ik hem toe. 'Ik moest zo nodig zevenhonderd kilometer in een Toyota rijden.'
  
  'Ik weet het, jongen. Ik weet het. Ik had tijd nodig om Phelan uit zijn tent te lokken. Ik moest hem bang maken, ervoor zorgen dat hij zijn kalmte zou verliezen en op de vlucht zou slaan. Ik zat al een hele tijd achter hem aan, zonder succes. Hij raakte nooit in paniek, en ik kon niets bewijzen. Totdat het geval in Peru begon. Het spoor vonden we in Los Angeles. In Hollywood. Dat was Phelans terrein. Hij had de supervisie over de Pentagon-activiteiten in dat gebied. Het was de kans waarop ik al tijden had gewacht. Ik ging naar de directeur van zijn afdeling en vertelde hem dat hij een verrader in dienst had. Ik slaagde erin hem te overtuigen, en daarmee had ik het verder voor het zeggen in deze operatie.' De ouwe grinnikte. 'Het was de directeur van het Pentagon zelf, die de President heeft overtuigd dat AXE de zaak het beste zou kunnen behandelen.'
  
  Als het om AXE gaat is Hawk absoluut amoreel. Ik wees naar hem met mijn sigaret. 'Maar u was toch niet honderd procent zeker over Phelan. Hoe kon u de directeur dan overtuigen? Ik kan niet zeggen dat hij een van uw grootste vrienden is.'
  
  'Misschien heb ik een beetje overdreven. Ik liet hem denken dat ik zeker was, dat ik het positieve bewijs in handen had.'
  
  'Heeft hij dan niet om de bewijsstukken gevraagd?'
  
  Hawk nam een sigaar uit een doos die op zijn bureau stond. 'Daar heeft hij inderdaad om gevraagd. En ik kon hem die natuurlijk niet geven. Je weet toch dat de dossiers van AXE geheim zijn. Ik beloofde hem dat Phelan zou vluchten en dat zou al bewijs genoeg zijn.'
  
  'En als hij nu eens niet was gevlucht. Als hij zijn kalmte nu eens wel had bewaard?'
  
  Hij beet met zijn kunstgebit in de sigaar. 'Dat zou werkelijk heel vervelend geweest zijn, jongen. Heel vervelend. Maar hij vluchtte wel, zoals je weet.'
  
  'U vertelde Phelan dat ik per jeep naar de rots zou gaan? Zodat hij wist dat hij er eerder aan zou kunnen komen dan ik?'
  
  'Natuurlijk. Hij was bang voor jou, Nick. Hij had de opdracht jou te vermoorden en het was hem al vele malen mislukt. Hij wist dat jij naar de rots zou komen, en dat hij daar tegenover je zou komen te staan. Hoe langer hij er over nadacht, hoe banger hij werd. Hij heeft geprobeerd in Cuzco te vluchten, weet je dat? Hij is daar gesignaleerd, in een nogal amateuristische vermomming. Ik had ervoor gezorgd dat we daar mannetjes hadden. Toen die zich lieten zien nam hij toch maar de helikopter naar de rots.'
  
  Ik zei dat ik het wist. Dat ik hem aan had zien komen. Toen, om de uitdrukking op Hawks gezicht te zien, zei ik: 'Dan had u hem toch in Cuzco kunnen grijpen. Hij was gevlucht. U had het bewijs dus geleverd. Waarom liet u hem toen weer teruggaan naar de rots?' Alsof ik het antwoord niet wist.
  
  Hawk had veel geduld met me. 'Dat weet je net zo goed als ik, jongen. Het hoorde bij mijn afspraak met de geheime dienst van het Pentagon. Ik zou ervoor zorgen dat Phelan geruisloos zou worden opgeruimd. Op een plaats buiten de Verenigde Staten. Zodat er geen schandaal zou komen.'
  
  'En als ik Phelan nu eens had vertrouwd? Dat had mijn dood kunnen zijn!'
  
  Hij schudde zijn hoofd. 'Ik wist dat het niet zou gebeuren, jongen. Phelan had op de rots niets te zoeken, en dat wist jij. Ik ben er geen moment bang voor geweest dat hij een gevaar voor je zou zijn. Ik wist dat je die situatie aankon.'
  
  'Ik hoop dat u voortaan wat minder omslachtig te werk gaat. Ik weet dat het waarschijnlijk geen zin heeft om het te vragen, maar kunt u niet proberen me vaker te vertellen wat er werkelijk aan de hand is?'
  
  'Dat doe ik meestal,' zei hij op vriendelijke toon. 'Dat weet je. Deze keer kon het niet. Het was te ingewikkeld en het zou je alleen maar hebben afgeleid. Het ging om die zender. Geld, begrijp je. Al die dollars. Al die druk van de regering.'
  
  Ik stond op. 'Dat was de officiële opdracht. Maar de echte moest ergens anders van komen, nietwaar? U kon het gezicht van het Pentagon redden en uzelf daarmee in staat stellen alles van hen gedaan te krijgen wat u maar wilt. Ik noem dat doodgewoon chantage!'
  
  Hawk keek me verschrikt aan. 'Chantage! Wat een akelig woord, jongen. Een vreselijk woord!'
  
  'Ik blijf erbij,' zei ik nors, terwijl ik naar de deur begon te lopen. Toen ik bij de deur stond draaide ik me om. 'Hoe ontdekte u eigenlijk dat er iets met Phelan niet klopte?'
  
  Hij kneep zijn lippen samen en keek me peinzend aan over zijn niet brandende sigaar. 'Weet je zeker dat je het wilt horen, jongen.'
  
  'Natuurlijk weet ik het zeker.'
  
  'Het meisje Killbride,' begon Hawk. 'Ze werkte voor mij. Ik plantte haar een tijd geleden in het Pentagon om Phelans gangen na te gaan. Ze maakte een vergissing - welke precies weet ik niet - en Phelan kwam erachter wie ze werkelijk was. Zij wist niet dat hij het wist, en ik ook niet. Totdat hij Hermes opdracht gaf haar op te ruimen. Samen met jou. Hij probeerde die avond twee vliegen in één klap te vangen.'
  
  Ik staarde hem aan, en meende iets droevigs te zien in Hawks ogen. Pat Killbride. Ik herinnerde me de schoolmeisjeszoen die ze me had gegeven. Ze had dus die hele tijd voor AXE gewerkt. En Hawk neemt geen schoolmeisjes in dienst. Ik dacht nog steeds aan haar vochtige kus op mijn wang. Peter Pan.
  
  Hawk praatte door. 'Dat met Phelan was een oud, treurig verhaal. Ik herkende het al tijden geleden bij hem. Het gebruikelijke beeld. Hij was een typische intellectueel, hoewel hij zich ruig voordeed. Zijn vrouw zat in een zenuwinrichting en hij had drie kinderen op dure kostscholen. Hij zat altijd in geldnood en ze bleven bij hem aandringen. Hij haatte zichzelf. Vroeg of laat zou hij wel zelfmoord gepleegd hebben.'
  
  Ik knikte. 'Maar daar had u niets aan gehad. Daar was AXE niet beter van geworden.'
  
  Hij was nu echt verbaasd. 'Natuurlijk niet. Hoe had je je dat voorgesteld?' Toen ik in de deuropening stond zei hij: 'Nick. Bekijk het nou eens zó: nu hebben we zijn kinderen een hoop ellende bespaard. Ze zullen de waarheid nooit weten. Hij stierf tijdens de uitoefening van zijn beroep. Wat kun je daar nu tegen inbrengen?'
  
  Voor zover ik kon zien niets. 'Ik heb hem trouwens niet gedood,' zei ik. 'Die oude tempel heeft het gedaan.'
  
  Nu glimlachte hij weer. 'Natuurlijk. De Inca's hebben hem gedood. Hun stenen.'
  
  'Tot ziens,' zei ik. 'Ik denk dat ik me maar eens een beetje ga bezatten.'
  
  Ik wist dat ik het niet zou doen. Hij zwaaide naar me met zijn verweerde, boerenhand en glimlachte. 'Je bent toch niet echt boos, Nick?'
  
  'Daar moet ik nog eens over nadenken.' In begon er al overheen te komen, begon zijn standpunt te begrijpen, maar ik had nog geen zin hem dat te vertellen.
  
  De glimlach was er nog, maar zijn ogen waren nu koud. 'Je krijgt altijd de vrije hand, Nick. Daar vraagje om, en ik stel je nooit al te veel vragen. Het gaat om de resultaten. Die vrije hand werkt naar twee kanten, jongen. We hebben de resultaten. Stel me nu geen vragen meer over dit onderwerp. Afgesproken?'
  
  'Afgesproken!'
  
  Della Strokes knikte naar me toen ik langs haar bureau liep. Haar intercom zoemde. Ze antwoordde en ik hoorde Hawks stem: 'Stuur Nick nog even naar binnen, Della.'
  
  Ik ging terug. Hawk hield een stukje papier in zijn hand en keek me even geheimzinnig aan. 'Ken jij soms toevallig een vrouw die Kezia Newmann heet? Een dubbelagente. Werkte voor Shin Bet en de Russen.'
  
  Ik knikte. 'Ik ken haar. Hoezo?'
  
  Hij keek me niet aan. Hij keek naar het papier in zijn hand. 'Ze hebben haar gisteren opgevist uit de zee van Galilea. Ze logeerde in een hotel Tiberius.'
  
  'Waarom vertelt u me dat?'
  
  Hij grinnikte en wuifde even met het stukje papier. 'Tot ziens, jongen. Doe maar een tijdje rustig aan en meld je over twee weken. Er is een kleinigheid die ik dan met je wil bespreken.'
  
  Toen ik in de lift stapte vroeg ik me af wie Kezia Newmann zou hebben vermoord. Shin Bet of de Russen? Ik hoopte dat het niet de Russen waren geweest. Niet Nikolay Tovaretz met die grote handen. En weer flitste de vraag door me heen of hij haar eerst geneukt zou hebben.
  
  
  
  * * *
  
  
  
  
  
  Over het boek:
  
  
  
  
  Een bikkelharde opdracht brengt Nick Carter naar de binnenlanden van Peru. De aanleiding hiertoe: een piratenzender die ongevraagd met vaste regelmaat de televisiekijkende wereldbewoners op onverkwikkelijke programma's vergast. Een grap die de westerse economie miljarden kost en nauwelijks meer een grap te noemen is. Hawk denkt er het zijne van en vat de opdracht die hij Nick geeft in niet mis te verstane bewoordingen samen:
  
  'Ik zal jou op het spoor van die zender zetten, Nick. En leidt het spoor je inderdaad naar die zender, dan schakel je hem uit en iedereen die jou daarbij voor de voeten loopt.'
  
  Nick keek naar de rinkelende ijsblokjes in zijn glas toen hij het ophief om te drinken. Dat was het dus. Een nieuwe opdracht. Absolute volmacht om te doden. Hij zuchtte: 'Oké, sir, waar staat die zender?'
  
  
  
  
  
 Ваша оценка:

Связаться с программистом сайта.

Новые книги авторов СИ, вышедшие из печати:
О.Болдырева "Крадуш. Чужие души" М.Николаев "Вторжение на Землю"

Как попасть в этoт список
Сайт - "Художники" .. || .. Доска об'явлений "Книги"